Oriënteren - Neerzetten van referentiekaders

4 belangrijke vragen over Oriënteren - Neerzetten van referentiekaders

Waar moet je als leerkracht op anticiperen bij een les?

De leerlingen moeten informatie opnemen en voorkeuren moeten onderdelen. De oriëntatie is een intensieve lesfase.

Tijdens de oriëntatie leren de kinderen twee referentiekaders kunnen gebruiken. De interne en de externe referentiekader. Wat houden deze referentiekaders in?

intern: persoonlijk perspectief. (persoonlijke zienswijze, attitude, karakter, voorkeuren)

Extern: biedt kinderen duidelijkheid en inzichten over de mogelijkheden voor het vormgevingsproces. (basisplan). Het biedt informatie en alternatieven waaruit de kinderen kunnen zieken om tot een eigen verbeelding te komen.

Welke product componenten zijn er?

Betekenis = Inspireren en aanzetten tot associeren over het onderwerp om een keuze te maken uit het web van betrokken betekenissen.
Vorm = Informeren over de betrokken beeldaspecten.
Materiaal = Instrueren over mogelijkheden bij het gebruik van materiaal en gereedschap.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Hoe zet je als leerkracht de oriëntatie neer?

Met de drie i's: inspireren, informeren en instrueren.
Deze vloeien in de praktijk naadloos in elkaar over.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo