Oriënteren - Instrueren
4 belangrijke vragen over Oriënteren - Instrueren
Een goede formulering van de probleemstelling. Het maken van een beeld werkstuk is een probleemoplossingsproces. Ze krijgen te horen wat ze moeten doen en gedeeltelijk hoe. Hoe kan je de opdracht omschrijven? (3)
beeldende aspecten (vorm)
materiaal technische handelingen (materiaal)
Richtlijnen over het verloop van het werkproces. hoe doe je dat?
Instructies over gebruik van materiaal en gereedschap. Hoe doe je dat?
bv:
- hoe je met een kwast verf kunt mengen, lijnen en vlakken schilderen en tamponneren.
- hoe je papier kunt kreuken, bouwen, rollen, scheuren en knippen
- Hoe je de kleimassa kunt induwen, met je duimen het volume ervan kunt verplaatsen en het kunt uittrekken.
- Hoe karton zich wel goed naar de ene kant laat buigen, maar naar de andere kant niet.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Instructies over de beeldende mogelijkheden. hoe doe je dat?
bv.:
- hoeveel kleuren groen kun je bomen geven?
- hoe laat je zien wat licht en donker is?
- hoe kun je een vorm uit losse onderdelen opbouwen?
- Hoe geef je een (dier)vorm een passende textuur?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden