Faeses onderzoek
11 belangrijke vragen over Faeses onderzoek
Welke soort onderzoeken zijn mogelijk op faeses?
Chemisch onderzoek
Parasitologisch onderzoek
Waaraan moet een parasitologisch onderzoek voldoen?
• Koppelonderzoek, minimaal 10% van dieren
– Lucht eruit halen, afgekoeld, verpakt
– Goed mengen
– Van elk dier even veel
– Niet van grond
Waar let je op bij een uiterlijke beoordeling van faeses?
• Kleur
• Consistentie en vorm
• Geur en pH
– Zwak zuur = paard, hond, kat
– Licht alkalisch = rund
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat voor afwijkingen zou je aan kunnen treffen in de faeses?
– Vers bloed
– Zwart ontlasting
– Wit kleurig
– Slijm
– Gevormde en ongevormde
– Zure pH = dunne darmontsteking, koolhydraat- vergisting
– Basische pH = dikke darmontsteking, eiwit vergisting
Welke endoparasieten vormen bij pluimvee, konijnen en schapen een prbleem?
Welke verschijnselen kunnen wijzen op een serieuze wormbesmetting
– Groeivermindering
– Vermagering
– Dikke buik
– Hoesten
– Diarree
– Doffe vacht
Welke methode gebruik je om wormeieren bij paarden te vinden, en welke bij het vinden van longwormen?
• McMaster-methode
• Aantal eieren tellen in paardenmest:
• < 200 EPG is weinig, > 3000 is ernstige besmetting
• Baerman methode – Longworm larfjes
Waarop let je met de determatie van de eieren?
• Vorm (ovaal of rond)
• Dikte van de wand (dun of dik)
• Structuur van de wand (glad of onregelmatig)
• Inhoud (cel of larvae)
• Kleur
Welke wormeieren komen er bij het paard voor>
• Strongylus
• Parascaris (spoelworm)
Hoe heet de spoelworm bij de hond?
Met behulp van verteringsproeven kun je onderzoeken hoe het maagdarmkanaal functioneert. Welke kan je onderzoeken en wat zegt het.
– Stress, ernstige vorm van diarree
– Te kort aan lipase
– Te kort aan gal
• Vetzuren
– Dunne darm probleem
– Opname probleem
• Zetmeel
– Alvleesklier probleem
– Te kort aan amylase
– Te snelle darmpassage
– Gistingsdiarree (zetmeel> lactaat> zure ontlasting)
• Spiervezels
– Alvleesklier probleem
– Te kort aan trypsine
– Rottingsdiarree: rottingslucht
– Te snelle darmpassage
• Functioneren pancreas (in gespecialiseerd lab uitgevoerd)
– Amylase: activiteit loopt terug bij bewaren
– Trypsine
– Lipase: niet aan te tonen
• EPI: exocriene pancreas insufficiëntie
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden