Samenvatting: Lagere Overheden
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Lagere overheden
-
1 De lagere overheden
Dit is een preview. Er zijn 13 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Hoe zijn de lagere overheden in NL georganiseerd en waar zijn de wettelijke bepalingen hiervoor geregeld?
Provincies - gemeenten - waterschappen.
Regels in de Grondwet, Algemene bestuur wet, provinciewet, gemeentewet en Waterschapswet. -
Wat wordt er bedoelt met Nederland is een gedecentraliseerde eenheidstaat?
Wij hebben een overheid die in meerdere lagen is verdeeld; 1 centrale grote overheid, daaronder de lagere overheden (provincies, gemeenten en waterschappen.) Taken en bevoegdheden zijn verdeeld over deze lagen; decentralisatie. -
1.1 Lagere overheden
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Art 61 provinciewet en art 61 gemeentewet bepalen dat een commissaris van de koning en een burgemeester bij koninklijk besluit worden benoemd. Welk orgaan neemt dat Koninklijk besluit en wie benoemt dus feitelijk een commissaris van de koning en een burgemeester?
Dit is deregering , die bestaat uit dekoning en deministers welke dus henfeitelijk gezamenlijk benoemen. -
Leg uit waarom de term "lagere overheid" een verzamelbegrip is
De lagere overheid bestaat namelijk uit meerdere (lagere) overheden:
Regionale overheden (provincies)
Lokale overheden (gemeentes)
Waterschappen -
Wie vormen de regionale overheid?
De 12 provincies van Nederland -
Wie vormen de lokale overheid?
De gemeenten (393) en waterschappen (22) van Nederland. -
Wat is de oplossing voor dusdanige grote steden (gemeenten) voor de uitvoering van hun bevoegdheden?
De gemeente is dan verdeeld in stadsdelen welke allen ook een raad, voorzitter en wethouders hebben met beperkte verantwoordelijkheden en taken. -
1.1.3 Autonomie en medebewind
-
Licht de begrippen autonomie en medebewind toe.
- Autonomie = zelfstandige bevoegdheid
- Art 145 Prov. Wet en 149 gem. Wet:
- De organen mogen zelf bepalen hoe bepaalde taken worden uitgevoerd, vinden vorm in Algemene plaatselijke verordeningen (APV).
- geen smeulende voorwerpen laten vallen
- Medebewind = verplichte samenwerking met hogere orgaan
- De organen zijn verplicht om een bepaalde regels/beleid op te stellen.
-
1.1.5 Attributie, Delegatie en Mandaat
Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.5
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is attributie en aan welke terminologie herkent men dit?
Art 10:22 Awb
Het toekennen van een nog niet bestaandebevoegdheid aan het bestuur / orgaan van deoverheid , te herkennen aan de woorden "bij ofkrachtens wet " of "wet regelt". -
Wat is delegatie en aan welke terminologie is dit te herkennen?
Art 10:13 Awb:
Het overdragen van een al bestaande bevoegdheid tot het nemen van beslissingen door een overheidsbestuur, dat krachtens attributie bevoegd is, aan een ander om het onder eigen verantwoordelijkheid uit te oefenen.
Te herkennen aan: bij Amvb of krachtens Amvb of regelen.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Onderwerpen gerelateerd aan Samenvatting: Lagere Overheden
-
Inleiding bestuursrecht - De totstandkoming van de Algemene wet bestuursrecht
-
Inleiding bestuursrecht - De structuur van de Algemene wet bestuursrecht
-
Bestuursorganen en bestuurshandelingen - B-Organen
-
Bestuursorganen en bestuurshandelingen - Publiekrechtelijke Rechtshandelingen
-
Bestuursrecht publiekrechtelijke rechtshandelingen - De totstandkoming van besluiten
-
Bestuursrecht publiekrechtelijke rechtshandelingen - Besluit van algemene strekking (BAS)
-
Bestuursrecht publiekrechtelijke rechtshandelingen - Decentrale vergunningen en verordeningen
-
De normering van het bestuurshandelen - Formele beginselen van behoorlijk bestuur
-
De normering van het bestuurshandelen - Materiële beginselen van behoorlijk bestuur
-
Aanvulling op de normering van het bestuurshandelen - Het klachtrecht
-
Aanvulling op de normering van het bestuurshandelen - Rapport of interventie?
-
Aanvulling op de normering van het bestuurshandelen - Behoorlijkheidsvereisten
-
Handhaving - Bevoegdheden toezichthouders
-
Handhaving - Beginselplicht
-
Rechtsbescherming in de Awb - Het bezwaar en beroepschrift
-
Rechtsbescherming in de Awb - De bezwaar en beroep termijn
-
Rechtsbescherming in de Awb - Niet tijdig en weigeren te beslissen
-
Rechtsbescherming in de Awb - De bezwaarschriftprocedure
-
Beroep bij de bestuursrechter - Absolute competentie
-
Beroep bij de bestuursrechter - Relatieve Competentie
-
Beroep bij de bestuursrechter - De gewone procedure bij de bestuursrechter ( awb)
-
Beroep bij de bestuursrechter - De bijzondere procedures bij de bestuursrechter ( awb)
-
Beroep bij de bestuursrechter - Griffierecht
-
Beroep bij de bestuursrechter - Hoger beroep
-
Beroep bij de bestuursrechter - Voorlopige voorziening
-
Vreemdelingenrecht - Bronnen van het vreemdelingen recht
-
Vreemdelingenrecht - verblijf
-
Verblijfstitels en het Nederlandersschap - Verblijfsvergunning regulier
-
Verblijfstitels en het Nederlandersschap - Verblijfsvergunning uitgelicht
-
Verblijfstitels en het Nederlandersschap - Rechtsmiddelen
-
Verblijfstitels en het Nederlandersschap - De verblijfsvergunning asiel
-
Vluchtelingenrecht - Uitgangspunten voor het vluchtelingenrecht
-
Vluchtelingenrecht - De verblijfsvergunningen
-
Vluchtelingenrecht - De procedure
-
Vluchtelingenrecht - Asielrecht in Europees perspectief
-
Vreemdelingen eis tot inburgering - inburgeren in het buitenland
-
Vreemdelingen eis tot inburgering - inburgeren in Nederland