GEO 3 RIVIERLANDSCHAPPEN
12 belangrijke vragen over GEO 3 RIVIERLANDSCHAPPEN
Waarom is het handig voor archeologen om de dynamiek van stroomruggen te kennen voor het bepalen van ouderdom?
-archeologische vindplaatsen zijn soms overdekt door dikke afzettingen van bijvoorbeeld klei en veen
-organische vondsten (bijvoorbeeld objecten van hout of bot) zijn soms goed geconserveerd
wanneer je kennis van de geschiedenis van het landschap hebt, kan je een archeologisch verwachtingsmodel maken
Wat betreft stroomrug en komgrond: wat heeft de hoogste archeologische potentie?
Lage archeologische potentie: komgrond (laag en nat dus slechte woonplek)
al is dit in praktijk coplexer omdat locaties op sommige momenten gunstige omstandigheden bieden en op andere momenten niet
Wat weten we van het mesolithicum (midden-steentijd)
Wat wel bekend is:
-rivierduinen/donken werden gebruikt
-jager-verzamelaars
-seizoensmatig
-vindplaatsen soms onder dikke sedimenten
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat weten we van het Neolithicum (Bronstijd, ijzertijd)?
-primitieve en gevorderde landbouwers
-permanente bewoning
-ondanks de dynamiek van het landschap (bv overstromingen) relatief dicht bewoond. Mensen konden ook in hogere zandgronden wonen maar gingen bewust bij rivier wonen omdat het een vruchtbaar gebied was.
Wat is bekend van de late middeleeuwen?
Wat zijn de twee meest voorkomende dorpstypen?
-lintdorp
Wat zijn details van de T-boerderij?
-18e-19e eeuw
-uitbreiding dwars op hoofdgebouw
-welvaart
-bewust op hoge grond gebouwd tegen overstroming
hallenhuis evolueert in krukhuisboerderij of T-huis
Hoe zijn de dorpsgebieden bedijkt?
-2e fase: dijken worden gesloten en weteringen (geulen) worden aangebracht
-3e fase: achterwetering om voor ontwatering te zorgen
Hoe is bedijking van de rivieren ontstaan?
-winterdijk (bandijk): hoog
-zomerdijk: laag
-uiterwaard
-beheer: eerst door individuele dorpen, vanaf 13e eeuw door waterschappen
Wat is het verschil in landgebruik tussen stroomruggen en kommen?
-intensief gebruik
-bewond
-akkerbouw
-boomgaarden
Kommen:
-extensief gebruik
-onbewoond
-weiland
-grienden
-hakhout
-eendenkooien
Hoe ontstond de fruitteelt in Betuwe?
-vanaf late 19e eeuw grootschalig
-pas recent in kommen
Wat zijn typische elementen van het rivierenlandschap?
-eendenkooien
-grienden
-steenproductie
-eendenkooien
-Vlechtheggen van meidoorn en sleedoorn
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden