Tekst 9 - hoe ga je om met verdriet?

18 belangrijke vragen over Tekst 9 - hoe ga je om met verdriet?

3: plus tamen aequo dolere te nolo.

3: heengegaan is, (maar) toch wil ik niet dat jij meer dan redelijk treurt.

4: Illud, ut non doleas, vix audebo exigere; et esse melius scio.

4: Dit, dat je niet treurt, zal ik nauwelijks durven eisen; en toch weet ik dat dit beter is.

5: Sed cui ista firmitas animi continget

5: Maar aan wie zal die standvastigheid van geest ten deel vallen,
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

6: nisi iam multum supra fortunam elato?

6: tenzij aan diegene die al zeer boven het lot verheven is?

8: Nobis autem ignosci potest prolapsis ad lacrimas,

8: Ons kan het echter vergeven worden, wanneer we tot tranen uitglijden/in
tranen uitbarsten,

10: Nec sicci sint oculi amisso amico nec fluant.

10: Laten de ogen niet droog zijn, wanneer een vriend verloren/gestorven is maar laten ze (ook) niet over stromen.

11: Lacrimandum est, non plorandum.

11: Er moet gehuild worden, niet luid gehuild/gejammerd worden. (...)

12: 'Quid ergo?' inquis, 'Obliviscar amici?'

12: ‘Wat dan/hoe zit het dan?’, zeg je, ‘Moet/zal ik dan mijn vriend vergeten?’

13: Brevem illi apud te memoriam promittis, si cum dolore mansura est;

13: Een korte herinnering beloof je hem bij jou, als deze evenlang als het verdriet zal blijven;

14: iam istam frontem ad risum quaelibet fortuita res transferet.

14: weldra zal een of andere willekeurige zaak dat gezicht (van jou) brengen tot een lach/aan het lachen maken.

15: Non differo in longius tempus, quo desiderium omne mulcetur,

15: Ik stel niet naar later de tijd uit, waarop elk gevoel van gemis gekalmeerd wordt,

16: quo etiam acerrimi luctus residunt. Cum primum te observare desieris,

16: waarop ook de felste rouwgevoelens tot rust komen. Zodra je opgehouden zult zijn/bent jezelf te observeren,

17: imago ista tristitiae discedet; nunc ipse custodis dolorem tuum.

17: zal dat beeld van droefheid wijken; nu bewaak je zelf je verdriet.

18: Sed custodienti quoque elabitur eoque citius, quo est acrior, desinit.

18: Maar ook aan degene die dat bewaakt, ontglipt het, en des te sneller naarmate het feller is, houdt het op.

19: Id agamus, ut iucunda nobis amissorum fiat recordatio.

19: Laten we hier op uit zijn, dat voor ons de herinnering aan de gestorvenen prettig wordt.

20: Nemo libenter ad id redit, quod non sine tormento cogitaturus est.

20: Niemand keert graag terug tot dat, waaraan hij niet zonder kwelling zal denken.

21: Quem amabas extulisti; quaere, quem ames.

21: Wie/ degene die je liefhad, heb je naar buiten/ten grave gedragen; zoek iemand die je (opnieuw) kunt liefhebben.

22: Satius est amicum reparare quam flere.

22: Het is beter een vriend te vervangen/weer een vriend te krijgen dan hem te bewenen.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo