Tekst 6 - welke houding moet je aannemen tegenover de affecten?

22 belangrijke vragen over Tekst 6 - welke houding moet je aannemen tegenover de affecten?

1: Eleganter mihi videtur Panaetius respondisse

1: Elegant/verfijnd schijnt mij Panaetius geantwoord te hebben

2: adulescentulo cuidam quaerenti, an sapiens amaturus esset.

2: aan een [zekere] jonge man die vroeg of een wijze verliefd mocht zijn.

3: ‘De sapiente’ inquit ‘videbimus:

3: ‘Over een wijze,’ zei hij, ‘zullen we het later nog eens hebben:
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

4: mihi et tibi, qui adhuc a sapiente longe absumus,

4: door mij en jou, die nog ver van (het ideaal van) de wijze verwijderd zijn,

5: non est committendum ut incidamus in rem commotam,

5: mag/moet niet zo gehandeld worden dat we vallen/terechtkomen in een hevig bewogen situatie,

6: inpotentem, alteri emancupatam, vilem sibi.’

6: onbeheerst, overgeleverd aan een ander en waardeloos/zonder waarde voor onszelf.

7: Quod Panaetius de amore quaerenti respondit,

7: Wat Panaetius antwoordde tegen de man die hem vroeg/een vraag stelde over de verliefdheid/liefde,

9: Quantum possumus nos a lubrico recedamus;

9: Laten we ons/we moeten ons zo ver als we kunnen, terugtrekken van het
glibberige/dat wat glibberig is;

10: in sicco quoque parum fortiter stamus.

10: zelfs op het droge staan wij te weinig stevig.

11: Occurres hoc loco mihi illa publica contra Stoicos voce:

11: Je zult op deze plaats mij proberen te weerleggen met die algemeen bekende uitspraak tegen de stoïcijnen:

12: ‘Nimis magna promittitis, nimis dura praecipitis.

12: ‘Jullie beloven te grote dingen, jullie schrijven te harde dingen voor.

13: Nos homunciones sumus, omnia nobis negare non possumus.

13: Wij zijn (maar) kleine mensjes, wij kunnen ons niet alles ontzeggen.

14: Dolebimus, sed parum; concupiscemus, sed temperate;

14: Wij zullen verdrietig zijn, maar weinig; wij zullen begeren, maar matig/met mate;

15: irascemur, sed placabimur.’

15: We zullen boos worden, maar we zullen tot bedaren komen.’

16: Scis quare non possimus ista?

16: Weet je waarom wij dat niet kunnen?

17: ‘Quia nos posse non credimus.’

17: ‘Omdat wij niet geloven dat we het kunnen.’

18: Immo mehercules aliud est in re:

18: Integendeel bij Hercules, er is iets anders aan de hand:

19: vitia nostra quia amamus,

19: omdat we van onze fouten/zwakheden houden,

20: defendimus et malumus excusare illa quam excutere.

20: verdedigen we (ze) en we willen (die) liever verontschuldigen dan ze (van ons) afschudden.

21: Satis natura homini dedit roboris si illo utamur,

21: De natuur heeft de mens genoeg [van] kracht gegeven, als wij die (maar)
gebruiken,

22: si vires nostras colligamus ac totas pro nobis,

22: als wij onze krachten verzamelen en helemaal vóór ons,

23: certe non contra nos concitemus.

23: (en) in elk geval niet tegen ons inzetten.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo