Startpagina / Samenvattingen / Learning theories eigen flashcards / ltm-depth-semantisch

Information processing Theory: Encoding and Storage - De belangrijkste componenten van informatieverwerking beschrijven: aandacht, perceptie, sensorisch geheugen, korte-termijn geheugen (werkgeheugen) en het lange-termijn geheugen verschillende theorieën die hiermee verbonden zijn - lange-termijn geheugen

8 belangrijke vragen over Information processing Theory: Encoding and Storage - De belangrijkste componenten van informatieverwerking beschrijven: aandacht, perceptie, sensorisch geheugen, korte-termijn geheugen (werkgeheugen) en het lange-termijn geheugen verschillende theorieën die hiermee verbonden zijn - lange-termijn geheugen

De belangrijkste componenten van informatieverwerking beschrijven: aandacht, perceptie, sensorisch geheugen, korte-termijn geheugen (werkgeheugen) en het lange-termijn geheugen en de verschillende theorieën die hiermee verbonden zijn.

Het LTM van een mens is gigantisch groot, misschien zelfs grenzeloos. Het langetermijngeheugen is op te delen in twee soorten geheugen,

Op de eerste plaats is er het declaratief geheugen, dat ook wel het expliciet geheugen wordt genoemd. Het declaratief geheugen valt onder te verdelen in twee vormen, namelijk het semantisch geheugen en het episodisch geheugen.

Het tweede type geheugen in het langetermijngeheugen is het niet-declaratief geheugen, dat ook wel het impliciet geheugen wordt genoemd. Het niet-declaratief geheugen valt weer onder te verdelen in verschillende sub-vormen, namelijk priming, procedureel geheugen en conditionering.

Plaatsen van informatie in het LTM

Het plaatsen van informatie in het LTM is afhankelijk van de frequentie (frequency) en nabijheid (contiguity) van prikkels. Hoe vaak je een stimulus tegenkomt, hoe sterker het wordt geplaatst in het LTM.

Twee ervaringen die bijvoorbeeld op elkaar lijken, zorgen ervoor dat een wordt herinnerd uit het LTM en de andere vergelijkbare wordt ook op dat moment geactiveerd. Dus informatie in het LTM bestaat uit associatieve structuren. Deze associaties zijn cognitief, niet te verwarren met die van het behaviorisme (stimuli en responsen).

De belangrijkste modellen beschrijven van hoe informatie wordt opgeslagen in het lange-termijn geheugen.

Gestalt theorie

Trok veel annames van behaviorisme in twijfel. Nu niet meer levensvatbaar, maar het bied belangrijke principes die worden gevonden in de huidige opvattingen over perceptie en leren.
Scijnbare bewegingen staan bekend als het pfi- fonomeen. De phenomenologische ervaring (schijnabre beweging) verschilt van de zintuigelijk ervaring (blootstelling). Zie perceptie

De belangrijkste modellen beschrijven van hoe informatie wordt opgeslagen in het lange-termijn geheugen.

Levels (depth) of processing

Levels (depth) of processing gaat over hoe dieper informatie wordt opgeslagen, hoe langer de informatie aanwezig zal blijven in het geheugen.

Deze drie fasen lijken overeen te komen met het sensorisch register, WM en LTM van het two-store model. Beiden modellen beweren dat informatie beter blijft hangen als het dieper komt te liggen bij een volgende fase.

Maar in het depth-processing theory hoeft niet een vaste volgorde te worden aangehouden.
Het woordje ‘’wren’’ kan op fysiek niveau niks betekenen, maar op semantisch niveau wel een betekenis krijgen.

3 fases of depth learning

Het gaat hierbij niet om WM of LTM maar meer over hoe diep de informatie wordt opgeslagen: Fysiek (oppervlakkig), akoestisch (fonologisch, geluid), semantisch (betekenis, beschrijving).

Het woordje ‘’den’’ gaat op fysiek niveau over een grote stam met takken, op akoestisch niveau kun je het vergelijken met het woord ‘’ren’’ en op semantisch niveau over een vegetatiesoort, een boomsoort met bepaalde kenmerken.

Verschil tussen depth en two store model

Echter is er nog een verschil tussen deze twee modellen. Depth of processing theorie beweert dat hoe diepere niveau de informatie wordt verwerkt (semantisch niveau bv.), hoe beter het wordt onthouden. Het two-store model beweert daarentegen dat je door repetitie ervoor kunt zorgen dat informatie beter wordt onthouden.

Probleem bij depth processing theorie

Een probleem bij depth processing theorie is dat het semantisch niveau niet altijd belangrijker is dan het fysiek of akoestisch niveau. Het woordje kaput (ruined in English), zegt veel over de betekenis van een woord, omdat het dezelfde betekenis omvat als het woord ruined. Een ander probleem is dat extra leren op een zelfde niveau het geheugen stimuleert om de informatie beter terug te halen uit het geheugen. Als laatste wordt beweert dat de omschrijving en meetbaarheid van de fasen uit depth theory vaag zijn.

Basis begrip activation leven theorie - spreading activation

Het basis begrip bij activation leven theorie is spreading activation. Dit betekent dat een geheugen structuur een andere structuur kan activeren (een verwante structuur, related). Het activatie niveau is afhankelijk van de mate waarop de activatie zich verspreid en de mate van onderwerpen die voor verwarring kunnen zorgen worden vermijd. Je kunt zorgen voor activatie door te oefenen (versterkt structuren) en het verzwakken als je te lang oefent.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Learning theories eigen flashcards

Bekijk samenvatting

Een unieke studie- en oefentool
Nooit meer iets twee keer studeren
Haal de cijfers waar je op hoopt
100% zeker alles onthouden

Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.

Onderwerpen die gerelateerd zijn aan Information processing Theory: Encoding and Storage - De belangrijkste componenten van informatieverwerking beschrijven: aandacht, perceptie, sensorisch geheugen, korte-termijn geheugen (werkgeheugen) en het lange-termijn geheugen verschillende theorieën die hiermee verbonden zijn - lange-termijn geheugen

Information processing Theory: Encoding and Storage

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding