Samenvatting: Leefomgeving: Wateroverlast
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Leefomgeving: Wateroverlast
-
4.1 Van de bergen naar de zee
Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4.1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is het verschil tussen het regiem en het debiet? En waarom kan dit veranderen in een korte tijd?
Regiem: het verschil (schommeling) in afvoer van een rivier gedurende het jaar
Debiet: de totale hoeveelheid water die op een bepaald stuk wordt afgevoerd per tijdseenheid
In een korte tijd kunnen het regiem en debiet veranderen. Want soms staat het water laag en door de regen/smeltwater stijgt het water. -
Wat is het verschil tussen het verval en verhang? Hoe bereken je het verhang?
Verval: het hoogte verschil tussen plaats A en plaats B
Verhang: het hoogte verschil per kilometer. > berekenen door het hoogte verschil te delen door de lengte -
Hoe komen de klimaatsveranderingen en wat zijn de gevolgen ervan?
De temperatuur van de aarde stijgt, gletsjers nemen in omvang af.
> in Nederland worden winters warmer en natter. Zomers worden extreem droog.
Het neerslagregiem neemt toe, want er valt meer neerslag en de regen valt onregelmatig. Het gevolg > het regiem van de Rijn en Maas wordt onregelmatiger, wat kan zorgen voor overstromingen. -
4.2 D invloed van de mens
Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4.2
Laat hier meer flashcards zien -
Waarvoor zijn de kribben en sluizen?
Kribben houden de rivier in zijn stroomgebied
Met de sluizen wordt de waterstand van de rivier geregeld en om de rivier bevaarbaar te houden voor boten -
Wat heeft verstening met de vertragingstijd te maken met de waterafvoer?
Verstening : veroorzaakt door de velebebouwing rond de grote rivieren. Wanneer er regen valt op bijvoorbeeld huizen wordt het sneller naar de rivieren gevoerd door middel vanriolen .Vertragingstijd : de tijd wanneer de regen weer in de rivieren terecht komt.
> de invloed van de vertragingstijd heeft te maken met deondergrond envegetatie . Bijvoorbeeld: doorontbossing heb je een kale helling waardoor hetregenwater sneller naar beneden kan door de verstening. > hierdoor kunnen er piekafvoeren ontstaan. -
Waardoor komen de dijken steeds hoger te liggen langs een rivier?
Doordat zand en klei in de bedding en de uiterwaarden gesedimenteerd worden. Het gevolg > deze komen steeds hoger te liggen waardoor het waterbergend niveau vermogen van de rivier afneemt. -
4.3 IJsselmeergebied en de Zuidwestelijke Delta
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4.3
Laat hier meer flashcards zien -
Wanneer worden de spuisluizen opengezet van de Afsluitdijk?
Wanneer het water eb is -
Hoe is het deltaplan ontstaan? En waarom?
Doordat er in februari 1953 de grote watersnoodramp was en de Zuidwestelijke Delta viel, overstroomde grote delen van Nederland en braken de dijken door.
Hierna werd het deltaplan uitgevoerd: de zeearmen tussen de Nieuwe Waterweg en de Westerschelde werden afgesloten.
Primaire dammen liggen direct aan zee
Secundaire dammen liggen landinwaarts
^
Bescherming van de Delta -
Wat hebben het springtij en het weer met elkaar te maken?
Samen kunnen deze twee het water beïnvloeden. Het kan ervoor zorgen dat overstromingen nog erger kunnen worden.
- ze versterken het broeikaseffect en de bodemdaling.
bij springtij staat het water extra hoog > de zeespiegel stijgt. Als er tegelijkertijd een noordwesterstorm op de Noordzee staat, wordt het water bij de Westerschelde en de Nieuwe Waterweg, hoog opgestuwd. -
4.4 Adaptief
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4.4
Laat hier meer flashcards zien -
Wat staat er in het Deltaprogramma wat aan de regering is overhandigd? Wie werken samen?
Er staat in hoe Nederland met dewaterveiligheid enzoetwatervoorziening moet omgaan.
De Rijkswaterstaat, de provincies, gemeenten en waterschappen werken samen om het integraal waterbeleid mogelijk te maken.
> ze zorgen voor oplossingen voor bijvoorbeeld; overstromingen, droogte, hitte, verzilting en het beschikbaarheid van zoet en zout water. > adaptief management!
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden