Leertheorieën - Behaviorisme perspectief - Klassieke conditionering

6 belangrijke vragen over Leertheorieën - Behaviorisme perspectief - Klassieke conditionering

Wie zijn de grondleggers klassieke conditionering?

  • Ivan Pavlov voor Klassieke (appetieve) conditionering (1849-1936)
  • John Watson voor Klassieke (aversieve) conditionering (+-1920)

Wat is het kernidee van klassieke conditionering?

Een elementaire vorm van leren waarbij een (ongeconditioneerde) stimulus een aangeboren (ongeconditioneerde) reflex oproept en wordt geassocieerd met een neutrale (geconditioneerde) stimulus die daarop het vermogen verwerft om dezelfde (geconditioneerde) respons op te roepen.

Experiment Pavlov's hond (schema Klassieke Appetieve conditionering)

  1. Voor het conditioneren : ongeconditioneerde stimulus/OS-OP (eten) > ongeconditioneerde reactie/OR (speeksel)
  2. Voor het conditioneren: neutrale stimulus (bel) > geen geconditioneerde reactie (geen speeksel)
  3. Tijdens het conditioneren (verwervingsfase):  bel+eten > ongeconditioneerde reactie/OR (speeksel)
  4. Na het conditioneren: geconditioneerde stimuli (bel) > geconditioneerde reactie (speeksel)


TIMING is essentieel in conditionering. In de meeste gevallen moet de OS en GS dicht bij elkaar aangeboden worden om een verband te leggen.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Little Albert experiment van Watson (shema aversieve Klassieke conditionering)

  • Fase 1 (voor het conditioneren) Verschillende stimuli werden uitgeprobeerd om te ontdekken dat Albert bang is voor geluid. Ongeconditioneerde stimulus (het lawaai) >
    Ongeconditioneerde reactie (het schrikken/huilen).
  • Fase 2 (voor het conditioneren) Neutrale stimuli (witte rat) > geen geconditioneerde reactie (schrikken/huilen).
  • Fase 3 (tijden het conditioneren): Rat + hard geluid > ongeconditioneerde reactie (schrikken/huilen)
  • Fase 4 (na het conditioneren): geconditioneerde stimuli (rat) > geconditioneerde reactie (speeksel)

Conditionering en genetische aanleg

Conditionering is dus niet alleen afhankelijk van relaties tussen stimuli en responsen, maar ook van de genetische aanleg van een organisme, die hem gevoelig maakt voor bepaalde stimuli in zijn omgeving.

vb. Geconditioneerde smaakaversies (ziekte + voedsel => een bepaalde smaak kan uren verwijderd zijn van ziekte, toch koppelt men dit aan voedsel)
vb. Coyotes kregen hapjes > werden ziek => afkeer voor lamsvlees).

Verschillen tussen Klassieke Appetieve n Klassieke Aversieve conditionering?

  • Klassieke appetieve conditionering
    • Doel: Neutrale stimuli gekoppeld aan een positieve ervaring
    • Reactie: Het organisme leert een benaderingsreactie om de plezierige stimulus te verkrijgen
  • Klassieke aversieve conditionering
    • Doel: Neutrale stimuli gekoppeld aan een negatieve ervaring
    • Reactie: Het organisme leert een vermijdingsreactie om de onaangename stimuli te voorkomen.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo