Motivatie en leidinggeven - Theorieën over motivatie - Arbeidsmotivatie als proces: een overzicht van proces- en gedragstheorieën

17 belangrijke vragen over Motivatie en leidinggeven - Theorieën over motivatie - Arbeidsmotivatie als proces: een overzicht van proces- en gedragstheorieën

Noem 6 procestheorieën die  antwoord geven op de vraag hoe het proces van motivatie tot gedrag verloopt:

  1. De verwachtingstheorie van Vroom
  2. de vergelijkings-of billijkheidstheorie van Adams
  3. het taakkenmerkenmodel van Hackman en Oldham
  4. de goalsettingstheorie van Locke en Latham
  5. de zelfverwezenlijkingstheorie (zelfbeschikkingstheorie) van Ryan en Deci
  6. het AMO-model van Appelbaum en Berg

Waar gaat de vergelijkingstheorie van John Stacey Adams (1963) over?

In deze theorie gaat het er vooral om dat mensen de beloning die ze krijgen vergelijken met die van anderen. Vergelijking met anderen staat in deze theorie dan ook centraal.

Wat voor theorie is de verwachtingstheorie van Vroom?

Procestheorie probeert te verklaren waarom iemand wel kiest voor het ene gedrag en niet voor ander. Ze denken daar goed en slim over.

Drie factoren spelen daarbij een rol:
  1. De succesverwachting: zal het lukken om doel te bereiken?
  2. De opbrengst van gedrag: levert gedrag een beloning op?
  3. De waarde van beloning.

Verschillende mensen kunnen verschillende behoeften hebben. Alleen de voor WN waardevolle beloningen werken motiverend,
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat laat de vergelijkingstheorie van Adams vooral zien?

Dat individuele medewerkers zich laten beïnvloeden door anderen en hun omgeving en zich daar ook mee vergelijken. Wanneer een organisatie wil dat zijn medewerkers gemotiveerd zijn, moet ze er volgens Adams dus voor zorgen dat de beloningen eerlijk en rechtvaardig geregeld zijn.

Met welke begrippen is de vergelijkingstheorie van Adams uitgebreid?

  1. Distributieve rechtvaardigheid;
  2. Procedurele rechtvaardigheid: deze krijgt de laatste tijd weer veel aandacht omdat het psychologische contract van medewerkers met een organisatie meer en meer aandacht krijgt. Bij procedurele rechtvaardigheid gaat het om de vraag of individuele medewerkers de manier waarop de organisatie de opbrengsten of beloningen verdeelt wel rechtvaardig vinden.  Dit speelt een rol bij de invoering van nieuwe functiewaarderingssystemen en beoordelingssystemen.

Waar gaat het taakkenmerkenmodel van Hackman en Oldham (1976) over?

Dat ziet dat bepaalde (taak)kenmerken van invloed zijn op het werkgedrag of de arbeidsmotivatie. Zij proberen in hun model deze kenmerken te inventariseren en te beoordelen op hoe motiverend ze zijn. Dit maakt het mogelijk taken te verbeteren  (of te herstructureren) om de motivatie en prestatie van medewerkers te verhogen of andersom juist het demotiverende of stressverhogende effect te verminderen

Waar gaat het AMO-model Appelbaum en Berg over?

- AMO-model bouwt op zelfbeschikkingsgedachte.
- AMO-Model Toetst HRM-beleid.
- Kijken hoe de AMO samen leiden tot prestaties.
- Kijkt vooral naar betrokkenheid als uitkomst van motivatie.

Mensen betrekken + orga doelen = orga prestatie verbetering. 

Waardoor worden medewerkers gemotiveerd in de goalsettingstheorie van Locke en Latham (1990)?

Medewerkers worden volgens deze onderzoekers gemotiveerd door het stellen van doelen.
Die doelen moeten wel bepaalde eigenschappen hebben:
  1. Moeilijk maar haalbaar
  2. Specifiek
  3. Feedback


Beoordelings- en beloningssystemen hebben volgens deze theorie wel invloed op hoe tevreden een medewerker is met zijn of haar prestatie, maar ze hebben weinig invloed op het prestatieniveau zelf. Dat is een belangrijk verschil met de theorie van Vroom. Daar spelen beloningen een veel belangrijke rol bij motivatie van medewerkers.

Wat is het belang van de goalsettingstheorie van Locke en Latham?

De goalsettingstheorie wordt tot nu toe gezien als een van de best onderbouwde theorieën, omdat veel experimenten de theorie bevestigen. Organisaties en leidinggevenden kunnen van deze theorie leren dat:
  1. Doelen die men aan medewerkers stelt uitdagend, specifiek en haalbaar moeten zijn;
  2. Feedback over het werk en de prestaties is belangrijk;
  3. belonen en beoordelen als manieren om mensen te motiveren niet heel goed werkt - sterker nog, wanneer belonings- en beoordelingssytemen niet rechtvaardig zijn, zullen ze medewerkers eerder demotiveren dan motiveren

5 centrale taakkenmerken onderscheiden Hackman en Oldham?

- Variatie: Afwisseling.
- Taakidentiteit: Taak/werk afrondings tijd.
- Taakbelang): Wordt bijdrage (h)erkend?
- Autonomie:  Zelfstandigheid (vrijheid, onafhankelijkheid, beslissingsbevoegdheid)
- Evaluatie: verkrijgen van info over doelmatigheid van inbreng.

Waar gaat de zelfbeschikkingstheorie van Ryan en Deci over?

Het gaat in op zowel behoeften als op het motivatieproces zelf. Uitgangspunt van de theorie is dat medewerkers drie natuurlijke basisbehoeften hebben die, indien deze bevredigd worden, het optimale functioneren en de groei van een medewerker bevorderen. De drie basisbehoeften zijn:
  1. Het gevoel effectief te zijn in de omgang met de sociale omgeving en het ervaren van de mogelijkheid om de eigen competenties te (kunnen) benutten.
  2. Het gevoel verbonden te zijn met de anderen.
  3. Het gevoel om het gedrag zelf te mogen bepalen, vanuit eigen interesses en waarden.

Waar wijst de zelfbeschikkingstheorie van Ryan en Deci op?

Die wijst op het belang van mensen om verbonden te zijn met anderen, op het gevoel autonome keuzes te kunnen maken en op een omgeving waarin men de eigen capaciteiten kan gebruiken. Maar de wijze waarop daarmee wordt omgegaan, is evenzeer van belang.

Waar gaat het AMO-model van Appelbaum en Berg over?

Het AMO-model bouwt voort op de zelfbeschikkingsgedachte en is bedoeld als referentiekader om het HRM-beleid te toetsen. Hierin wordt gekeken hoe abilities (het kunnen , voldoende capaciteiten), motivation (voldoende drijfveren en motivatie) en opportunities (voldoende kansen en mogelijkheden krijgen) samen leiden tot prestaties. Maar deze theorie kijkt vooral naar betrokkenheid als uitkomst van motivatie.

Anders gezegd: als mensen meer betrokken zijn bij de doelen en werkwijze van de organisatie, zullen de organisatieprestaties verbeteren.

Abilities verwijzen naar de feitelijke kennis, bekwaamheden en vaardigheden en naar de benodigde competenties. Juist de motivatie zorgt ervoor dat er drijfveren zijn om deze abilities te willen gebruiken. Maar er moet dan wel ruimte bestaan om deze zinvol en effectief in te zetten (opportunities).

Met welke HR-instrumenten worden er door gebruik van het AMO-model verbinding gemaakt?

Tussen werving en selectie en het opleiden en ontwikkelen van medewerkers.

Het AMO-model relateert HRM dus aan de kerntaken van de organisatie.

Waardoor is motivation sterk te beïnvloeden?

Motivation is sterk te beïnvloeden door prestatiemanagement en arbeidsvoorwaarden.

Wat is de Humans Relationsbeweging?

Gaat  ervan uit dat mensen sociale wezens zijn die aandacht en steun van anderen nodig hebben. Er kwam door deze stroming aandacht voor sociale behoeften van werknemers en sociale processen die spelen in organisaties (ruzies, samenwerken etc.)

Waar gaat de zelfbeschikkingstheorie dieper op in?

De zelfbeschikkingstheorie gaat dieper in op de verhouding tussen intrinsieke en extrinsieke motivatie. Er spelen cognitieve processen die van invloed zijn op de intrinsieke motivatie van medewerkers

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo