Human Resource Management: samenhang en context

37 belangrijke vragen over Human Resource Management: samenhang en context

Wat is ABC en wat doe je bij de analyse?

Antecedent: iets dat gedrag uitlokt
Behavior: gedrag
Consequence: gevolg van gedrag 

Bij de analyse ga je bij een specifieke prestatie na wat de antecedenten waren en welke consequenties er waren. Hierdoor kan het gedrag verklaard worden.

Leg uit wat er met Strategisch Niveau wordt bedoeld.

Is gericht op het behoud van continuïteit en concurrentiekracht van de onderneming als geheel. Is afhankelijk van de omgeving:
- Afzetmarkt vinden om producten en diensten te verkopen
- men moet over voldoende financiële middelen beschikken
- men moet aantrekkelijk zijn voor werknemers op de arbeidsmarkt.

Wat is de ruildimensie van een arbeidsrelatie?

Er staat iets tegenover de inspanningen (loon).
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Leg uit wat er met organisatorisch HRM of tactisch HR-beleid wordt bedoeld.

Organisatie moet zo worden ingericht dat de gestelde doelen ook daadwerkelijk bereikt kunnen worden.
- Focus is op de inrichting van de organisatie
- Middellange termijn
- Hoofddoel is het creëren van voordelen door organisatieprocessen en arbeid slim in te richten
- Dominant criterium is efficiënte en evenwicht in belangen tussen individuen en organisatie

Welke verschillende niveaus zijn er in de organisatie?

1. Operationeel: De organisatie van verrichtingen, korte termijn.
2. Strategisch niveau: De koers van de organisatie, lange termijn
3. Organisatorisch niveau: De inrichting van de organisatie , middellang termijn

Uit welke stappen bestaat de op de operante gedragsaanpassing gebaseerde procedure?

1. Identificeren kritieke gedragingen (gedragingen die invloed hebben op bedrijfsresultaat) door gesprekken/observaties.
2. Meten van deze gedragingen (hoe vaak?)
3. Uitvoeren van functionele analyse  van deze gedragingen. Probleem ja of nee?
4. Ontwikkelen interventiestrategie
5. Beoordelen of dit tot verandering heeft geleid. 

Welke instituties houden zich in de loop van de tijd bezig met arbeidsrelaties?

- Vakbonden en werkgevers ( CAO )
- Organisaties genereren ook allerlei maatschappelijke effecten: inkomensniveau, werkgelegenheid, 
- De overheid 

Wat is het sociaalpsychologisch perspectief van HRM?

Beziet de organisatie en haar personeel als een gemeenschap van mensen.

Wat is arbeid- en organisatie psychologie?

Probeert het menselijk gedrag in arbeidssituaties te verklaren en te voorspellen

Benoem de criteria voor het sociaal psychologsche perspectief

Kwaliteit van de 4 A's
Juiste afstemming tussen mens en bedrijf
Belangrijk voor werknemers

Wat is strategisch HRM?

Het betreft dat deel van HRM waarin keuzes en beslissingen worden genomen (ten aanzien van het personeel) die de richting van de onderneming/organisatie bepalen met als doel het zeker stellen van het voortbestaan van de onderneming/organisatie.

Benoem de criteria voor politieke of belangen perspectief

Rechtvaardigheid en zeggenschap
Lasten en lusten verdelen
Belangrijk voor collectieve belangenbehartigers/OR/vakbonden

Benoem de criteria voor het maatschappelijk perspectief

legitimiteit
veilig volgens wettelijke regels
Overheid/actiegroepen/publieke opinie

Wat wordt er bedoeld met strategische ondernemingsbeleid wanneer je HRM wilt afstemmen op de organisatie?

Het is de manier waarop organisaties met hun omgeving omgaan met als doel het voortbestaan van de onderneming.

Politiek- maatschappelijke factoren

- Veranderende opvattingen over arbeid en organisaties leiden tot wetten en komen tot uiting in CAO's

Wat hoort er bij scientific management 1910?

- werk opgedeeld in delen
- geld is de motivatie
- rationele relatie 
- wetenschappelijk berekende werkmethoden
- uitvoerend en bestuurlijk is gescheiden

vier punten uit syllabus:
- Horizontale arbeidsdeling, verticale arbeidsdeling, tijd- en bewegingsstudies, stukloon

Benoem de kenmerken van economische marktfactoren en de gevolgen  ervan voor HRM

- Aantal en de kwaliteit van concurrenten die op de markt actief zijn
- Is de toetreding tot die afzetmarkt eenvoudig of moeilijk?
- Is de afzetmarkt stabiel of dynamisch?

Gevolgen voor HRM
- Tempo van aanpassingsvermogen
- krappe/ruime arbeidsmarkt voor specifieke kennis
- Werving, scholing, binden en boeien.

Wat hoort er bij Human relations 1945?

- communicatie tussen leiding en uitvoerend
- Motivatie door andere dingen dan geld
- Erkenning informele relaties
- Wn krijgt aandacht

Benoem de kenmerken van technologische factoren en de gevolgen ervan voor HRM


–Wijze waarop werk wordt georganiseerd
– Kapitaal- dan wel arbeidsintensief bepaalt HRMbudget
– Arbeid: routinematig, vakmatig, kennisintensief

Gevolgen voor HRM
– Kennisintensief (interne opleidingen)
– Gedrag niet voor te schrijven, eigen inschatting
– Stimuleren en belonen van zelfsturing (i.p.v. controle en beheersing).

Wat hoort er bij systeemtheorie/werkstructurering 1960?

- Combinatie van scientific en human relations
- pz krijgt aparte afdeling
- scheiding tussen denken en doen wordt verworpen
- aandacht voor andere arbeidsindelingen/verdelingen

Benoem de kenmerken van politieke-maatschappelijke factoren en de gevolgen ervan voor HRM


– Sociale partners (wg- en wn organisaties)
– Overheid: arbeidsrecht (langer doorwerken bijv.)
–Veranderende opvattingen ‘eigen verantwoordelijkheid en sociale zekerheid’


Gevolgen voor HRM
– Steeds meer eigen invulling door minder regulering
– Ruimte voor maatwerk in arbeidsrelaties
– Employability, Duurzame inzetbaarheid

Welke type begaafdheden zijn er volgens Garder?

negen typen:
- linguïstisch (verbaal)
- muzikaal
- logisch-mathematisch
- kinesthetisch
- interpersoonlijk
- intrapersoonlijk
- natuurgerichtheid
- existentieel (over het leven)

Welke typen begaafdheden onderscheidt Thurstone?

Intelligentie bestaat uit nauwelijke gerelateerde primaire vaardigheden:
- verbaal
- visueel/ruimtelijk
- numerieke vaardigheden

Kwantitatieve methoden ( hoeveel?)

2 soorten.
1. extrapolatiemethode: Er wordt aangenomen dat de personeelsbehoefte in de toekomst kan worden afgeleid uit de historische ontwikkelingen, 
2. correlatiemethode: Gaat ervan uit dat er een band bestaat tussen personeelsbehoefte en een aantal verklarende factoren

Kwalitatieve methoden ( welk soort personeel? )

Vaak gebaseerd op meningen en ervaringen van deskundigen binnen en buiten de organisatie.

twee meer uitgewerkte methoden voor dit verzamelen van managementopties:
1. De Delphi-methode worden de meningen van managers individueel verzamelt.
2. De EFTE- methoden is gebasseerd op een soortgelijk proces: schatten ( estimate ), terugkoppelen ( feedback ) , bespreken ( Talk ) en op nieuw schatten ( Estimate )
- opinies blijven anoniem 

Wat is er veranderd in vergelijking met pakweg vijftig jaar geleden?

1. De economie is geëvolueerd van een industriële naar een dienstverlenende en daarmee kennisintensieve economie.
2. Eisen aan producten
3. Meer flexibiliteit gewenst.
4. Schaarste aan talenten
5. Snelle veroudering van competenties.
6. Veranderende wensen, meer uiteenlopende wensen.

Wat is crystallized en fluenced intellegence?

Cattel & Horn zeggen dat crystallized het leren van ervaringen en nieuwe dingen is. Fluenced is het vermogen om na te denken en daarin bewegelijk te zijn. (puzzelen)

Wat is de invloed van flexibiliteit op de arbeidsmarkt?

- Conjunctuur
- Verschillende contract vormen
- Opkomst , Free- Lancers en zzp'ers
- Organisatie activiteiten uitbesteden. 

Wat is de invloed van de overheid?

1. Maatregelen die de werkloosheid verkleinen:
-aanname beleid overheid
- stimuleringsmaatregelen werkgever en werknemer
2. Wet op ondernemingsraden of arbo wet

Wat is het effect van individualisme?

1. Minder centrale onderhandelingen tussen werkgevers en vakbonden.
2. Inzetbaarheid, meer verantwoordelijkheid bij individue
3. Toename ondernemerschap freelancers en zzp'ers

Hoe heeft Sternberg intelligentie ingedeeld?

Hij deelde dit in, in drie dimensies, namelijk:
- Creatieve deeltheorie : relaties leggen tussen concepten en vermogen aan nieuwe situaties aan te passen.
- Praktische deeltheorie: alle daagse taken begrijpen en uitvoeren.
- Analytische deeltheorie : abstracte probleemoplossing en vermogen om te leren.

  • Sternberg voegde Creatieve en praktische intelligentie toe.

Typering van Quinn & Cameron

grafiek van flexibel-stabiel en intern-extern. Typeringen: Familie, adhocratie, Hierarchie en markt (divisie/output)

Wat is het psychologisch contract?

Een impliciet verwachtingspatroon van individu en organisatie over rechten en plichten en de ruilrelatie. 
Psychologisch contract hoort bij de Human relations. 

Twee belangrijke thema's tijdens 1945-1970 Het personeelsbeleid?

Arbeidsverhoudingen (wettelijke macht vakbonden)
Kwaliteit van de arbeid (verhogen welzijn en maximaliseren prestaties)

Noem vier typen organisatie-indelingen (Schoenmaker)

  1. Massaproductiewerk
  2. Modernproductiewerk (assemblage)
  3. Massadienstverlening
  4. Kennisintensieve dienstverlening

Wat is belangrijk bij Hackman & Oldham JCM model?

- taakbelangrijkheid, taakvariatie, feedback, autonomie over de taak.
- zorgt voor gevoel van belangrijkheid voor het werk, inzicht in resultaten en verantwoordelijkheid
- leidt tot meer motivatie, verbeterde werkprestaties en laag ziekteverzuim.

Wat gebeurd er bij continue beloning?

- Gedrag stopt direct als beloning uitblijft
- Beloning werkt op een gegeven moment niet meer motiverend, er is verzadiging ontstaan.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo