Geestelijk leven ter ere van God: mystiek - Begijnen - Literaire context: de autonomisering van de literatuur
11 belangrijke vragen over Geestelijk leven ter ere van God: mystiek - Begijnen - Literaire context: de autonomisering van de literatuur
Behalve op het ontstaan van literaire instituties kan de term autonomie ook slaan op twee andere ontwikkelingen die daar mee te maken hebben. Welke twee zijn dit?
Autonomie van de auteur: vrij om van het werk te kunnen leven brengt ook spanningen met zich mee.
Benoem het publiek van de autonome schrijver en hun verwachtingen van het werk.
Wat was de oorzaak van het groeiende lezerspubliek aan het einde van de 19e eeuw?
- groei van de bevolking
- onderwijs beter toegankelijk
- door economische bloei konden meer mensen boeken kopen of lenen
- technische ontwikkelingen binnen het drukkersvak en verbeterde distributie
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Benoem de redenen van het groeien van het lezerspubliek.
- Ontwikkeling van het drukkersvak, de produktie en verbeterde distributie.
- Via de boekhandel, leesmusea en leesgezelschappen voor de elite.
- leesbibliotheken, vaak gekoppeld aan een winkel.
- Volksbibliotheken en boekenclubformules
- Katholieke Parochiebibliotheken
Waarom bleef de groei van het lezerspubliek in Belgie achter tov Nederland?
- lagere alfabetiseringsgraad
- secundaire positie van de Nederlandstalige cultuur
Guido Gezelle gebruikte in eerste instantie zijn poezie als een instrument de katholieke en Vlaamse ideologieen uit te dragen en om zijn leerlingen te instrueren in het schrijven van klassieke verzen. Waarom hield hij zo vast aan de oude normen en waarden?
Op welke wijze had het lezerspubliek toegang tot literatuur?
- boekhandels
- leesgezelschappen: groepen lezers, die samen boeken en tijdschriften aanschaften
- leesmusea: beschikten naast collectie boeken, kranten, tijdschriften en brochures ook over een voor leden toegankelijke leeszaal
Het grote publiek (de kleinburgers (winkeliers en ambachtslui) en arbeiders) via:
- commerciele leesbibliotheken (vaak gekoppeld aan een boekhandel)
- volksbibliotheken: met een opvoedend karakter. Ook vanuit katholieke, protestante en socialistische kringen werden dergelijke bibliotheken opgericht
- openbare bibliotheken vanuit de overheid pas in het begin van de 20e eeuw
In Vlaanderen speelden de katholieke parochiebibliotheken een belangrijke rol.
Waarom kun je Gezelle toch ook als autonoom dichter beschouwen?
Het gros van het lezerspubliek liep niet warm voor de vernieuwende literatuur uit de jaren 1880-1914. Hoe kwam dit?
- De gemiddelde lezer had een sterke voorkeur voor de roman. Terwijl een deel van de vernieuwing zich vooral in de poëzie afspeelde.
- De nieuwe literatuur kwam ook niet tegemoet aan de religieuze waarden die de confessionele bibliotheken wilden uitdragen.
- Er was meer belangstelling voor de conventionele tijdgenoten.
- Er bleef bij het algemene publiek een aantal oudere 19e eeuwse teksten (historische romans, dorpsverhalen, avonturenromans, klassiekers als Camera Obscura) bijzonder in trek.
De modernisering van de 19e eeuwse maatschappij wordt door Guido Gezelle als een bedreiging ervaren. Wat plaatst hij daar tegenover?
In welk opzicht vormt Gezelles werk een Vlaamse en katholieke pendant van dat van de dominee-dichters in Nederland?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden