Geestelijk leven ter ere van God: mystiek - De poëzie van de avant-garde

15 belangrijke vragen over Geestelijk leven ter ere van God: mystiek - De poëzie van de avant-garde

Waarin onderscheidt het expressionisme, onder grote invloed van de Duitsers, zich van het naturalisme of impressionisme?

De expressionistische dichters stelden niet de weergave van zintuigeljke indrukken centraal, maar ze leggen hun eigen visie op aan de buitenwereld.

Welke dichter was in Nederland vooral expressionistisch?

Hendrik Marsman, met name in zijn debuut, de bundel Verzen.

Waar streeft Marsman naar in zijn gedichten en naar van welke 'stroming' is dit typerend?

Er is in het werk geen dwingend stramien van regellengte of metrum, hij verlaat de zinstructuur ook makkelijk. De kosmische zelfvergroting en beeldspraak, het projecteren van zijn eigen emotionele beleving op zijn omgeving, is een typisch kenmerk van het expressionisme.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Welke kenmerken heeft expressionistische poëzie?

  • kosmische zelfvergroting: de eigen emotionele beleving projecteren op de omgeving
  • verrassende beeldspraak
  • vrije verzen: geen dwingend stramien van regellengte of metrum
  • geconcentreerde vorm: een of enkele woorden komen in de plaats van een traditionele volzin

Waarom is de ambivalente houding van Marsman illustratief voor Nederland rond de eerste wereldoorlog?

In Nederland ontstond rond de eerste wereldoorlog bepaald geen ruime, samenhangende beweging die zich liet inspireren door de Europese avant-gard.

In Vlaanderen tekende een ander type expressionisme af dan in Nederland. Wat is het verschil en waarom?

Vlaanderen was bezet en er werd gekozen om de Vlaamse strijd voor de duur van de bezetting op te schorten. Passivisten, humanitair expressionisme, dit zijn gedichten waarin vrede, liefde en broederschap tussen mensen gepredikt worden.Vaak gekenmerkt door het lot van de moderne mens in de vervreemde grote stad.

Van Ostaijnes publiceerde kort na zijn terugkeer in Antwerpen de bundel Bezette Stad. Waaruit kun je hieruit zien dat hij afscheid nam van trad.  maatsch.  en godsdienstige waarden

Hij spot met de burger, de godsdienst, het moraal, de gevestigde kunst en cultuur. De vrije vers wordt nog meer doorgevoerd, losse woorden komen centraal te staan en op associatieve wijze verbonden aan elkaar. Er wordt ook een soort collage techniek gebruikt voor het weergeven. De levensbeschouwing die uit dit alles spreekt is het nihilistische, geheel in lijn van Dada.

Welk literair tijdschrift in Vlaanderen ontstaat na WOI en welke dichters zijn er toonaangevend  lid?

De Ruimte (1920-1921)
Het zette zich af tegen Van Nu en Straks.
Beïnvloed door de Duitse expressionistische literatuur en gedreven door een activistische overtuiging.


Toonaangevende leden:
  • Marnix Gijsen
  • Wies Moens
  • Gastons Burssens
  • Paul van Ostaijen

Hoe heet de debuutbundel van Paul van Ostaijen en licht toe dat er van een dubbele oriëntatie sprake is in deze bundel.

Music-Hall (1916)

De bundel sluit
  • enerzijds nog aan bij het fin de siecle,
  • maar getuigt anderzijds van een grote belangstelling voor alles wat nieuw en modern is.

Het beeld dat Music-Hall van het leven in de moderne grootstad geeft, kan unanimistisch worden genoemd. Licht toe.

Van Ostaijen schetst hoe de individuele stedelingen als het ware samenvloeien tot één wezen, één ziel (animus in het Latijn).

Wat zijn de kenmerken van het humanitair-expressonisme?

  • broederschapsgedachte
  • vrije verzen
  • de dichter geeft een signaal aan de gemeenschap.

In zijn bundel De Feesten van Angst en Pijn experimenteert Paul van Ostaijen met verschillende lettergrootten en -kleuren. Blader door het manuscript en zoek het (in het leerboek op pagina 218 genoemde) ‘Vers 6’ op. Lees het gehele gedicht.
Hoe komt het lyrisch ik volgens dit gedicht tot zijn conclusie opnieuw te moeten beginnen?

Het gedicht vangt aan met de constatering dat de ‘ik’ geen postzegels kan verzamelen. De vraag wordt verderop nog eens herhaald ‘waarom / ik niet werd een postzegelkolletioneur’. Hierin klinkt door dat de ik-verteller het wel geprobeerd heeft om een normaal (burgelijk) leven te leiden, maar dat het hem simpwel niet lukt, hij kan het niet (hij spreekt dan ook over ‘mijn débacle’).

Vergelijk ‘Vers 6’ van Paul van Ostaijen met het in het leerboek (zie p. 219) opgenomen voorbeeld uit de bundel Bezette stad (1921). Welke elementen doen in ‘Vers 6’ nog denken aan het humanitair-expressionisme die in Bezette stad helemaal verdwenen lijken?

In ‘Vers 6’ is nog duidelijk een ‘ik’ aan het woord die zijn positie in de wereld bepaalt. Een ik-verteller is in Bezette stad helemaal afwezig. Van Ostaijen lijkt hier afstand te nemen van de opvatting dat poëzie een persoonlijke expressie is. Dit zien we ook terug in het contrast tussen het handschrift van De Feesten van Angst en Pijn en de collageachtige druktechniek van Bezette stad (dat veel wegheeft van een reclameaffiche).

De poezieopvatting van de latere Van Ostaijen kunnen we autonomistisch noemen. Wat betekent dit?

Autonomie verwijst dan niet meer naar de afzonderlijke plaats van de literatuur in de samenleving, maar ook en vooral naar de zelfstandigheid van de literaire tekst. Het gaat dus om poëticale autonomie.
Van Ostaijen werkt bijvoorbeeld in de Nagelaten gedichten met beelden die hij herhaalt en varieert, werkt met klankassociaties en laat het lyrische ik buiten beeld.

Van welke Nederlandstalige dichters uit het interbellum en kort daarvoor mede bepalen het werk en de opvattingen nog tot vandaag de discussie over poëzie?

  • Guido Gezelle
  • Karel van de Woestijne
  • Paul van Ostaijen
  • Leopold Gorter

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo