Startpagina / Samenvattingen / Leerboek Inleiding Letterkunde / latijn-land-middeleeuwen

Middeleeuwen en rederijkers - De Middeleeuwen wanneer was dat? - ridders

4 belangrijke vragen over Middeleeuwen en rederijkers - De Middeleeuwen wanneer was dat? - ridders

Hoe zag de middeleeuwse maatschappij eruit?

De Europese middeleeuwen bestond voor een groot deel uit akkerbouw en veeteelt. Landbezit was van groot belang. Er was een standenmaatschappij. Deze orde in de maatschappij was door God geschapen. Het was mogelijk om meer status te verwerven, maar echt wisselen van stand was moeilijk. Dat ging tegen Gods wil in.

Wat was de taak van een leenman?

De leenman kreeg van de leenheer een stuk grond om in zijn opdracht te beheren. Over dit stuk land mochten zij relatief vrij beslissen: bv stukken land aan vrije boeren geven of horigen aan het werk zetten (status vergelijkbaar met slaven). Door eed van trouw aan leenher verbonden en verplicht tot consilium et auxilium: de leenheer met raad en daad bijstaan.

Wat stond er in het leenstelsel? (Middeleeuwen 500 tm 1500)

Regels voor omgang met elkaar.
Basis in verdeling van bezit en relatie tussen mensen.

Men zou het Latijn als het ‘Engels van de middeleeuwen’ kunnen omschrijven. Licht deze benaming toe.

Het Latijn was de taal voor de wetenschap en voor de kerk, en Latijn werd in alle Europese landen gesproken. Wie in een ander land reisde, kon met behulp van het Latijn een heel eind komen.
Tegenwoordig heeft het Engels dezelfde functie (met uitzondering van de taal van de kerk). Het Latijn uitstekend te beheersen was aan een selecte groep van goed opgeleide mensen voorbehouden, en die exclusiviteit van taalkennis geldt tegenwoordig in veel mindere mate voor het Engels.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Leerboek Inleiding Letterkunde

Bekijk samenvatting