Middeleeuwen en rederijkers - Literatuur in de stad - Rederijkersgedichten
15 belangrijke vragen over Middeleeuwen en rederijkers - Literatuur in de stad - Rederijkersgedichten
Hoewel de Rederijkers zich van alle rijmsoorten bedienden hadden ze een voorkeur voor complexe rijmvormen. Noem er met hun kenmerk.
Binnenrijm. Woorden die binnen de zelfde versregel regel rijmen.
Kettingrijm. Het laatste woord van een regel rijmt op het eerste woord van de volgende regel.
Acrostichon. De begin letters van bepaalde woorden vormen achter elkaar een nieuw word. Rickroll
Wat is een bekend toneelstuk waarin ook poezie verwerkt is?
Hoe is het Refrein opgebouwd zoals het werd gebruikt door de Rederijkers.
Het refrein bestaat uit minstens 4strofen waar van de laatste word opgedragen aan de Pince.
De strofen zijn even lang.
De laatste versregel van iedere strofe is identiek.
De laatste strofen word aan de Prince opgedragen.
Princestrofen kan korter zijn en bevat de conclusie van het refrein
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
In het refrein werd de slotstrofe aan de Prince opgedragen maar wie kon de Prince allemaal zijn? Noem er drie
De Prince was de leider van de rederijkamer.
God of Chtristus
De heilige Maria
Wat zijn drie kenmerken van het refrein?
- Ingewikkeld rijmschema
- Laatste versregel van iedere strofe is identiek
- Laatste regel is tevens titel van gehele refrein
Gedichten kwamen vaak voor in de rederijker toneelstukken noem hier een beroemd voorbeeld van? (zou in Ouderkerk opgevoerd worden maar dat ging niet door wegens corona)
Bij welke orde hoorde Maarten Luther?
Wie was Anna Bijns?
Welke 4 soorten rijm gebruiken de rederijkers?
- Eindrijm, gepaard, gekruist en omarmend.
- Binnenrijm: woorden die binnen dezelfde verregel rijmen
- Kettingrijm: het laatste woord van de versregel rijmt op het eerste woord van de volgende versregel
- Acrostichon: de begin letters van bepaalde woorden vormen een nieuw woord
Wat is de const van rhetorieken?
De dichtregels staan vermeld, maar ook de drie meest geliefde dichtvormen, de ballade, het rondeel en het refrein.
Waarom was het voor rederijkers nieuw om hun naam op de titelpagina te zetten?
- Voorheen schreven de rederijkers in principe voor plaatsgenoten en voor gelegenheden, waarbij het niet gepast werd gevonden de eigen naam te vermelden.
- De werken van de rederijkers waren dus anoniem: het ging in de eerste plaats om de kunst, niet de kunstenaar!
- In navolging van dichtbundels van humanistisch gevormde dichters plaatsten de rederijkers wél hun eigen naam op de titelpagina.
Waarom werden Luthers geschriften veel gelezen?
Wat was de kritiek op de poëzie van de rederijkers?
Wie preekte er in 1510 in Antwerpen over de leer van Luther?
Welke vorm was het meest geliefd bij de rederijkers?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden