Samenvatting: Leerboek Interne Geneeskunde | 9789036818407 | c d a Stehouwer R P Koopmans

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van leerboek interne geneeskunde | 9789036818407 | c.d.a. Stehouwer. R.P Koopmans

• 2 Beeldvormende diagnostiek

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
  Laat hier meer flashcards zien

• Waarom is het soms nodig om een gebied dynamisch te scannen?

  Door een gebied meerdere keren te scannen kun je het verloop en uitwas van contrastaankleuring beoordelen.

• Wat betekent hyperdens en hypodens?

  Structuren die licht worden weergegeven worden hyperdens genoemd, terwijl hypodens betekent dat de structuren als donker worden weergegeven.

• Bij welke meest voorkomende ziektebeelden speelt CT een belangrijke diagnostische rol?

  1. Longembolie
  2. Diffuse longziekten (HRCT)
  3. Acute thoracale aortasyndromen
  4. Hartafwijkingen (CT-angiografie coronairarteriën)
  5. Aneurysma abdominale aorta
  6. Tumor
  7. Acute buik / acute buikpijn
  8. Acute bloedingen

• Waarop is echografie gebaseerd?

  Verschil in sterkte van het gereflecteerde geluid bij grensvlakken tussen weke delen en bot en weke delen en lucht.

• Wat voegt doppler toe aan echografie?

  Meten van richting en snelheid bloedstroom.

• 2.2.1 Fysica en techniek van de röntgenfoto

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.2.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wanneer wordt gebruik gemaakt van complexe röntgenapparatuur?

  Bij verrichting van radiologische percutane interventies onder continue röntgendoorlichting.

• Welke 4 soorten densiteiten kun je onderscheiden in de menselijke anatomie

  1. Lucht
     
  2. Vet
  3. Weke delen (restgroep)
  4. Bot

• 2.2.2 De thoraxfoto

  Dit is een preview. Er zijn 31 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.2.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Welke onderdelen moeten structureel aan bod komen bij het beoordelen van een x-thorax?

  
  
  

  1. thoraxskelet
     
  2. weke delen buiten de longen
  3. pleurale begrenzingen, inclusief diafragmata
  4. mediastinum
  5. hart
  6. hili
  7. longen.

• Waarvoor is de x-thorax vooral van belang bij IC-patienten?

  1. beoordelen van ligging van tubes, lijnen, drains en sondes
  2. voor het beoordelen van eventuele complicaties van lijnplaatsing en andere interventies
  3. het beoordelen van infecties, atelectase en vochtcollecties

• Bij evaluatie van welke aandoeningen heeft een x-thorax beperkte waarde?

  1. tumoren in de longen
  2. diffuse longziekten
  3. emfyseem/COPD