Congenitale malformaties, neuralebuisdefecten - Het neurologisch onderzoek
5 belangrijke vragen over Congenitale malformaties, neuralebuisdefecten - Het neurologisch onderzoek
Waaruit bestaat de anamnese bij het neurologisch onderzoek bij kinderen?
- Vroege voorgeschiedenis
- Eerste ontwikkeling
- Specifieke informatie over de ouders en andere kinderen in het gezin.
- Reden van consultatie
- Gedetailleerde ontwikkelingsanamnese (motorische mijlpalen, spraak- en taalontwikkeling, schoolse vaardigheden en adaptief-sociaal gedrag).
- Documentatie (groeiboekjes, familiealbums, videobanden)
- Ontwikkelingsinterview
- Bespreken dagbesteding
Waaruit bestaat het lichamelijk neurologisch onderzoek bij een kind?
- Bij oudere kinderen min of meer gelijk aan volwassenen
- Bij < 3 jaar vaak indirect door observatie, afhankelijk van wat het kind toelaat.
- Oriëntatie algemene functies (bewustzijn, contact, motorische activiteit en responsiviteit).
- Alertheid, ruimtelijke oriëntatie, mate van initiatief
- Asymmetrieën, mobiliteit, stabiliteit (stand en rotaties), tempo van bewegen, kracht tegen de zwaartekracht, doelgericht
- Spiertonus en reflexen, inspectie huid/dysformieën/houding en positie
- functieonderzoek hersenzenuwen en zintuigen
Welke etiologische factoren spelen een rol bij het opstellen van de differentiaaldiagnose bij ziekten van het zenuwstelsel van het kind?
- Congenitale structurele afwijking
- Infectie
- Trauma
- Vasculair
- Neoplastisch
- Metabool
- Degeneratief
- Toxisch
- Idiopatisch
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Waarop richt aanvullende diagnostiek zich bij ziekten van het zenuwstelsel bij kinderen?
- Screenend
- Gericht laboratoriumonderzoek bij beperkte DD
- Bij ontwikkelingsstoornissen:
- beeldvorming
- electrofysiologische registraties
- cytogenetisch onderzoek
- moleculair-gentisch onderzoek
- stofwisselingsonderzoek
Welke aanvullende diagnostiek speelt een rol bij ziekten van het zenuwstelsel bij kinderen?
- MRI (epilepsie, congenitale huidafwijkingen, spasticiteit, choreoatheose, ataxie, micro- of macrocefalie, doofheid, slechtziendheid en diepe zwakzinnigheid)
- EEG (met name van belang voor diagnostiek en behandeling)
- Evoked potentials (visueel en auditief systeem)
- Cytogenetisch onderzoek
- Neurometabool onderzoek (bij aanwezigheid fundusafwijkingen, systemische symptomen en viscerale afwijkingen)
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden