Samenvatting: Leerboek Klinische Neurologie | 9789036813334 | prof J B M Kuks, et al
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Leerboek klinische neurologie | 9789036813334 | prof. dr. J.B.M. Kuks, prof. dr. J.W. Snoek
-
3 Zenuwstelsel en spieren; technisch onderzoek
Dit is een preview. Er zijn 8 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
Laat hier meer flashcards zien -
Het ruggenmerg (medulla spinalis) samen met hoger gelegen gedeelten – hersenstam, tussenhersenen en hersenschors vallen onder?
Het centrale zenuwstelsel -
Welke wortel brengt sensibele informatie het ruggenmerg in?
Achterwortel verbonden met een ganglion -
Bereikt de actiepotentiaal het uiteinde van een zenuwuitloper, dan volgt er contact met andere neuronen of met effectororganen (kliercellen, spiercellen). Dit contact is niet rechtstreeks maar gebeurd via:
Neurotransmitters -
Myeline zorgt voor een sneller geleiding. Noem een voorbeeld van een myeline ziekte?
Multiple sclerose (MS) -
Wat kan je meten met elektromyografie( EMG)?
motorunitpotentiaal(MUAP). -
4.1.2 Verschillende spinale reflexen
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4.1.2
Laat hier meer flashcards zien -
Hoe wordt een sensibele prikkel afkomstig van een reseptor binnen in het eigen lichaam (spierspoeltje) genoemd?
Proprioceptie of het diepe gevoel -
Wat is een exteroceptieve prikkel?
afkomstig van de oppervlakte van het lichaam, namelijk de huid, en kan evengoed een ruggenmergreflex opwekken: bij een pijnprikkel aan de voet wordt de knie gebogen en opgetrokken. De kniebuigende hamstrings en de musculus iliopsoas die de knie optrekt door buigen van de heup, zijn nu agonist, de musculus quadriceps antagonist. -
4.1.4 Hoge en lage spierrekkingsreflexen
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4.1.4
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is een spinale shock?
Bij de acute fase van de centrale verlamming kunnen de reflexen en de tonus nog laag zijn. -
4.2.1 Onderzoek spierfunctie
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4.2.1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat vindt men bij een centrale parese?
soms gebeurt het dat een spier geleidelijk wordt aangespannen, waardoor niet onmiddellijk de maximale kracht wordt geleverd. Je vindt dus meer distaal dan proximale uitval.
subtiel centraal krachtsverlies te zien bij proef van Barré. -
Bij welke stoornis komt rigiditeit voor?
bij stoornissen van het extrapiramidale systeem, (parkinson).
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Onderwerpen gerelateerd aan Samenvatting: Leerboek Klinische Neurologie
-
Oorzaken en gevolgen - Epidemiologie en prognose - Risicofactoren
-
Herseninfarct en hersenbloeding - Diagnostiek - Klinische benadering
-
Herseninfarct en hersenbloeding - Diagnostiek - Beeldvorming
-
Herseninfarct en hersenbloeding - Klinische aspecten van cerebrale vaatafsluitingen - TIA's
-
Herseninfarct en hersenbloeding - Klinische aspecten van cerebrale vaatafsluitingen - Afsluiting van de arteria carotis
-
Hoofd en aangezichtspijn