Samenvatting: Leerboek Medische Fysiologie | 9789031399093 | Lennart Nicolaas Bouman, et al

Samenvatting: Leerboek Medische Fysiologie | 9789031399093 | Lennart Nicolaas Bouman, et al Afbeelding van boekomslag
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
LET OP!!! Er zijn slechts 35 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Leerboek medische fysiologie | 9789031399093 | Lennart Nicolaas Bouman; Hendrikus Wilhelmus Gerardus Maria Boddeke; Jacob Hiebo Jan Muntinga

  • 20 Gasuitwisseling

  • 20.1.1 De ademhaling wordt bepaald door: ventilatie, perfusie, diffusie en gastransport

    Dit is een preview. Er zijn 9 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 20.1.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Leg de formule van partiële spanning uit

    • Pgas = Fgas * Pgasmengsel
    • De partiële druk is de druk die een gas in een mengsel uitoefent. 
  • Hoe werkt de verdeling van opgeloste gassen onder druk in een mengsel?

    In een mengsel zullen de partiële druk van beiden stoffen in het mengsel gelijk worden. Dit betekent niet dat er in beide stoffen een even grote hoeveelheid gassen is opgelost, dit bepaald namelijk de oplosbaarheidscoëfficiënt van de stoffen.
  • 20.2.1 De longenlucht wordt ververst door regelmatige vermenging met buitenlucht

    Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 20.2.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Hoe wordt de samenstelling van O2 en CO2 in de alveolaire blaasjes constant gehouden?

    Het bloed dat langs de longblaasjes loopt onttrekt continu zuurstof en en geeft koolstofdioxide af. Maar door ventilatie wordt er ook continu nieuwe zuurstof toegevoegd aan de al aanwezige longenlucht waardoor de spanningen van beide stoffen ongeveer gelijk blijft.
  • Hoe werkt ademhaling in rust?

    Bij ademhaling in rust is de inademing actief en de uitademing passief. De inademingsspieren trekken samen en vergroten daarmee de thorax en dus ook de longinhoud. Als gevolg van elastische krachten en relaxatie van de inademingsspieren worden de longen weer verkleind en vindt uitademing plaats.
  • 20.2.2 Het neusslijmvlies zuivert, verwarmt en bevochtigt de inademingslucht

  • Wat is de functie van de plooien die zich in de neus bevinden (conchae nasales)?

    De plooien vergroten het oppervlak en veroorzaken turbulentie van de inkomende lucht waardoor er intensief contact hiervan met het slijmvliesepitheel plaatsvindt.
  • Wat zijn de functies van het slijmvliesepitheel?

    • Fijne stofdeeltjes wordt door het slijm tegengehouden. De trilharen in het epitheel vervoeren het stof richting de keelholte.
    • Het slijmvlies bevochtigd en verwarmd de inademingslucht wat irritatie van het neusslijmvlies, keelholte en luchtweg voorkomen.
  • 20.2.3 De keelholte: een gevaarlijk kruispunt van luchtweg en voedselweg

    Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 20.2.3
    Laat hier meer flashcards zien

  • Welke gangen in de hals zijn afgesloten en welke geopend tijdens normale ademhaling?

    • Toegang tot de slokdarm is afgesloten door de oesofagussfincter.
    • De epiglottis laat de ingang van het strottenhoofd (larynx) in rust open.
  • Welke gangen worden tijdens het slikken geopend en gesloten?

    De luchtweg wordt tijdelijk geblokkeerd door:
    1. zachte gehemelte wordt opgetrokken
    2. neusholte wordt afgesloten
    3. stemspleet wordt gesloten
    4. strottenhoofd wordt omhooggetrokken
    • hierbij kantelt de epiglottis zodat de larynx wordt afgesloten
  • In welke standen bevindt de stemspleet zich tijdens spreken, in rust en tijdens inspiratie?

    • Tijdens spreken/zingen: gesloten
    • In rust: open
    • Tijdens inspiratie: maximaal verwijd
  • 20.2.4 Dieper de long in neemt het oppervlak van het stroombed toe en de luchtstroomsnelheid af

    Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 20.2.4
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat is het verband van de stroomsnelheid van de ingeademde lucht en het totale oppervlakte van het stroombed van de longen?

    Naarmate het stroombed vordert ontstaan er steeds meer vertakkingen die steeds nauwer worden, de bronchioli, hierdoor neemt de stroomsnelheid af. Maar doordat de totale oppervlakte steeds groter wordt stroomt er per iedere seconde per cm alsnog evenveel lucht als in de trachea.
LET OP!!! Er zijn slechts 35 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart