Behandeling - Neurobiologische behandelingen

14 belangrijke vragen over Behandeling - Neurobiologische behandelingen

Welke groepen psychofarmaca worden in de psychiatrie veel gebruikt?

- Middelen tegen dementia

- Antipsychotica

- Antidepressiva

- Stemmingsstabilisatoren

- Anxyolitica

- Hypnotica

- Psychostimulantia

Waardoor krijg je geheugenproblemen bij dementia? En hoe wordt dit tegengegaan?

Heeft te maken met de onderbreking van de cholinerge neurotransmissie.

Cholineestereaseremmers (galantamine en rivastigmine) vormen met cholineesterease een complex, waardoor dit enzyme tijdelijk wordt geinactiveerd.

--> Gevolg: Choline vertraagd afgebroken + verbetering van cholinerge neurotransmissie.

Waardoor wordt neurodegeneratie nog meer veroorzaakt, naast verminderde cholinerge neurotransmissie? En wat werkt hiertegen?

Verhoogd gehalte aan glutamaat --> verhoogde calciuminstroom in de neuronen.

Memantine werkt hiertegen = Niet-competatieve NMDA-glutamaatreceptorantagonist.
Werkt selectief op NMDA-receptoren in de hersenen.
Memantine blokkeert de effecten van de verhoogde glutamaat concentraties.

  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Waarvoor wordt memantine gebruikt en wat zijn de bijwerkingen?

Voor matig-ernstige dementia van Alzheimertype.

Bijwerkingen: hallucinaties, verwardheid, hoofdpijn, duizeligheid en vermoeidheid.

Hoe is de werking van antipsychotica en welke medicijnen zijn er?

Ze remmen de dopaminerge neurotransmissie.

70% van de Dopamine-II receptoren wordt geblokkeerd.

Waar zorgt een verhoogde dopamine concentratie voor?

Dit zorgt voor wanen, hallucinaties, belonging, plezier, maar vooral voor motivationele betekenisgeving.

Wat is motivationele betekenisgeving?

Dit is de omzetting van neutral informatie in een attractieve of inversieve interne representative, waarna er importantie wordt toegekend aan hetgeen wat belangwekkend is.
Hierdoor gaat iemand doelgericht te werk om prettige ervaringen te krijgen of te behouden en onprettige ervaringen te beperken of te vermijden.

Welke mono-aminerge neurotransmitters zijn er?

Serotonine, Noradrenaline en Dopamine.

Deze worden door neuronen gemaakt. De neuronen nemen AZ op uit de bloedbaan, voor serotonine is dat tryptofaan en voor de andere twee tyrosine.

In het neuron worden deze AZ omgezet tot de mono-aminen.

Deze worden vervolgens weer uitgescheden en beinvloeden zo andere neuronen.

Hoe wordt de concentratie van de mono-aminen uitscheiding bepaald?

Dit gaat m.b.v. auto-regulatie.
Heropname die het mono-amine terugpompen

En presynaptisch receptoren die na binding met mono-aminen de uitstoot remmen.

Spelen allen monoaminen een rol bij stemmingsstoornissen?

Ja, allemaal en serotonine het meest.

Hoe worden antidepressiva ingedeeld?

- Noradrenerge werking --> werkt antidepressief + activerend

- Seretonerge werking --> antidepressief, anxiolytisch en anti-obsessief- compulsief. Daarnaast ook effect op impulsregulatie stoornissen ( suicidaliteit, automutilatie, ejaculatie praecox en boulimia nervosa)

Wat is de theorie achter een depressive?

Dat er een tekort aan een of meerdere monoaminerge neurotransmitters is.

Hoe was de indeling van de antidepressiva vroeger?

* Klassieke Tricyclische Antidepressiva (TCA's)
 
  Werking: remmen van de serotonine en Noradrenaline heropname, waardoor serotonerge en noradrenerge neurotransmissie toenam.

* Moderne Antidepressiva --> Geen tricyclische structuur.

   Werking: Men kwam erachter dat serotonerge potentiering het belangrijkst was, vandaar dat er Selectieve Serotonine Heropname Remmers kwamen= SSRI's vb. citalopram, fluoxetine, fluvoxamine, paroxetine en sertraline.

Nu ook SNRI's = Serotonine- Noradrenaline Heropname Remmers. Deze remmen de heropname van serotonine en Noradrenaline, maar zijn veel selectiever dan TCA's en hebben minder bijwerkingen.

Nu ook Noradrenaline Dopamine heropname remmers= propion

 

Wat zijn veelvoorkomende bijwerkingen van antidepressiva?

* Anticholinergische werking (Blokkade muscarinereceptoren)

   - Droge mond

   - Obstipatie

   - visusstoornissen, accomodatiestoornissen

   - mictiestoornissen

   - verslechtering van glaucoom

   - verwardheid

   - seksuele disfunctie

* Anti-histaminerge (Blokkade van histamine-1-receptoren)

   - sedatie, sufheid

   - hypotensie

   - gewichtstoename

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo