De biologie van de seksualiteit - De anatomie van genitaliën en bekkenbodem
17 belangrijke vragen over De biologie van de seksualiteit - De anatomie van genitaliën en bekkenbodem
Welke spier is vaak verantwoordelijk voor genitopelviene pijn en penetratiestoornissen?
Uit welke 2 grote bloedvatstructuren bestaat de penis?
2. Corpus spongiosum: zwellichaam dat de urethra omvat en bij vollopen met bloed zorgt voor een erectie.
Wat is de functie van de kliertjes van Cowper en de kliertjes van Littré?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat is de functie van het ductus deferens (zaadleider)?
Wanneer is er sprake van een micropenis en wat is de oorzaak?
Welke factoren vergroten de orgasmewaarschijnlijkheid van een vrouw?
Wat is het verschil tussen vaginale agenesie en MRKH-syndroom?
Wat wordt verstaan onder disorders of sexual development?
Wat is ovariële dysgenesie?
Waarin onderscheiden bloedvaten in de genitaliën zich van andere bloedvaten?
Hoe kan het bekkenbodem invloed hebben op seksueel functioneren?
- Bekkenbodem kan bewust worden aangespannen, dit kan ook leiden tot spierspanningen van de bekkenbodem.
- defecatieklachten (abnormale afscheiding)
- mictieklachten (plasklachten)
Wat is de functie van de m. Levator ani?
Welke problemen kunnen ontstaan bij de m. Levator ani?
- Atrofie door veroudering
- trauma door bevalling
- kan leiden tot bekkenbodemspanning
- wat weer kan leiden tot:
- bij vrouwen met genitopelviene pijn en/of penetratiestoornissen
- mannen met dyspareunie (pijn bij vrijen)
Hoe ontwikkelt het perenei centrum zich tijdens de zwangerschap
Waar speelt het perenei centrum een belangrijke rol bij en op welke wijze kan deze disfunctioneren beïnvloeden?
- Het centrum perenei speelt een belangrijke rol in de aanhechting, maar ook in de onderlinge afstemming van verschillende bekkenbodemspieren en bindweefselstructuren.
- Beschadiging kan dan ook aanleiding geven tot bekkenbodemproblemen en seksuele disfunctie.
Wat zijn twee belangrijke stoornissen in seksuele ontwikkeling (DSD) op geslachtschromosomaal niveau?
- Testiculaire dysgenesie | Klinefeltersyndroom; verstoring van de functie van de testes door een extra chromosoom (genotype 47-XXY) De testes blijven klein en maken niet of nauwelijks sperma aan. Verder zijn lage testosteronspiegels, subfertiliteit met ernstig afwijkene semenanalyse en verhoogde spiegels van de hypofysehormonen LH en FSH kenmerkend.
- Ovariële dysenesie | XO\XY of 45,XO (turnersyndroom)L Uitwendige genitaliën kunnen gedeeltelijk vermannelijkt zijn. Soms ook eierstokken die geen functioneel weefsel aanleggen waardoor menstruatie en borstvorming uitblijft. Meisje blijven meestal kleiner, ontwikkelen onvoldoende kalkhoudend bot en hebben meer kans op ontwikkelen van hart en vaat ziekten
Wat is aandoeningen bij 46, XY DSD?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden