Samenvatting: Leerdoelen
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Leerdoelen
-
1 Anesthesie
-
1.1 Farmacologie
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Hoe neemt men pijn waar?
Om pijn te kunnen ervaren is bewustzijn noodzakelijk. De nociceptieve prikkels bereiken op een bepaald moment de primaire sensorische cortex, waardoor pijn wordt ervaren en een fysiologische respons wordt opgewekt. Pijn leidt tot het vrijkomen van hormonen, zoals cortisol en catecholaminen, waardoor het katabolisme (weefselafbraak) gestimuleerd wordt. ook nemen de snelheid van de bloedsomloop en de ademhalingsfrequentie toe. Door overdracht van de prikkel op het limbische systeem ontstaan angst en emotie. -
Hoe kan pijn worden geremd?
Bij een pijnproces hebben prostaglandines verschillende werkingen. Zo worden onder andere de uiteinden van de sensibele zenuwen gevoeliger voor prikkels, waardoor pijn ontstaat.
Pijn kan worden geremd door toediening van pijnstillers die de synthese van prostaglandine remmen waardoor er minder pijn ontstaat. -
Hoe remt een anestheticum de prikkelgeleiding?
Lokaal anesthetica blokkeren het ontstaan van de actiepotentiaal en de geleiding ervan over de celmembraan. Dit doen zij door de spanningsafhankelijke toename van de natriumgeleidbaarheid over het membraan te remmen.
De meest gebruikte lokaal anesthetica werken door een combinatie van membraanexpansie en blokkade van het natriumkanaal aan de binnenzijde van een zenuwcel.
Het totale proces wat hiertoe leidt wordt geleidingsblokkade genoemd en bestaat uit een afname van de natriumgeleiding en een afname van de depolarisatiesnelheid. -
Welke stoffen worden toegevoegd aan de anesthesievloeistof?
Er kunnen verschillende verbindingen worden toegevoegd aan de oplossingen van lokaal anesthetica. De belangrijkste toevoegingen zijn vasoconstrictiva en conserveermiddelen.
Vasoconstrictiva verminderen de doorbloeding op de plaats van inspuiting, waardoor de verspreiding en resorptie van lokaal anestheticum worden tegengegaan. Hierdoor neemt zowel de intensiteit als de werkingsduur toe. Bovendien vertraagt vasoconstrictie de absorptie, waardoor de systemische toxiciteit afneemt. Ook zorgt vasoconstrictie ervoor dat de wond minder bloedt en er beter zicht is op de wond.
Een conserveermiddel dat aan het lokaal anestheticum wordt toegevoegd is bisulfiet. Dit is noodzakelijk om oxidatie te voorkomen van de eventueel aanwezige vasoconstrictor, meestal epinefrine. -
1.2 Ziekteleer
Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
Laat hier meer flashcards zien -
Waarom is het van belang om een medische anamnese uit te voeren bij toediening van lokale anesthesie?
Het is van belang om een medische anamnese af te nemen om te achterhalen of een patiënt een verhoogd risico heeft op bijwerkingen. Daarnaast kan er door middel van een anamnese worden achterhaald of de patiënt medicijnen gebruikt die interfereren met het lokaal-anestheticum.
Wanneer er uit de anamnese blijkt dat de patiënt een ziekte of aandoening heeft waarbij interactie met het toedienen van anesthetica kan voortkomen, is overleg met de behandelend arts verstandig en in sommige gevallen zelfs noodzakelijk. -
Wat is het verschil tussen een bijwerking en een allergische reactie?
Een bijwerking is een schadelijk en/of onbedoeld effect dat optreedt bij de toepassing van een geneesmiddel in een gebruikelijke dosering voor preventie, diagnose of behandeling van een ziekte of aandoening.
Bij een allergische reactie vindt er een afweerreactie plaats tegen niet-microbiële, in principe onschadelijke stoffen met nadelige gevolgen voor het individu. -
Welke bijwerkingen van van lokaal anesthetica komen relatief vaak voor bij de tandarts?
Bijwerkingen die relatief vaak voorkomen zijn flauwvallen en hyperventilatie. Deze bijwerkingen zijn vooral psychogeen. -
Welke contra-indicaties bestaan er voor het geven van lokaal anesthesie?
De absolute- en relatieve contra-indicaties staan vermeld in de volgende tabel -
Wat kunnen de systemische effecten van lokaal anesthesie en vasoconstrictiva zijn?
Intoxicatieverschijnselen door toegevoegde vasoconstrictoren komen zelden voor, en zullen alleen bij intravasculaire injectie complicaties veroorzaken. Een toename van de epinefrineconcentratie in het bloed kan een aanzienlijke stijging van de bloeddruk en hartfrequentie veroorzaken. Bij hogere bloedspiegels ontstaan gevoelens van angst en onrust. De patiënt voelt zich beverig, ziet bleek en gaat transpireren. Hartritmestoornissen behoren ook tot de mogelijkheden. -
Wat is een toxische reactie op lokaal anesthesie en hoe kan dit veroorzaakt worden?
Door accidentele intravasculaire injectie kan kortstondig een toxische concentratie anestheticum in het bloed ontstaan. Een verhoogde resorptiesnelheid zou ook tot onverwacht hoge bloedspiegels kunnen leiden
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden