Samenvatting: Leerdoelen Kind In Zorg 2

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Leerdoelen kind in zorg 2

• 1 Week 1 DM in het algemeen

  Dit is een preview. Er zijn 14 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is de oorzaak van DM?

  Een mogelijke oorzaak van DM1 is een fout in het afweersysteem. De afweercellen in het lichaam vernietgen de cellen die insuline maken. Als er nog maar weinig van die insuline producerende cellen zijn en het glucosegehalte van het bloed verhoogd is, spreek met van DM

• Bij overgewicht en ouderdom --> diabetes type 2

  Overgewicht: bij dikkere mensen zit er om de cel vet waardoor er meer insuline nodig is om de glucose de cel in te laten gaan. De pancreas maakt niet voldoende insuline aan om genoeg te geven voor de glucose in de cellen te laten gaan
  ouderdom:  De pancreas is verouderd waardoor er minder insuline aangemaakt wordt.

• Wat gebeurd er als je moet plassen bij een hyper?

  Bij een hyper wordt er water ontrokken uit de cellen omdat de glucose waarde heel hoog is. hierdoor neemt het circulerend vocht toe en moet dit uitgescheiden worden. Dus veel plassen. Tevens is er te weinig water in de cellen waardoor iemand veel dorst heef.

• Wat doet glycogeen en een glycogeen injectie?

  Glycogeen is de opslag van glucose. Door middel van glucagon injectie intramusculair wordt de opslag vanuit de lever en spieren weer in de bloedbaan gebracht. Hierdoor stijgt de bloedsuiker. Indien een kind kan slikken geef je oraal suikers, en anders intramusculair. Bij een diepe hypo wordt het kind door middel van een stress hormoon gewekt. kinderen moeten ook na een uur weer eten. Hiervoor moet eerst insuline gespoten worden en daarna moet er gegeten worden om de suikers en insuline aan te vullen voor de cellen.

• Complicaties/lange termijn gevolgen van therapie

  Complicaties doen zich zelden voor bij kinderen en jongeren. De therapie is vooral gericht op het voorkomen van complicaties op latere leeftijd zoals vaatproblematiek.

• Waarop is word er gescreend bij DM met betrekking op gevolgen van DM therapie

  Bij drie maanden standaard op: : lengte en gewicht, bloeddruk en HbALC (geglycolyseerde hemoglobine dat zich aan glucose hecht). Aangezien de levensduur van hemoglobine acht tot twaalf weken is, zegt dit iets over de glucosewaarden van afgelopen periode. Het is een hulpmiddel om de regulatie te beoordelen. Het wil niet zeggen dat als het HbALC gehalte goed is de bloedsuiker ook goed is. volgends de richtlijnen van de ISPAD wordt er gestreefd naar HB1LC lager dan 58 (7,5%)
  Verder wordt er jaarlijks gescreend op: vetstatus, schildklierproblemen, coeliakie, microalbuminurie, retinopathie en vit D.

• Wat zijn de vier oorzaken van Lipodystrofie

  • onvoldoende of niet rouleren van injectieplaats
  • overmatig hergebruik van injectienaalden
  •  wondjes die ontstaan bij hergebruik van injectie-naalden kunnen onderhuids groeifactoren losmaken wat lipodystrofie bevorderd.
  • de insuline zelf. Insuline is een groeifactor die het ontstaan van lipdystrofie kan bevorderen. Het kan lelijke verwondingen geven op de huid van het kind wat het zelfvertrouwen kan beschadigen. Verder is de opname ook verminderd van insuline bij lipdoystrofie waardoor er sneller kans is op verstoorde bloedsuikers   

• De student kan benoemen welke begeleiding kinderen/jongeren met Diabetes mellitus nodig hebben. 3 interventies

  1.  NaCl infuus aanhangen en er wordt direct gestart met een werkende insuline iv. Hierna wordt er gestart met subcutaan insuline toedienen i.p.v. intraveneus. 
  2. dag en nacht curve bijhouden (iedere 3 uur vindt er een bloedglucose controle plaats) 
  3. eerste dagen atentie op de electrolyten   

• De student kan benoemen welke  behandeling kinderen/jongeren met Diabetes mellitus nodig hebben. 4 noemen

  1.  het wordt altjd behandeld met insuline subcutaan. Hierbij is de juiste wijze van injecteren van groot belang voor een goede glucose controle.
  2. - de behandeling is er op gericht te streven naar een glucosewaarde tussen 4.0 en 8.0 mmol/L.
  3. - insuline wordt het snelste opgenomen in de buik. Daarna komt bovenbeen en billen.
  4. - De insuline wordt het beste opgenomen op de plaats waar veel vet is. Bij kinderen is dat dus niet in de buik maar in het bovenbeen of in de bil.   

• Waaruit bestaat het DM behandelteam en hoe vaak dient een kind hier naar toe te gaan per maand?

  • - de kinderarts
  • - kinderdiabetesverpleegkundige
  • - diëtist
  • - kinderpsycholoog
  • - medisch maatschappelijk werker   

  driemaandelijks