Samenvatting: Leerdoelen Personal Training Opleiding

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Leerdoelen Personal Training opleiding

• 1 leerdoelen

• 1.1.8 macronutrienten

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.8
  Laat hier meer flashcards zien

• Door de koolstofelementen en hun afbraakpaden van de macronutriënten kunnen:

  -kunnen alle macronutriënten omgezet worden naar vet
  -kan het menselijk lichaam glucose synthetiseren (verbranden), zelf zonder dat er koolhydraten in het dieet zitten
  -kan het menselijk lichaam alle 3 de macronutriënten (koolhydraten, vet en eiwit) voor energieproductie gebruiken door koolstofketens af te breken en deze te oxideren naar CO2

• 2 Energie (week 2 en 3)

• 2.1 verschillende onderdelen van energieverbruik en aspecten die invloed hebben

• Leg uit wat de verschillende onderdelen van energieverbruik zijn en welke aspecten dit beïnvloeden

  
  Energieverbruik bestaat uit basaal metabolisme (BMR), 
  thermisch effect van voedsel (TEF) 
  het niveau van fysieke activiteit (PAL), 
  inclusief zowel oefening als niet-oefening geïnduceerde thermogenese (NEAT, (Non-Exercise Activity Thermogenesis)). 
  Factoren die het energieverbruik beïnvloeden zijn leeftijd, geslacht, gewicht, lengte, lichaamssamenstelling en niveau van fysieke activiteit.

• 2.2 verschillende vetpercentage meetmethodes schatten

• Schat de nauwkeurigheid van verschillende methoden voor het meten van het percentage lichaamsvet.

  Methoden om het percentage lichaamsvet te schatten variëren in nauwkeurigheid, waaronder 
  BMI, 
  visuele schatting, 
  huidplooimeter, 
  bio-elektrische impedantieanalyse (BIA), 
  dual-energy X-ray absorptiometrie (DXA) en 
  onderwaterweging. 
  Huidplooimetingen en DXA-scans behoren tot de nauwkeurigere methoden, terwijl BMI en visuele schattingen ruwere schattingen bieden.

• 2.3 beoordeling cutten, bulken of onderhouden

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.3
  Laat hier meer flashcards zien

• Beoordelen of een persoon moet cutten, bulken of onderhouden, op basis van hun omstandigheden

  De beslissing om af te vallen, aan te komen of op hetzelfde niveau te blijven hangt af van de lichaamssamenstelling, trainingsstatus en doelen van het individu. Factoren zijn onder meer het huidige vetpercentage, spiermassa, niveaus van fysieke activiteit en eetgewoonten. Over het algemeen suggereert een hoger lichaamsvetpercentage een afvalfase, terwijl een lager vetpercentage met de wens om spiermassa te winnen wijst op aankomen. Onderhouden kan geschikt zijn bij de overgang tussen fasen of wanneer het individu een gewenste lichaamssamenstelling heeft bereikt.

• 2.4 dagelijkse & wekelijkse energie-innames aanbevelen

• Aanbevelingen voor dagelijkse en wekelijkse energie-inname op basis van iemands gegevens.

  Aanbevelingen voor energie-inname zijn gebaseerd op het berekenen van de basale metabolische snelheid (BMR) en aanpassingen voor het niveau van fysieke activiteit (PAL) en het thermisch effect van voedsel (TEF). 
  Deze berekening geeft een schatting van de dagelijkse energie-uitgaven, die vervolgens kan worden aangepast op basis van doelen (afvallen, aankomen of onderhouden) door een energietekort of -overschot te creëren.

• 2.5 energie-inname aanpassen obv gegevens van lichaamssamenstelling

• Pas iemands energie-inname aan op basis van hun lichaamssamenstellingsgegevens.

  Aanpassingen aan de energie-inname moeten rekening houden met veranderingen in lichaamssamenstelling, met als doel het verminderen van lichaamsvet terwijl zoveel mogelijk spiermassa behouden blijft tijdens het afvallen of het verhogen van spiermassa met minimale vetwinst tijdens het aankomen.
  Dit houdt in het fijn afstemmen van de calorie-inname en macronutriëntverdeling op basis van voortdurende beoordelingen van veranderingen in lichaamssamenstelling.

• 2.6 energie, calorieën, thermodynamica, energiebalansprincipe

• Leg uit wat energie, calorieën, thermodynamica en het principe van energiebalans betekenen.

  Energie is een theoretische entiteit die we gebruiken om natuurlijke fenomenen te verklaren, inclusief beweging en chemische reacties. 
  Calorieën zijn een maat voor energie, specifiek de hoeveelheid die nodig is om de temperatuur van 1 gram water met 1 graad Celsius te verhogen. 
  De eerste wet van de thermodynamica, gerelateerd aan energiebehoud, ligt ten grondslag aan het principe van energiebalans, dat stelt dat veranderingen in lichaamsmassa optreden wanneer er een onbalans is tussen energie-inname uit voedsel en energieverbruik door metabolisme en fysieke activiteit.

• 2.7 verschil verlies van vetweefsel & vetoxidatie

• Leg het verschil uit tussen het verlies van vetweefsel en vetoxidatie.

  Het verlies van vetweefsel verwijst naar de vermindering van lichaamsvetreserves over tijd, voornamelijk door aanhoudende energietekorten. 
  Vetoxidatie is het metabole proces van het afbreken van vetmoleculen voor energie. 
  Hoewel vetoxidatie een onderdeel is van het verliezen van vetweefsel, hangt het algehele verlies van vetmassa ook af van het handhaven van een negatieve energiebalans over tijd, niet alleen van de onmiddellijke metabole paden die op elk moment actief zijn.

• 2.8 totaal energie-inname van voedingslabels of maaltijdschema's berekenen

• Bereken de totale energie-inname van voedingslabels of maaltijdplannen.

  De totale energie-inname van een maaltijdplan kan worden berekend door de energie-inhoud van alle geconsumeerde voedingsmiddelen en dranken op te tellen, gebruikmakend van de informatie die op voedingslabels wordt verstrekt. Dit omvat meestal het vermenigvuldigen van de hoeveelheid van elk macronutriënt (koolhydraten, eiwitten, vetten) met hun 
  
  
  respectievelijke calorische waarden (4 kcal/g voor koolhydraten en eiwitten, 9 kcal/g voor vetten).

• 2.9 energiebalans vd persoon terugrekenen obv 2 verschillende lichaamsmetingen

• Op basis van 2 verschillende lichaamsmetingen de energiebalans van een persoon terugrekenen:

  Je kunt de energiebalans van een persoon berekenen door eerst de Vetvrije Massa (VVM) te bepalen met behulp van het lichaamsgewicht (BW) en het vetpercentage (BF%), en vervolgens het Basaal Rustmetabolisme (BMR) te berekenen met de Katch McArdle formule. 
  Dit combineer je met een schatting van het dagelijkse fysieke activiteitenniveau (PAL-waarde) en het Thermisch Effect van Voeding (TEF) om het Energieverbruik in Rust (REE) te bepalen.
   Voor de exacte stappen en formules, zie de rekenvoorbeelden in het document​​.