Samenvatting: Leereenheid 3

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
LET OP!!! Er zijn slechts 65 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Leereenheid 3

  • Zuur-base evenwicht

    Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 01/11/2020
    Laat hier meer flashcards zien

  • Waarom is t zuur of basisch zo erg?

    - Veel enzymen/processen in het lichaam worden beïnvloed door pH  en verlopen anders bij een hoge of een lage pH
    - Lang asymptomatisch, vage klachten; moe, matige eetlust/groei indien ernstig hypotensie
    - pH is de prikkel om te ademen
  • Noem een voorbeeld van functioneren van de cel onder invloed van de pH en waarom

    - Ijzeropname en binding
    - allerlei processen zijn afhankelijk van de zuurgraad
  • Voorbeelden van zuren, wat gebeurd er met teveel zuur? 

    Voorbeelden
    - melkzuur (verbranding)
    - Aminozuur (voedsel, eiwitten)
    - koolzuur, maagzuur -> hypoventilatie
    - Beta-hydroxyboeterzuur --> diabetes 
    teveel zuur = lage pH = acidose
  • De onderdelen en de normaal waarde van de bloedgas benoemen

    - pH: 7.35-7.45
    - pCO2 (koolzuur) 35-35 of 4,6-5.9 kPa
    - bic (bicarbonaat) 22-26
    - base excess (buffer bic) -3-+3 (hand in had met bic.)
    - pO2 (zuurstof) 80-100 of 10.4-13.3 kPa (bij capilair: niet na gekeken)
    - sat (zuurstofsaturatie) 92-100%
  • Wat is het verschil tussen arteriële en veneuze bloedgas?

    Arterieel, slagader: zuurstofrijk bloed --> pO2 en sat hoger
    Veneus, ader: zuurstof arm bloed meestal venapunctie
    capillair: haarvaten, wordt vaak geen bloedgas afgenomen 
    bloedgas navelstreng: 
    - arterieel juist zuurstofarm bloed 
    - veneus zuurstofrijk bloed
  • Wat heeft H+ en natriumbicarbonaat voor functie?

    -H+ is de pH moet in evenwicht blijven
    -Bij daling of stijging pH komt de bicarbonaat buffersysteem in actie. Buffer = oplossing van een zwak zuur en diens zout. 
    - als sterk zuur is toegevoegd reageert de natriumbicarbonaat waarbij koolzuur en keukenzout wordt gevormd 
    - sterk zuur = dat volledig in ionen uiteenvalt, dissocieert (zoutzuur)
    - zwak zuur = ten dele dissocieert (azijnzuur)
  • Elektrolyten

    Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 01/11/2020
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat is belangrijk bij Elektrolyten als het gaat om natrium?

    Natrium trekt water aan 
    stoornis in het natriumbalans is een stoornis in het waterbalans 
    Stoornis in het waterbalans altijd langzaam corrigeren!
  • Welke observaties zijn er nodig bij een kind die verdacht wordt van een dehydratie?

    Versnelde AH en pols, bloeddruk
    Capillaire refill
    huidturgor
    ogen - tranen
    sloom kind
    droge plasluiers
    ingevallen fontanel
    Gewicht!!
  • Wat is de betekenis van hypertoom, isotoom en hypotoom en deze 3 soorten dehydratie uitleggen

    Hypertoom: te veel natrium: > 150 mmol/l
    - verlies water zonder verlies aan zout
    - bijv. Bij koorts en dorstlijden in hitteperiodes

    Isotoom:       = gelijk (135-145 mmol/l)
    - evenredig verlies aan water en zout 
    - bijv. diarree en braken

    Hypotoom:  te weinig natrium < 130 mmol/l  
    - te weinig zout in verhouding met het water, zoutverlies is groter dan het waterverlies
    - bijv. Diuretica-gebruik
  • Wat is het verband met osmose en hyper-hypotoom?

    - De celmembraan laat water, 02 en co2 door maar andere stoffen niet zoals suiker, zout en eiwitten. --> semipermeabel
    -  Osmose is dat het water zich zal gaan verdelen om de concentratie gelijk te krijgen.  
    - Isotoom NaCL is gelijke concentratie in het lichaam dus de concentratie blijft gelijk 

    - Hypertoom, wanneer we een hogere concentratie geven dan het lichaam gaan de cellen krimpen wat die gaan naar de hogere concentratie in het bloed bijvoorbeeld

    - Hypotoom, wanneer we een lage concentratie geven, gaat het water naar de cellen omdat dit dan de hogere concentratie is waardoor de cellen gaan opzwellen.
LET OP!!! Er zijn slechts 65 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart