Artikel ''Herontdekken v.d leerkracht'' Miedema
23 belangrijke vragen over Artikel ''Herontdekken v.d leerkracht'' Miedema
Wat zijn punten die leerkrachten volgens Miedema moeten bezitten? Noem er 3
- Leraren moeten werken met inzicht
- Begrip hebben waar het onderwijs
Wat is de goed onderwijs? Benoem 1 functie en 1 ander kenmerk:
- Samenleving is opgebouwd uit sociaal-culturele praktijken
Noem twee argumenten VOOR de ALPO (universitaire pabo)
- Kan status van het beroep en betaling voor het werk ten goede komen
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Op welke manier kan goed onderwijs (samenleving die opgebouwd is uit sociaal culturele praktijken en dat kind voorbereid aan deelname samenleving) bereikt worden? Noem 2 soorten benaderingen
- Doelgerichte benadering
Waarom is het werk van leerkrachten complex volgens het artikel van Miedema? Noem minimaal 3 punten en maximaal 6
- Ouders die hoge eisen stellen
- Ouders die eerder neervoeden dan opvoeden
- Eisen vanuit de overheid
- Overvol curriculum
- Grote diversiteit in termen van verschillen niveau, leerstijl, intelligentie, levensbeschouwing of godsdienst, culturele status of SES
Noem 2 punten van kritiek op de economische benadering:
-Geen richtlijnen voor dagelijkse onderwijspraktijk: soort voorwaarden op macroniveau, maar geen handvatten voor onderwijsprofessionals op microniveau.
-Weinig aandacht voor niveau van het kind: welke doelen worden nagestreefd?
Leg uit wat de doelgerichte benadering inhoudt, een benadering waarmee je goed onderwijs kan bereiken. Noem 4 punten
-Focus op vooraf opgestelde doelen
-Toets scores als criteria goed onderwijs
-(Voorbereiding) op basisvaardigheden
Bij onderwijs aan jonge kinderen heb je twee verschillende benaderingen: 1 hiervan is spelend leren. Leg uit wat dit betekent en noem 2 kenmerken:
2 kenmerken:
- Beperkt als het gaat om dieper begrip
- Nadruk op maatschappelijke betekenis (niet spel, maar leren tellen staat centraal)
Wat houdt de Cultuur-historische activiteitstheorie (Lev Vygotsky, 1896-1934) in? Noem 4 punten:
-Samenleving is opgebouwd uit sociaal-culturele praktijken (zoals communicatie)
-Ontwikkeling binnen een sociale context: als sociaal proces
-Ontwikkeling = beter deelnemen aan sociaal-culturele praktijken
Van Oers heeft een andere benadering dan de verschoolsing. Hij zegt allereerst dat we moeten kijken naar twee partijen: de samenleving aan de ene kant en het kind aan de andere kant, beide zijn van belang. Dus scholen moeten voorbereiden op de samenleving, maar kinderen hebben zelfook een stem. Het gaat dus om multiperspectiviteit en polyloog. Wat houdt dit in?
Polyloog: gesprek tussen meerdere indirect betrokken partijen
Bij het spreken van goed onderwijs en hierbij het belang van het kind heb je 3 punten die belangrijk zijn, waaronder de leidende activiteit. Leg uit wat dit inhoudt en welke vorm van leidende activiteit er is in welke leeftijdscategorie
- Bij jonge kinderen: de spelactiviteit. Tussen 0-3 is het manipulerend spel en tussen 4-8 jaar rollenspel.
Bij het spreken van goed onderwijs en hierbij het belang van het kind heb je 3 punten die belangrijk zijn, waaronder ZNO. Leg uit wat dit inhoudt en wat voor soort spel er plaatsvindt bij ZNO
- Rollenspel
Bij het spreken van goed onderwijs en hierbij het belang van het kind heb je 3 punten die belangrijk zijn, waaronder welzijn en betrokkenheid. Leg uit wat dit inhoudt en noem een ander kenmerk:
- Spel start vanuit interesse van het kind
Bij het spreken van goed onderwijs heb je naast het belang van het kind ook het belang van de samenleving. Noem 3 punten:
- Kennissen vaardigheden
- Houdingen voor kritische deelname
Van Oers heeft voortbouwend op het werk van Vygotsky (op basis van de cultuurhistorische activiteitstheorie) een speltheorie ontwikkeld.
Deze speltheorie is de basis voor ontwikkelingsgericht onderwijs (OgO). Ontwikkelingsgericht onderwijs is de praktische uitwerking van de cultuurhistorische activiteitstheorie. Noem de 3 kenmerken van deze speltheorie:
- Vrijheidsgraden
- Betrokkenheid
Binnen spel heb je drie kenmerken, waarvan er eentje ''regels'' is. Noem de 4 regels en de 2 niveau's die hierbij horen"
- Sociale regels = hoe gaan we met elkaar om? En het delen van speelgoed.
- Technische regels = hoe gebruik je de materialen? Bijvoorbeeld een schaar.
- Conceptuele regels = wat verstaan we bijvoorbeeld onder dieren?
- Strategische regels = regels die te maken hebben met het spelverloop.Hierbij twee niveaus:
1.Het niveau van activiteit.
2.Het niveau van handelen
Binnen spel heb je drie kenmerken, waarvan er eentje ''vrijheidsgraden'' is. Noem 3 kenmerken:
-Spanning tussen regels en vrijheidsgraden (en aanleiding voor conflict): hoe meer regels, hoe minder vrijheid
-Leerkracht speelt rol in verhouding regels – vrijheidsgraden
Binnen spel heb je drie kenmerken, waarvan er eentje ''betrokkenheid'' is. Noem 3 kenmerken:
- Vanuit eigen interesse en belangstelling = het gaat om meedoen vanuit eigen interesse en belangstelling. Betrokkenheid wordt gemaximaliseerd als externe dwang wordt gemini- maliseerd.
- Kinderen willen meedoen aan sociaal-culturele praktijken = de gedachte is dat kinderen van nature mee willen doen aan sociaal-culturele praktijken.
- Kinderen hebben de neiging anderen te imiteren = dus van nature willen kinderen imiteren. Van daaruit ontstaat dus een betrokkenheid. En binnen dat spel wordt die betrokkenheid vaak nog groter en worden kinderen meegenomen in een activiteit of in het verhaal dat wordt gespeeld.
Wat is de definitie van spel in het onderwijs?
Hoe leren kinderen binnen spel? Benoem 2 dingen waartoe spel kan bijdragen:
- Duurzame verandering = het gaat erom dat er een verandering plaats vind in het handelen van kinderen. Door handelen en gedrag te veranderen, dat wil zeggen verbeteren, zijn kinderen beter in staat om deel te nemen aan sociaal-culturele praktijken.
- Beter leren deelnemen aan sociaal-culturele praktijken = uiteindelijk het doel van onderwijs volgens van Oers.
Hoe verloopt de ontwikkeling van spel? Noem 2 kenmerken:
-Regels worden meer expliciet, complex en flexibel
Wat vraagt spel van leerkrachten? Noem 4 punten:
-Leerkracht ziet ontwikkeling als verandering in handelen van kind
-Leerkracht toetst niet, maar schrijft een ontwikkelingsverhaal op basis van dagelijkse observaties leerkracht (bijvoorbeeld portfolio’s).
-Observeren
Wat is spel volgens Burghardt? Noem 5 punten:
2.Spel is spontaan, plezierig en vrijwillig
3.Spel is anders dan meer serieus gedrag
4.Spel heeft vaak een herhalend element
5.Spel start niet vanuit stressvolle situatie
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden