Samenvatting: Leerlingencursus Anatomie
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Leerlingencursus Anatomie
-
1 Inleiding
-
1.2.3 Diepteas = sagittale as = z-as
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2.3
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is de andere benaming voor diepteas?
Z-as, sagittele as -
1.3 Lichaamsvlakken
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3
Laat hier meer flashcards zien -
Hoeveel lichaamsvlakken gebruiken we in anatomie?
We maken gebruik van 3 lichaamsvlakken die loodrecht op elkaar staan. -
1.3.1 Frontaal vlak
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3.1
Laat hier meer flashcards zien -
Hoe wordt de as van het frontaal vlak gevormd?
De as wordt gevormd door de longitudinale (lengte-as) en de transversale as (breedte-as). -
Hoe gebeuren de bewegingen in het frontaal vlak?
Bewegingen in het frontale vlak gebeuren ronde de diepte-as of de sagittale as. Synoniem: ventraal vlak -
1.3.2 Transvervaal vlak
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3.2
Laat hier meer flashcards zien -
Hoe gebeuren de bewegingen in het transversaal vlak?
Bewegingen in het transversaal vlak gebeuren rond de lengteas of longitudinale as -
1.3.3 Sagittaal vlak
Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3.3
Laat hier meer flashcards zien -
Hoe wordt het vlak in het sagittaal vlak gevormd?
Het vlak wordt gevormd door de longitudinale (lengte-as) en de sagittale as (diepte-as). -
We kunnen een persoon vanuit verschillende zichten bekijken. Wanner we kijken naar 1 vlak zien we een beeld van die persoon.Kijken we naar een lichaam in het frontale vlak, wat zie je dan?
Dan zien we een frontaal beeld
= ventraal beeld van die persoon
= vooraanzicht -
1.4 Plaatsbepalende uitdrukkingen
Dit is een preview. Er zijn 20 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.4
Laat hier meer flashcards zien -
De plaatsbepalende termen die we nodig hebben om beenderen juist te kunnen bestuderen:Leg uit: mediaal?
= naar demiddellijn van het lichaam toe -
2 Het skelet en beenderen
-
2.1 Eigenschappen en functies van het skelet
-
Om zijn taak (het skelet) te kunnen vervullen moeten de beenderen van het skelet 3 specifieke eigenschappen hebben?
- stevigheid
- elasticiteit
- licht gewicht -
Het skelet heeft verschillende functies en maakt dus verschillende zaken mogelijk, welke?
- het biedtbescherming voor deorganen
- het geeft structuur en vorm aan het lichaam
- het zorgt voor deaanmaak vanbloedcellen
- het dient voor deoorsprong enaanhechting van spieren engewrichtsbanden , waardoor hetskelet , samen met de spieren en hetzenuwstelsel beweging mogelijk maakt
- het is een opslagplaats van mineralen en vet
- ondersteuning van weke delen van het lichaam
- de gehoorbeentjes dragen geluid over, dus het skelet maakt horen mogelijk
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden