Samenvatting: Leerprocessen
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Leerprocessen
-
H4 + 5 Inleiding psychologie
Dit is een preview. Er zijn 37 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 14/02/2018
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is de basis voor ale hersenactiviteit
Netwerk van neuronen
Leren: gevolg van veranderingen in de organisatie van het brein: Kennis wordt niet opgenomen in de neuronen zelf, maar wordt gerepresenteerd door de verbindingen tussen de neuronen. -
3 ESSENTIËLE FUNCTIES GEHEUGENPROCESSEN
Coderen:
opname en verwerking van informatie (Encoding, elaboration)
Semantisch, episodisch, procedureel
Opslaan:
associatie met eerder opgeslagen informatie, opslag in LTG (Storage)
Terughalen:
opdiepen van informatie uit het LTG (Retrieval)
a) Herinnering (recall = actief)
b) Herkenning (recognition = passief) -
OPSLAG VANUIT WERKGEHEUGEN NAAR LTG
hoe dieper een prikkel verwerkt wordt, des te beter onthouden.
diepere verwerking = diverse en meer verbindingen maken met lange termijnherinneringen.
denk ook aan de emotionele facilitatoren -
Welke 2 soorten cellen kent het centraal zenuwstelsel (CZS)
- Neuronen
Basiseenheid vh zenuwstel
Ontvangen, verwerken en doorsturen van informatie- Gliacellen
-
Het langetermijngeheugen heeft meerdere ‘afdelingen’. Deze zijn:
- Procedureel
het weten hoe. Hieronder vallen: motorische vaardigheden en klassieke & operante conditionering.
- Semantisch
Feiten, taal, algemene kennis.
- Episodisch
gebeurtenissen en ervaringen.
(Deze twee vallen onder ‘declaratief’ geheugen, dus het ophalen van informatie). -
Het aantal neuronen dat we hebben bepaalt hoe slim we zijn. waar of niet waar?
niet waar
Gedrag hangt af van de communicatie tussen neuronen -
H1 Mythes
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 21/02/2018
Laat hier meer flashcards zien -
Mythe: Iedereen heeft een dominante linker- of rechterhersenhelft.
Niet waar Hersenhelften tonen verhoogde activiteit gebaseerd op een reactie in de wereld. Maar hersendelen zijn flexibel en werken samen. Niemand heeft één ‘dominante’ helft. -
Mythe: Het geheugen is een soort opslagruimte in het brein.
Niet waar Geheugen zit grotendeels verspreid over het gehele brein. Geheugen is een proces (geen opslag) waarbij neuronen een patroon tonen. Hoe sneller dit proces, hoe ‘beter’ dit geheugen. -
Mythe: Een fotografisch geheugen bestaat.
Waarheid: Het is niet mogelijk dat je zeer complexe informatie in één oogopslag foutloos kan onthouden. Wel hebben sommige mensen een buitengewoon goed geheugen. -
H3 Structurerende breinprincipes
Dit is een preview. Er zijn 10 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 07/03/2018
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is een vereiste om nieuwe info op te nemen?
Aandacht
Bij te veel of te weinig aandacht voor iets, wordt informatie niet langdurig opgenomen. Er moet voldoende aandacht zijn, waar meer wel beter is maar met een bovengrens.
& Concentratie is ook een vereiste.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden