Samenvatting: Leertheorieën

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Leertheorieën

• 1 Leertheorieën

• 1.2 Leertheorieën

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Welke drie leertheorieën zijn er die verklaren wanneer er iets geleerd wordt?

  Behaviorisme, Sociaal Cognitivisme en Sociaal constructivisme

• 1.2.1 Behaviorisme

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2.1
  Laat hier meer flashcards zien

• In het onderwijs werken ze ook met belonen en straffen. Kun je een voorbeeld noemen?

  Prijzen bij een goed antwoord. De klas uitsturen als iemand niet luistert.

• 1.2.1.1 Aandachtspunten voor ontwerpen

• Waar moet je bij het behaviorisme op letten als je bij het ontwerpen van een les een leerdoel formuleert?

  Het leerdoel moet toetsbaar zijn en zichtbaar.

• Als je een les ontwerpt vanuit het behaviorisme, was is dan een belangrijk onderdeel?

  Herhaling. Door de oefening veel te herhalen beklijft de stof.

• Bij behaviourisme hoort straffen en belonen. Welke hoort er nog meer bij?

  Geef de leeringen feedback.

• 1.2.2 Sociaal cognitivisme

  Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is het bezwaar van het cognitivisme tegen het behaviourisme?

  Het cognivisme vindt dat het behaviorisme teveel is gebaseerd op gedrag dat je kunt zien. Het richt zich te weinig op wat je niet ziet: de mentale processen.

• Wat is de hoofdgedachte van het cognitivisme?

  In de hersens gebeurt van alles. Het cognitivisme heeft aandacht voor al die processen.

• Welk stroomschema kun je verzinnen die de informatieverweking van de hersenen weergeeft tot het opslaan in het langetermijngeheugen?

  Het sensorisch geheugen filtert de informatie en geeft het door aan het werkgeheugen. Daar vindt weer een selectie plaats waarna het wordt verankerd in het langetermijngeheugen.

• Wat gebeurt er in de hersens als je informatie haalt uit het langetermijngeheugen?

  Je activeert de kennis die in je langetermijngeheugen zit. Aan die kennis kun je iets toevoegen, assimilatie of veranderen, adaptie.

• Wanneer verloopt het opslaan van nieuwe kennis in het langetermijngeheugen het beste?

  Als het aansluit bij reeds bestaande kennis: de voorkennis.