Studiegids overige leervragen
13 belangrijke vragen over Studiegids overige leervragen
W1.2 Wat is het verschil in tijdsduur van de meiose tussen mannen en vrouwen?
W1.3 Hoeveel zaadcellen zijn na één volledige meiotische deling gevormd? En hoeveel eicellen?
W1.4 Waardoor is het totale aantal meiotische delingen die tijdens het leven plaats vinden bij de man en vrouw verschillend?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
W1.5 Leg uit wat er gebeurt tijdens nondisjunctie en beschrijf tenminste twee situaties/ziektebeelden waarbij er sprake is van nondisjunctie.
W1.6 Beschrijf de verschillende fasen van de bevruchting van een eicel met aandacht voor de volgende begrippen:
- capacitatie
- corona radiata
- zona pellucida
- acrosoomreactie fusie eicel en zaadcel
- corticale- en zona reactie
- voorkern formatie
- syngamie.
W1.7 Beschrijf de volgende differentiatiestappen tijdens de vroege embryonale ontwikkeling, dwz van zygote tot en met een 2-lagige kiemschijf, met aandacht voor de volgende begrippen:
- klievingsdelingen
- morula
- blastocyste
- nidatie
- trofoblast
- cytotrofoblast
- synctiotrofoblast
- embryoblast
- epiblast
- hypoblast
- amnionholte
- dooierzak
W1.8 Beschrijf de cyclische veranderingen die zich onder normale omstandigheden in het ovarium voordoen (follikelrijping, ovulatie, vorming van het corpus luteum) en de in samenhang daarmee optredende cyclische veranderingen in het endometrium (proliferatiefase en secretiefase) en van de cervix.
W1.9 Noem de belangrijkste endocrien actieve stoffen van de hypothalama - hypofysaire - gonadale - as, en beschrijf hun functie.
W1.10 Hoe vindt de selectie van de dominante follikel plaats uit een groeiende cohort van follikels tijdens het proces van follikelrijping in de folliculaire fase van de menstruele cyclus?
W1.11 Wat verstaat men onder het twee cellen-, twee gonadotrofinen-concept?
W1.12 Beschrijf de betekenis van het proces van follikel atresie en geef aan:
a. welke follikels dit lot ondergaan
b. waardoor dit proces wordt geïnduceerd
W1.13 Geef de WHO classificatie van amenorroe. Geef een schatting van de frequentie van het voorkomen per categorie.
W1.14 Beschrijf de achterliggende pathofysiologie van de verschillende categorieën van amenorroe (zoals benoemd in de voorgaande vraag).
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden