Cognitivisme, constructivisme en instructie

37 belangrijke vragen over Cognitivisme, constructivisme en instructie

Hoe komt het dat het cognitivisme vanaf de jaren '60 meer tot uiting is gekomen?


Meer interesse voorprocessen die zich in hetbreinafspelentijdenshetleren: informatieverwerkingsmodellen.

Cognitivisten spraken over de 'black box'. Wat werd hiermee bedoeld?

De werking ‘van het brein’, de mentale processen die van invloed zijn op het leren.

Wat is de term voor het opslaan en coderen van kennis?

Retrieval.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Leg uit wat een 'advance organizer' inhoudt.

Je koppelt nieuwe informatie aan kennis wat je weet. Hierdoor rijg je verschillende wegen naar de juiste informatie. Als je het niet meer weet is het op deze manier makkelijker om informatie uit je geheugen te halen.

Wat houdt 'encoding' in? Welke voorwaarde wordt hier aan gesteld?

Het relateren van nieuwe kennis aan bepaalde kennisstructuren.
Het is hierbij wel belangrijk dat je bepaalde voorkennis moet hebben.

Leg de begrippen a meaningful learning set - relevant prior knowledge  en awareness that the knowledge is relevant- uit:

A meaningful learning set: Je weet wat vliegeren is.
Relevant prior knowledge: Je koppelt het aan bestaande kennis; je kunt het op het strand doen en maakt het van papier.
Awareness that the Knowledge is Relevant: aha, nu snap ik hoe de zinnen samen hangen.

Noem twee kenmerken van voorkennis


  1. Voorkennis kan ook tot uitdrukking komen in misvattingen en misconcepties.
  2. Voorkennis is dominant ten opzichte van nieuwe kennis: conceptuele verandering is niet eenvoudig

Wat werd er door Vasnidou onderzocht?

Hij onderzocht de concepten die kinderen over aarde hebben. Hoe kun je kinderen nu het beste stof over brengen, zodat er geen misconcepten ontstaan?

Dit werd onderzocht door interviews met kinderen af te nemen en ze hierbij vragen te stellen over astronomie.

Wat is een valkuil bij mensen? Probeer dit aan te tonen door het voorbeeld 'Hier staen drie fauten'.

Mensen zijn geneigd om binnen bepaalde kaders te denken. In het zinnetje hierboven ben je geneigd om op zoek te gaan naar drie fouten, terwijl er maar twee fouten in staan.

Waarvan is de retrieval (ophalen van kennis) afhankelijk?

  • cues die je krijgt
  • herkenning
  • context (waar in het geleerd is)

Hoe kan het zijn dat je dingen vergeet?

- Je hebt het simpelweg niet opgeslagen.
- Er kan geen retrieval plaatsvinden.

Welke drie namen waren in de jaren '60 bezig met het cognitivisme?

  1. Ausubel
  2. Bruner
  3. Vygotski

Benoem het proces waar Ausubel zich mee bezig hield.


Proces van meaningfullearning
1.Derivativesubsumption= nieuwe kennis toevoegen aan bestaande kennisstructuur.
2.Correlativesubsumption = bestaande concepten/schema's/kennisstructuren worden iets veranderd.
3.Superordinate of Combinatoriallearning = Je hebt een aantal losse kennisonderdelen en die vormen samen een nieuwe kennisstructuur.

Welke drie stadia van leren onderscheid Bruner?


  1. Enactive (action) vb. vingers gebruiken bij tellen
  2. Iconic (image) vb. breuken: taart delen
  3. Symbolic (formeel symboolsysteem) vb. formules, taal, getallen


Eerst is het heel motorisch, daarna worden er representaties gebruikt, vervolgens is het geautomatiseerd en dus abstract geworden.

Wat wordt er bedoeld met discovery learning?


Zelfstandige kennisverwerving door de lerenden in een zorgvuldig opgezette probleemsituatie.

Noem de kenmerken van een cognitivistische instructie:


•Inhoud
–Goede uitwerking leermateriaal
–Aansluiten bij voorkennis/activeren van voorkennis
–De leerstof is opgedeeld in eenheden die te verwerken zijn
•Instructie/leerkracht
–Aansluiting bij het niveau van het leerproces van de lerende
–Werkvormen die elaboratie en organisatie uitlokken
•Lerende:
–Is actief: meaningfullearning
–Lerende wordt benaderd als individu
–Voorkennis van het individu staat centraal
•Context
–Minder belangrijke rol

Waar komen cognitivistische leertheorieën vooral tot uiting?


•Cognitivistische leertheorieën komen vaak tot uiting in onderwijsstrategieën en - systemen

Wat zijn non-linguïstische representaties?


•Advanced organiser
•Grafische voorstelling van een tekst, theorie, model, idee, …
•Concept map, mind map

Wat is het verschil tussen de visie van behavioristen en cognitivisten vs de constructivisten?

De behavioristen en cognitivisten vinden de wereld om ons heen objectief.
De constructivisten zien leren als subjectief.

Waarom is het plaatje een goed voorbeeld bij het constructivisme?

Omdat de één een saxofonist ziet en de ander een vrouw. De werkelijkheid verschilt dus van elkaar; de werkelijkheid wordt geconstrueerd in dialoog.

Noem de twee stromingen van constructivisme.


  • Cognitief constructivisme: Leren is geen passief proces van waarnemen en onthouden. Leren is een proces waarin de leerling actief kennis "construeert". Het is actief interpreteren en betekenis toekennen, (assimilatie, accommodatie, eq): Bruner en Piaget (jaren 20 tot jaren 80)
  • Sociaal constructivisme: Kennis wordt niet alleen individueel geconstrueerd, maar wordt dmv taal steeds weer gespiegeld aan de opvattingen van anderen. Vygotski (jaren 20)

Noem kenmerken van de lerende(n) bij het constructivisme.


–Eigen ervaringen, betekenisgeving, interpretatie, probleemstelling, … zijn een belangrijk uitgangspunt voor het leerproces.
–Grote mate van zelfsturing en eigen verantwoordelijkheid.
–Ontwikkel voorwaardelijke vaardigheden om een instructierol op zich te nemen (bijv. bij ‘peer tutoring’).

Noem kenmerken van de begeleiding bij lerende wanneer er wordt gewerkt vanuit het constructivisme.


–Instructieverantwoordelijke is ‘begeleider’, een ‘coach’, een ‘tutor’ i.p.v. een les’gever’.
–De lerenden krijgen – bij ‘peer tutoring’ – scripts.

Wat zijn de kritieken op het constructivisme?


•Lerende niet in staat tot zelfsturing
•Sociale interactie overschat
•Niet methodisch

Wat is volgens Bruner het doel van educatie?

De leerling opleiden tot een zelfstandig en zelfregulerend denker.

Wat bedoelt Bruner met enactive en hoe kan je hier als leerkracht het best op in spelen tijdens je instructie?

Wanneer leerlingen door middel van hun lichaam, bijvoorbeeld aanwijzen, huilen, aanraken vertellen wat ze willen.
Tijdens een instructie kan je hier het beste op in spelen door tastbare instructies te geven, dus waarbij leerlingen mogen ruiken en proeven.

Wat bedoelt Bruner met iconic en hoe kan je hier als leerkracht het best op in spelen tijdens je instructie?

Wanneer iets duidelijk wordt gemaakt door middel van tekeningen (realistisch of schematisch). Een instructie dient samen te gaan met het gebruik van diagrammen of afbeeldingen die tot de verbeelding spreken.

Wat bedoelt Bruner met symboliek en hoe kan je hier als leerkracht het beste op in spelen tijdens je instructie?

Symbolische systemen zoals taal, muzikale notatie en mathematische notatie worden gebruikt om dingen te begrijpen.
Bij een instructie dienen symbolische systemen gebruikt te worden als je iets nieuws aan wil leren.

Wat is het verschil tussen Bruner en Piaget?

Piaget ging er vanuit dat kinderen verschillende fases doorlopen en dit voor alle kinderen hetzelfde is. Bruner ging er vanuit dat de omgeving invloed had op deze fases en deze grote invloed hadden op wanneer welk kind over zou gaan naar een fase.

Waarom zijn reflectie en contrast belangrijk bij kinderen wanneer ze onderzoekend leren?

  • reflectie: Waarom een vraag goed of fout is beantwoord.
  • contrast: Dit levert conflicten op tussen wat je denkt te weten en wat je ziet. Dit nodigt vervolgens uit voor onderzoeken.

Noem de 10 stappen die Collins en Stevens hanteren in hun "Model of Inquiry Teaching".

  1. Positieve en negatieve voorbeelden selecteren
  2. Systematisch variëren in gevallen
  3. Tegenvoorbeelden selecteren
  4. Hypothetische gevallen genereren
  5. Hypothesen vormen
  6. Hypothesen testen
  7. Alternatieve voorspellingen overwegen
  8. Entrapping students
  9. Consequenties volgen tot een tegenstrijdigheid
  10. Twijfelen aan autoriteit

Wat zijn de voorwaarden voor instructie bij het constructivisme?

- complexe en relevante leeromgeving
- overleggen en onderhandelen
- meerdere perspectieven en meerdere methodes om te leren
- eigendom van eigen leren
- zelfbewustzijn

Welke wetenschappelijke stroming staat haaks op het constructivisme?

Het objectivisme.

Waarom moet een leerkracht volgens het constructivisme een instructie geven die incompleet is?

Zodat de leerlingen worden uitgedaagd om hun eigen kennis te gebruiken en te verbreden.

Wat zijn kenmerken van ongestructureerde inhoudsdomeinen?

- verschillend
- onregelmatig
- complex

Wat houdt de cognitieve flexibility theory in?

Dat hetzelfde materiaal wordt herzien op verschillende plaatsen, in verschillende contexten, voor verschillende doeleinden. Het is belangrijk voor het bereiken van doelen.

Wat zijn hypermedia designs?

Deze staan op microcomputers die verbonden kunnen worden door middel van een netwerk en daarvoor toegankelijk zijn door verschillende lerende in één keer.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo