De leerkracht - De leerkracht als persoon

10 belangrijke vragen over De leerkracht - De leerkracht als persoon

Wat zijn kenmerken van goed instructiegedrag? (4)

1. Dat de leerkracht het gewenste leergedrag bij deze instructie concreet omschrijft.

2. Dat de leerkracht de instructie helder, ordelijk en 'to the point' geeft.

3. Dat de leerkracht rekening houdt met verschillen tussen leerlingen.

4. Dat de leerkracht de aandacht oproept en vasthoudt.

Wat zijn voorbeelden van omstandigheden waarin instructie wordt uitgevoerd, waaruit de leerkracht moet kiezen? (3)

1. Instructie voor de hele klas of voor kleinere groepen?

2. De tijd die voor de instructie beschikbaar is.

3. De plaats waar de instructie plaatsvindt.

Ondersteun aandachtig en actief leergedrag bij instructie met: (3)

1. Luisteren: Hoe kun je laten zien dat je luistert?

2. Aantekeningen maken: Wat? Hoe? Wat moet er wel en niet op de tafel liggen?

3. Vragen stellen: Altijd? Alleen als je het niet snapt? Na afloop?

  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Ondersteun aandachtig en actief leergedrag bij een leergesprek met: (4)

1. Zeggen dat het de bedoeling is te leren van elkaar.

2. Herhaaldelijk denktijd inlassen.

3. Leerlingen de bijdrage van elkaar in eigen woorden laten herhalen.

4. Kriskras de beurt geven, zodat iedereen het woord kan verwachten.

Ondersteun aandachtig en actief leergedrag bij voordoen met: (4)

1. Het voordoen in een context plaatsen.

2. Focus op de handeling.

3. Leerlingen laten verwoorden wat ze zien.

4. Gelegenheid geven tot reflectie.

Ondersteun aandachtig en actief leergedrag bij een leestekst met: (4)

1. Zorg voor rust.

2. Suggesties voor actief lezen; met of zonder pen, wat kan, wat mag, wat moet?

3. Helderheid over hulp; wat moet je doen als je iets niet snapt? Vragen aan jou, aan de buur, stille signalen?

4 Voor de langzame lezers het laatste deel van de tekst hardop laten voorlezen.

Goed instructiegedrag bij geprogrammeerde instructie betekent: (4)

1. Keuze voor maatwerk van het materiaal.

2. Met leerlingen zin en betekenis van de inhoud bespreken.

3. Duidelijk maken hoe het werkgedrag eruit ziet; ruis, lopen, vragen, individueel of samen, hulpmaterialen?

4. Geruisloos ingrijpen bij ongewenst leergedrag.

Ondersteun aandachtig en actief leergedrag bij geprogrammeerde instructie met: (4)

1. Keuze voor aantrekkelijk werkmateriaal.

2. Leerlingen (mede)verantwoordelijk  maken voor het werk-/leerklimaat.

3. Leerlingen aanzetten tot initiatief nemen als het werk anders verloopt dan gedacht.

4. Groepsgewijze (leer)momenten.

Ondersteun aandachtig en actief leergedrag bij het gebruik van beeldmateriaal door: (4)

1. Vooraf leerdoel en beeldfragment met elkaar te verbinden.

2. Een kijkopdracht mee te geven.

3. Met het stopzetten van de beelden extra focus te bewerkstelligen.

4. Leerlingen 'stop-vragen' mee te geven.

Ondersteun aandachtig en actief leergedrag bij zoekopdrachten met: (4)

1. Voorbeelden van actief zoekgedrag: bijvoorbeeld met aantekeningen maken.

2. Helderheid over wat er met de opbrengst gebeurt.

3. Het stellen van een vastomlijnde zoektijd: liever iets te kort dan veel te lang.

4. Zelf de zoektocht ten minste eenmaal gedaan te hebben.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo