Samenvatting: Les 1
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Les 1
-
1 Les 1 AAN5
Dit is een preview. Er zijn 45 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn reele assest?
land, gebouwen, machines, grondstoffen, kennis
- Produceren goederen en diensten
- Genereren inkomen -
Wat zijn financiële assest?
aandelen en obligaties
- Zijn middelen/contracten om ‘claims’ (bijvoorbeeld eigendom)
op reële assets vast te leggen
- Alloceren inkomen en rijkdom tussen belegger -
Welke 2 markten kent de obligatie
Geldmarkt:
- korte termijn
- liquide
- laag risico
Kapitaalmarkt:
- langere termijn
- vaak minder liquide
- risico's lopen van veilig naar niet veilig (ofwel van high yield naar junk) -
Waar zorgt de financiële markt voor (6)?
1. (Her)allocatie van kapitaal
2. Afstraffing van zwakke bedrijven en belonen van goede bedrijven wat innovatie stimuleert
3. Collectieve beoordeling van onzekere informatie
4. Consumptie planning (consumptie-uitstel door nu te beleggen en later de beleggingsopbrengsten te consumeren)
5. (Her)allocatie/mitigeren van risico's
6. Afscheiden van eigendom en management (het werkt niet als bij grote bedrijven iedere eigenaar moet of wil meebeslissen) -
Wat houdt het zgn agency problem in?
Het afscheiden van eigendom en management zorgt voor tegengestelde belangen tussen management en eigenaren. (eventueel ook tussen werknemers en clienten van de onderneming) -
Wat is het verschil tussen top-down en bottum-up beleggen
Top-down start bij de asset-allocatie beslissing
Bottum-up houdt zich vooral bezig met het kiezen van instrumenten/effecten -
Noem enkele karakteristieken van de financiële markten (4)
1. Ze zijn er competitief: Weinig tot geen "Free lunches"
2. Er zit een trade-off tussen risico en rendement: assets met meer risico zullen zodanig geprijsd zijn dat ze met meer toekomstig rendement geven dan assets met lagere risico's
3. Niet alle assets bewegen gelijk (ofwel zijn niet perfect gecorreleerd), dit biedt mogelijkheden tot diversificatie)
4. Markten zijn redelijk tot bijna perfect efficiënt
NB. In efficiënte markten wordt nieuws direct en perfect in de
koersen verwerkt: koers klopt met de fundamentele waarde -
Welke partijen zijn betrokken bij beleggen
1. Bedrijven met behoefte aan geld/financiering
2. Overheden met behoefte aan geld/financiering
3. Huishoudens
4. Institutionele beleggers (pensioenfondsen, verzekeraars)
5. Financiele intermediairs (brengers leners en uitleners bij elkaar), zoals commerciële banken, brokers
6. Investment banks -> faciliteren in uitgifte van aandelen en obligaties op de primaire markt, waarna effecten later op secundaire markt, bv beurs, worden verhandeld -
Wat zijn money markets
Dat is een subsector van de obligatiemarkten
Kenmerken zijn:
- Liquide
- Korte termijn
- Beperkt risico -
Wat is een treasury bill?
Treasury bills (T-bills, bills):
- geen coupon
- beleggers kopen ze meestal tegen een discount
- looptijden van 4, 13, 26 of 52 weken
- vrij van belasting in de VS
- worden verhandeld op de yield
- op basis van ‘bank-discount method’ (met als nadeel dat deze methode uitgaat van 360 dagen)
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden