Samenvatting: Les 10: Farmacologie: Dosis, Interacties, Gm Bij Bdg, Pijn/onsteking En Infecties

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
LET OP!!! Er zijn slechts 37 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Les 10: Farmacologie: Dosis, interacties, GM bij BDG, pijn/onsteking en infecties

  • 1 Interacties

    Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
    Laat hier meer flashcards zien

  • - Welke invloed heeft polyfarmacie bij interacties van gm?- Wat vormt voornamelijk hierbij een ernstige interactie bij gm?- Wat is het verschil tussen farmacokinetische interacties en farmacodynamische interacties?

    Polyfarmacie
    - interactie kan activiteit van GM
    - verhogen of verlagen

    Vnl is een risico op ernstige interacties bij GM
    - waarbij kleine veranderingen in concentratie
    - een groot effect hebben
    - bv anticoagulantia + anti-aritmica

    Farmacokinetische interacties
    - gm beïnvloedt ADME --> van ander GM

    Farmacodynamische interacties
    - synergisme = versterkte werking/effect GM (of additie, potentiering)
    - antagonisme = tegengesteld effect van GM
  • 2 Dosering van geneesmiddelen

  • - Welke 2 factoren beïnvloeden de bloedspiegel?- Wat betekent 'steady state'?- Waaruit is voortdurende metabolisatie?

    2 Factoren die bloedspiegel beinvloeden
    - toedieningssnelheid
    - eliminatiesnelheid

    Steady state
    - hvlheid gm in lichaam blijft vrij constant
    - wnr hvlheid gm die wordt toegediend
    - gelijk is aan --> hvlheid gm die geëlimineerd wordt

    Er is voortdurende metabolisatie
    - in lever
    - + uitscheiding door nieren
  • - GM wordt meestal niet constant toegediend: hoe dan wel?- Waarop kan er ingespeeld worden als de eliminatiesnelheid bekend is? + wat bij te laag + te hoog?- Wat is het verschil tussen MEC en MTC? + betekenis.

    GM meestal niet constant toegediend
    - maar in bepaalde doses per dag

    Als eliminatiesnelheid bekend is --> kan dosering bereid
    - worden die nodig is voor een therapeutisch effect
    - te lage --> gm werkt niet goed genoeg
    - te hoge --> kans op toxiciteit

    MEC = minimaal effectieve concentratie
    = laagste hvlheid gm
    - waarbij gewenst therapeutisch effect wordt bereikt

    MTC = maximaal toelaatbare concentratie
    = hoogste hvlheid --> waarbij gm verdragen kan worden
    - zonder toxische effecten


    Verschil
    tussen MEC + MTC = therapeutische breedte
  • - Wat is een voorwaarde van geneesmiddelenspiegels?- Wat geeft de therapeutische breedte aan?- Welke factor geeft de eliminatiesnelheid aan? + ligt toe wat het inhoud + hoe langer en korter.

    GM-spiegels moeten
    --> binnen therapeutische breedte blijven!

    Therapeutische breedte
    - zegt niets over eliminatiesnelheid
    - maar hoevaak gm toegediend moet worden

    Wat wel eliminatiesnelheid aangeeft
    = halfwaardetijd = t1/2 = tijdsduur waarin dosis GM halveert
    - hoe langer t1/2 --> hoe langer gm in bloed blijft
    - hoe korter t1/2 --> hoe vaker gm moet worden toegediend
  • 3 Geneesmiddelen voor ontsteking & pijn

    Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
    Laat hier meer flashcards zien

  • - Wat is ons lichaamseigen pijnstillend systeem?- Wat is het werkingsmechanisme ervan?

    Lichaamseigen pijnstillend systeem
    = efferente neuronen --> vanuit diep in hersenen 
    - interagereren met --> afferente nociceptieve neuronen

    Werkingsmechanisme
    - afdalende neuronen geven opioïd-peptiden af 
    --> blokkeren overdracht --> tussen afferente nociceptieve neuronen
  • - Wat is de definitie van een onstekingsreactie?- Wanneer begint deze reactie?- Wat zijn de 3 functies van een ontstekingsreactie?

    Ontstekingsreactie 
    = geprogrammeerde, niet specifieke immuunreactie
    - op verwonding
    - op schadelijke chemische stoffen
    - op microbiële ziekte verwekkers

    Begint 
    --> onmiddellijk nadat verwonding is ontstaan

    Functie onststekingsreactie
    - voorkomt handhaven of verspreiden --> van ziektekiemen (infectie)
    - beperkt verdere beschadiging
    - bevordert genezing
  • Wat is het proces dat de 5 symptomen van ontsteking beïnvloeden?

    1. Rubor 
    = door vasodilatatie

    2. Calor 
    = door vasodilatatie

    3. Dolor 
    = door oedeem --> druk op pijnneuronen 
    - door stoffen die bij ontsteking vrijkomen

    4. Tumor 
    - door verhoogde permeabiliteit door oedeem

    5. Functio laesa
    - door oedeem 
    - wordt bewegingsvrijheid van --> spieren/gewrichten beperkt 
  • 3.1 Mestcellen & prostaglandinen

    Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • - Wat zijn prostaglandinen en waarvan zijn zij afgeleid?- Tot welke zelfde groep behoren zij en waarin spelen zij dan een rol?- Wat is de naam van de voornaamste betrokken prostaglandine bij ontsteking en door wat wordt deze afgegeven?

    Prostaglandinen
    = mediatoren in ontstekingsproces
    - afgeleid van --> arachidonzuur (vetzuur)
    - gecompliceerde biochemie + werking

    Behoren tot zelfde groep als
    - tromboxanen + leukotriënen
    - hebben rol --> cel + weefselhomeostase (niet bij ontsteking)

    Voornaamste bij ontsteking betrokken prostaglandine
    = Prostaglandine E2 (PGE2)
    - afgegeven --> door mestcellen + andere immuuncellen
  • - Welk soort gm remmen de prostaglandinensynthese + wat heeft COX-enzyme  als substraat om dat te kunnen?- Welke 2 vormen COX-enzymen zijn er? (Farmacologisch belangrijke enzymen)

    Prostaglandinen (door mestcellen + immuuncellen gemaakt)
    - ontstekingsremmende GM remmen de prostaglandinensynthese
    - COX-enzyme --> heeft arachidonzuur als substraat

    1. COX-1
    - aangemaakt --> in veel weefsels
    - produceert prostaglandinen + tromboxanen
    - zijn beide betrokken bij --> homeostase 

    2. COX-2
    - vnl aangetroffen --> in ontstoken weefsel
    - productie stijgt bij --> ontsteking + maakt PGE2
    - PGE2 veroorzaakt mee --> ontstekingssymptomen
  • - Welk GM is het belangrijkste aangrijpingspunt voor prostaglandinen?- Welk GM is het belangrijkste aangrijpingspunt voor tromboxanen? En waarbij?- Waarbij zijn leukotrienen betrokken, welke rol spelen zij bij ontsteking en waarvan gaan zij uit?

    Prostaglandine 
    = belangrijkste aangrijpingspunt --> NSAID's

    Tromboxanen
    - aangrijpingspunt voor acetylsalicylzuur
    - bij voorkomen van stollen 

    Leukotriënen 
    - betrokken bij astma 
    - rol bij onsteking? Activeren WBC --> vernauwing bronchien
    - ook uitgaande van arachidonzuur --> maar onderinvloed lipo-oxygenase 
    - COX-1 + COX-2 --> spelen hier geen rol 
LET OP!!! Er zijn slechts 37 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Onderwerpen gerelateerd aan Samenvatting: Les 10: Farmacologie: Dosis, Interacties, Gm Bij Bdg, Pijn/onsteking En Infecties