Samenvatting: Les 14 Vetten
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Les 14 Vetten
-
Inleiding
-
Wat zijn de functie van vetten in ons lichaam?
- Leveren van energie
- Transporteren van in vet-oplosbare stoffen
- De grondstof voor bouwstenen van het lichaam, zoals celmembranen, hormonen en prostaglandinen.
- Vet geeft een verzadigingsgevoel
- Werkt positief bij de stoelgang
- Is een smaakmaker.
- Leveren van energie
-
De stofwisseling van vetten kan alleen functioneren met behulp van co-factoren. Welke?
Vitamine B2 en C, en het aminozuur carnitine. -
Tegenwoordig is de dagelijkse consumptie van vet gemiddeld 140 gram ipv de aanbevolen 60 gram. De orthomoleculaire voedingsleer adviseert een optimale vetinname van 40-50 gram per dag. Hoeveel vet mag men per maaltijd gebruiken? En hoe hoog ligt binnen deze hoeveelheid het aanbevolen percentage verzadigd vet?
Eén à twee eetlepels vet per maaltijd, uitgaande van drie maaltijden per dag, waarvan maximaal 10% verzadigd vet mag zijn. -
Zijn alle onverzadigde vetten oké?
Nee.
Teveel van het onverzadigde omega-6-vetzuur bevorderd ontstekingen.
Omega-3-vetzuur remt ontstekingen.
Omega-9-vetzuur is ontstekingsneutraal.
Verzadigd vet zou maar maximaal 10% van de totale vetinname mogen zijn (=4-5 gram).
Een zak chips van de boerderij bevat per zak totaal 46,35 gram vet, waarvan 3,9 gram verzadigd vet. Onbekend hoeveel omega-6-vetzuur de OV en MOV bevatten. -
Verzadigd vet
-
Waarom vergroten verzadigde vetten de kans op hart- en vaatziekten?
Ze hebben bij lichaamstemperatuur een veel stijvere consistentie dan onverzadigde vetten. Door de geringe vloeibaarheid zetten verzadigde vetten zich gemakkelijk vast op de wanden van bloedvaten, wat het begin kan zijn van gevaarlijke vaatvernauwingen. -
Onverzadigd vet
Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 08/12/2020
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn de functies van onverzadigd vet?
- Opbouw en onderhoud van de celmembranen (celwanden).
- Zorgen voor de soepelheid en permeabiliteit van de celmembranen.
- Het is een grondstof voor de aanmaak van prostaglandines (hormoonachtige stoffen).
- Het is een grondstof voor de hormonen.
- Speelt een rol in de opbouw van neurotransmitters.
- Het verbeterd de verbranding van verzadigd vet.
- Essentieel voor de opbouw en onderhoud van het zenuwweefsel.
- Essentieel voor de hersenstofwisseling en hersenopbouw; hersenen bestaan voor meer dan de helft uit onverzadigde vetzuren.
- Opbouw en onderhoud van de celmembranen (celwanden).
-
Wat zijn essentiële vetzuren?
Vetzuren die ons lichaam niet zelf kan aanmaken.
Verzadigd vet kan niet veranderen in onverzadigd vet.
Een OV (enkelvoudig onverzadigd vetzuur) kan niet veranderen in een MOV (meervoudig onverzadigd vetzuur).
Andersom kan het allebei wel. Vandaar dat MOV een essentiële voedingsstof is. -
Uit linolzuur (een essentieel vetzuur) kán het ontstekingsremmende omega-6-GLA ontstaan.Deze omzetting vindt vaak onvoldoende plaats vanwege een trage of verminderde activiteit van het enzym Delta-6-desaturase, dat voor de omzetting zorgt.Daarnaast zijn er enkele voedingsfactoren die dit omzettingsproces remmen. Welke voedingsfactoren zijn dat?
Een hoge consumptie van transvetten en verzadigde vetten, alcoholgebruik en een gebrek aan bepaalde vitaminen en mineralen (zink, magnesium, B3, B6). -
Wat is het verschil tussen PGE1, PGE2 en PGE3?
Alledrie zijn prostaglandines, hormoonachtige stoffen.
PGE2 bevordert ontstekingen.
PGE3 remt ontstekingen.
PGE1 + PGE3 remt ontstekingen. -
Vetvertering
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 08/12/2020
Laat hier meer flashcards zien -
Kortketenvetzuren (<6 C-atomen) en middenketenvetzuren (6-12 C-atomen) zijn lichter verteerbaar dan de langketenvetzuren (> 12 C-atomen). Wat is het verschil in ons lichaam bij de vertering van deze vetzuren?
Langketenvetzuren hebben (na bewerking in de dunne darm met verteringsenzymen en galzuren) een traject via het lymfevatenstelsel. En daarna worden ze pas in het bloed opgenomen.
Kort- en middenketenverzuren worden na de bewerking van verteringsenzymen (pancreas) en galzuren direct opgenomen in de bloedbaan via actief transport. De energie hiervoor wordt geleverd door het aminozuur carnitine.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden