Samenvatting: Les 14
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Les 14
-
1 Les 14
Dit is een preview. Er zijn 10 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Voor wat voor soort schepen gelden de hoofdregels niet die betrekking hebben op het invaren en het uitvaren van havens en nevenvaarwaters en het daarbij overteken van een hoofdvaarwater?
Een veerboot. -
Wordt een hoofd- en een nevenvaarwater altijd aangegeven door een bord of een scheidingston?
Nee, maar dit kan ook aangegeven worden door middel van het zien van de reguliere verkeersstroom. -
Hoe is de situatie geregeld in geval van een vissersschip en een baggerschip dat van rechts komt?
Het baggerschip mag voor, want dit komt van rechts. -
Wat is juist ten aanzien van het langszij gaan van een schip?
In het BPR is niet voorgeschreven aan welke zijde het schip langszij moet gaan. -
Wat is juist ten aanzien van grote slepen?
Er moet een telefoonverbinding zijn waarbij men deze slepen kan bereiken. Daarnaast moet de marifoon staan op kanalen die bestemd zijn voor de schepen aan boord. -
Wat is niet verplicht voor een op radar varend schip?
Een uitkijk te hebben. -
Noem een water in Nederland waar men mag varen zonder radar?
IJsselmeer -
Op een zeeschip brandt een rood rondom schijnend licht. Wat is de minimale afstand die je moet nemen om ligplaats te nemen?
50 meter -
Op wat voor soort schepen moeten de naam en de thuishaven vermeld worden in het RPR?
Op alle schepen met uitzondering van kleine schepen. -
Wat moet een vrachtschip dat een ander schip sleept voeren dat ondertussen nog geassisteerd wordt door een sleepboot?
Een toplicht, boordlichten en een heklicht.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden