Samenvatting: Les 3: Bloedstolling, Anemie, Epilepsie, Astma, Artikel Inr

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Les 3: Bloedstolling, anemie, epilepsie, astma, artikel INR

• 1 Stollingsstoornissen

  Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Een soort stollingsstoornis is door afwijkingen van de primaire hemostase:- Wat zijn hierbij de aangeboren afwijkingen?- Wat zijn hierbij de verworven afwijkingen?

  Aangeboren afwijkingen
  - bv ziekte van von Willebrand
  
  Verworven afwijkingen
  - trombocytopenie
  - nierinsufficientie
  - ernstige levercirrose 
  - medicatie --> AB, aspirine en andere NSAID's, 

•  Een soort stollingsstoornis is door afwijkingen in de vorming van het fibrinestolsel- Wat zijn hierbij de aangeboren afwijkingen?- Wat zijn hierbij de verworven afwijkingen?

  Aangeboren afwijkingen 
  - hemofilie A = tekort aan stollingsfactor VIII
  - hemofilie B = tekort aan stollingsfactor IX
  
  Verworven afwijkingen
  - leverinsufficientie 
  - vitamine K deficiëntie 
  - antistollingsmedicatie --> coumarine, heparine
  - massaal bloedverlies

• Welke 4 soorten stollingsstoornissen zijn er en wat houden zij in (indien nodig)?

  1. Afwijkingen in de primaire hemostase
  
  2. Afwijkingen in de vorming van het fibrinestolsel
  
  3. Aangeboren stollingsdefect
  - veel verschil in ernst
  - krijgen vaak profylactisch stollingsfactoren toegediend (soms ov)
  
  4. Verworven stollingsdefect
  - vaak door GM of leverinsufficientie

• 1.1 Geneesmiddelen die inwerken op de bloedstolling

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
  Laat hier meer flashcards zien

• - Wat is de functie van plaatjesaggregatieremmers?- Welke 3 soorten zijn er en wat is hun effect, of bijwerkingen?

  Plaatjesaggregatieremmers
  ---> Remmen de werking van de primaire hemostase
  
  1. Acetylsalicylzuur (aspirine)
  - reeds in lage dosis antihemostatisch effect
  - irreversibel (+- 10 dagen)
  - verhoogd risico --> bloeding + afwijking maagdarmslijmvlies
  - grotere kans nabloeding: zelden klinisch relevant tenzij grote ingreep
  - bij scaling en rootplanen niet stoppen
  
  2. NSAID's (ibuprofen, diclofenac)
  - zelfde effect maar minder krachtig
  
  3. Clopidogrel (plavix)

• - Wat is de functie van antistollingsmiddelen?- Welke 2 soorten komen voornamelijk voor en wat is hun merknaam of namen?- Wat zijn de belangrijke eigenschappen van deze soorten?

  
  AntistollingsmiddelenVertragen vorming van fibrine
  
  1. Coumarinederivaten (sintrom, marcoumar, marevan)
  - is vitamine K antagonist --> rol aanmaak stollingsfactoren
  - orale toediening
  - werking verschilt sterk tussen patienten en binnen pat na verloop v tijd
  
  2. Heparine (clexane, fraxiparine)
  - IV of SC toediening
  - overleg met arts of heparine gestopt moet worden

• - Waar dient rekening mee gehouden te worden en hoe dient er gehandeld te worden in de mondzorgpraktijk wanneer een patient coumarinederivaten slikt?(Sintrom, Marcoumar, Marevan)

  Bloed moet regelmatig onderzocht worden
  - INR WAARDE is normaal bij 1,0
  
  INR moet 3,5 of minder zijn voor (bloederige) THK ingrepen
  - atraumatisch werken --> bloed gestelpt voor pat praktijk verlaat
  - spoelen 10ml 5% tranexamine zuur 4d/d gedurende 5d
  - + instructies pat

• Wat is de functie van stollingsoplossende geneesmiddelen?- Geef een voorbeeld van de naam van een van deze GM en wat zij gevolgen zijn?

  Functie
  - oplossen van de gevormde trombus versnellen
  
  Bv: Plasminogeenactivatoren
  - veroorzaakt ernstige bloedingen
  - enkel in ziekenhuissetting

• 1.2 Preventieve maatregelen

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Welke 5 preventieve maatregelen worden getroffen bij mASA III van stollingsstoornissen?- Geef ook aan welke postoperatieve instructies er worden meegegeven.

  1. Vasopressine toedienen
  - ziekte van von Willebrand
  
  2. Bloeding tijdens ingreep beperken
  - bv hechting
  
  3. Lokale hemostase bevorderen
  - bv compressie of gelfoam
  
  4. Lokale of systemische antifibronlytica
  - tranexaminezuur
  
  5. LA zonder VC
  
  6. Postoperatieve instructies
  - dichtbijten op gaasje bij bloeding
  - niet spoelen
  - geen NSAID's
  - roken/alcohol vermijden
  - lichamelijke inspanning vermijden
  - warme voeding/drank vermijden --> zachte voeding

• Welke 3 preventieve maatregelen worden getroffen bij stollingsstoornissen mASA IV?

  1. Ernstige stollingstoornissen
  - ook opletten met routine behandeling 
  - bv RX, scaling, speekselzuiger, afdruk --> hematoom
  
  2. Stollingscorrectie 
  - of postoperatief infuus --> met factoren
  
  3. Sedatie/algemene anesthesie 

• 2 Vasculaire afwijkingen

• Welke 3 andere afwijkingen geven aanleiding tot een verhoogde bloedingsneiging?- Geef aan wat zij inhouden en welke gevolgen ze hebben voor de mondzorgkundige behandeling

  1. Dieet met te kort aan vitamine C
  - verzwakking bloedvaten
  
  2. Rendu-Osler-Weber (aangeboren)
  - ontbreken van gladde spiercellen --> in de vaatwand
  - verwijding van bloedvaten op verschillende plaatsen
  - zelden problemen bij thk behandeling
  
  3. Ehler-Danlos (aangeboren)
  = bindweefselstoornis door afwijking aanmaak v collageen
  - verhoogde bloedingsneiging
  - vertraagde wondgenezing na extractie
  - ernstige parodontitis bij sommige vormen (type III + VIII)
  - vaak + hartklepproblemen --> endocarditits profylax