Glazuurcaries
7 belangrijke vragen over Glazuurcaries
Benoem 4 histologische zones van het glazuur + eigenchappen
- weinig ontkalking
- minder dan 1% porositeiten
2. Donkere zone (laesie front) = DZ
- voortschrijdende ontkalking
- 2-4% porositeiten
- bandvorming
- smalle zone --> snelle progressie caries
3. Centrum van laesie = BL
- grootste zone
- sterke demineralisatie
- 25% porositeiten
- ordening kristallieten blijft gelijk
- centrum prismata gaan in oplossing
4. Intacte oppervlakkige laag = SL
- is resultaat demineralisatie + remineralisatie
- porositeiten vooral interprismatisch
- 5-10% mineraal is opgelost
- dikkere zone 20-50 um
- hogere fluoride gehalte
- lijkt met oog niet aangetast
- opaak op RX
Leg adhv de afbeelding het ordes van de zuuraanval op hydroxyapatiet uit.
A = intact glazuurprismata
B. Aanval zuren
- basen worden omgezet in zuren doordat
- H+ zal binden
- waarbij CA2+ en H2PO4- vrijkomt
C. Centraal: hydroxyapatiet kristallen oplossen
- als reactie lang aanhoudt --> sprokkelige structuur
D. Bij terug basische OH- ionen toevoegen
- milieu minder zuur (pH) stijgt
- terug inbouwen Ca2+ en HPO42-ionen
- + F- en basische OH-ion
D = poetsen + F- tandpasta + rekenen op speeksel --> stijging pH
--> omgekeerde reactie
--> terugvorming
--> in beste geval fluoride hydroxyapatiet
= sneller
Leg uit hoe de oppervlakkige laag niet aangestast lijkt en hoe de outerlayel zich vormt?
-> deze laag heeft fluor-ionen ingebouwd
-> hierdoor makkelijker terug remineraliseren
2. Demineralisatie gebeurt snel vanaf zuuraanval
-> H+ionen gaan in op het glazuur
-> zo al hydroxyapatiet kristallen ontbinden
-> calcium en fosfaat lossen op -> porien ontstaan
-> via hier kan zuur doordringen in glazuur
3. Remineralisatie treedt op -> zuuraanval klaar is
-> hydroxyapatiet kristallen samen met fluor terug vormen
Hierdoor krijg je een oppervlakkige laag die niet aangetast lijkt
hoe meer oververzadigd oplossing mbt fluorapatiet
--> hoe dikker en minder gedemineraliseerd de oppervlakte laag blijft
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat wordt weergegeven op foto en wat zijn de belangrijkste karakteristieken? (3)
--> je ziet alle glazuurprismata langs elkaar
1. Elke prismata verloopt ononderbroken
- van dentine --> tot aan tandoppervlak
2. Is loodrecht op dentine ingepland
3. Bevat kleine interprismatsiche ruimte
--> opgevuld met hydroxyapatiet kristallen
In fissuur of pit denkt men dat caries zich diep in fissuur bevindt.
Juist/Onjuist --> + onderbouwing.
In diepte bevindt zich vaak:
- debris
- organische afvalproducten
--> Deze zorgen ervoor dat zuur niet tot zover in fissuur/pit kan komen.
= Ondoordringbaar voor zuur
--> wel zal zuur zijwanden aantasten
Hierdoor 2 cariesletsel --> die elk apart gaan evolueren --> beide breiden uit naar dentine
Foto demineralisatie + remineralisatie
Leg nadeel uit
Rechts = klein
Links groot
= gedeeltelijk afgebroken kristallen -> hersteld
--> Je maakt geen volledig nieuw hydroxyapatiet
1. Vormt zich een harde laag --> voor glazuurcaries
- beschermt tand tegen grote zuur aanvallen
- zorgt dat fluor niet dieper tot tand kan dringen
--> dit bemoeilijkt de remineralisatie van dieper gelegen delen in tand
Hier zie je een actieve laesie op subklinisch niveau.
Leg uit wat hier aan de hand is mbt de prismata en het interprismatisch materiaal
2. Interprismatische ruimten komen open te staan hierdoor
3. Deze dienen als transportkanaal --> voor h+ionen (zuren)
4. Centrum laesie --> meer mineraal opgelost
5. Glazuur zal als 'geraamte' blijven staan
6. Niet meer sterk --> langs binnen + buiten wordt niet meer ondersteund
--> ondergrondse laag is meer gedemineraliseerd dan oppervlakkige laag
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden