Samenvatting: Les 5: Biofilm En Voeding

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
LET OP!!! Er zijn slechts 32 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Les 5: Biofilm en Voeding

  • 1 Biofilm

    Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
    Laat hier meer flashcards zien

  • - Waar start en verloopt de groei van de biofilm en wat als er geen antagonist aanwezig is?- Waar komt het vaak voor?- Waar in mindere maten?

    Verloop
    - start = thv gingivale rand
    - groeit zo --> coronaalwaarts
    - thv gingivaal 3de --> tot midden 3de van kroon
    - geen antagonist --> kan uitspreiden over hele tandoppervlak 

    Komt veel voor bij: retentieplaatsen voor biofilm:
    - pitten + fissuren
    - approximale vlakken
    - plaatsen moeilijk te poetsen --> door crowding
    - restauraties --> slechte randaanpassing
    - uitneembare protheses
    - ruwe oppervlakken --> tandsteen
    - kan ook hechten aan pellikel


    In mindere mate
    - palatale vlakken --> BK molaren
    - slijmvliezen --> desquamatie: bedekkend slijmvliesepitheel 
  • 1.1 Oorsprongen van kiemen in de biofilm

    Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • - Wanneer zijn de eerste residentie kiemen bij een baby aanwezig in de mond?- Benoem 5 residente kiemen die tot de baby's commensale flora kunnen behoren- Wanneer kunnen transiente kiemen zoals darm- en huidbacterien beginnen te behoren tot de baby's flora? Leg uit.- Welke kiemen kunnen dan aanwezig zijn?

    1st komt baby in contact: bacteriën van vaginale flora
    --> maar deze verdwijnen ook terug

    1ste residente kiemen zijn aanwezig in de mond:
    - na ongeveer 18 uur, na de geboorte:

    Residentie kiemen
    - s.salivarius
    - s.oralis
    - s.mitis
    - veilonella
    - prevotella

    Transiente (cariogene) kiemen 
    - zolang baby geen tanden heeft
    - geen habitat voor deze kiemen
    - dus zullen ze nog niet behoren tot residentie flora

    Na doorbraak van tanden
    - mo op zoek naar niches 
    - in nieuwe ecosysteem van mond 
    - om hier te kunnen blijven 

    Kiemen die dan aanwezig kunnen blijven
    - actinomyces
    - s.mutans
    - s.sangius
    - spirocheten
    - fusobacterien
  • - Wat is de Window of Infectivity- Welke periode is dit het belangrijkst mbt de eerste transmissie van kiemen?- Hoe wordt de mond geïnfecteerd en hoe wordt dit genoemd?- Op welke manieren kan deze transmissie gebeuren?

    Window of infectivity:
    - verwijst naar periode: waarin baby 
    - vatbaar is voor haar/zijn eerste infectie 

    Belangrijkste Window of Infectivity 
    - wordt gesitueerd rond --> 19-31 maanden

    Mond van kind wordt geïnfecteerd:
    - door speekselcontact 
    = verticale transmissie: primaire verzorger (ma/pa) naar kind

    Manieren van transmissie 
    - kussen van baby --> op de mond
    - gebruik --> zelfde bestek
    - reinigen fopspeen --> door in eigen mond te steken

    Baby kan ook geïnfecteerd worden dmv transmissie van andere personen
  • 1.2 Ontwikkeling en groei van de biofilm

    Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Welke 4 processen vinden plaats bij een nog verdere tandplaque/biofilm uitgroei?

    1. Vermeerdering 
    - van reeds aanwezige bacterien

    2. Nieuwe vestiging 
    - van bacteriën uit mondvloeistof

    3. Vorming van bacteriële producten
    - EPS

    4. Voortdurende afzetten van
    - agglutinines in het speeksel
  • 1.3 Samenstelling van de biofilm

    Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3
    Laat hier meer flashcards zien

  • Geef het aantal dagen per fase van de groei van de biofilm:- Geef daarbij aan welke verandering in de samenstelling (bacterieel) van de biofilm plaatsvind.

    Dag 1-2 (vorming pellikel)
    - vooral grampositieve kokken 
    - s.mutans + s.sangius

    Dag 2-4 (1ste kolonisatie)
    - nog steeds veel grampositieve kokken
    - opkomst --> grampositieve filamenten + staven

    Dag 4-7 (co-adhesie)
    - gemengde flora (kokken + staven + filamenten + fusobacterien)
    - toename --> filamenten
    - toename -> kokken --> coronaalwaarts (jonge biofilm)
    - opkomst --> gramnegatieve spirocheten + vibrios dichtbij gingivale rand (dikkere biofilm)

    Dag 7-14 (verdere kolonisatie: microkolonies)
    - toename --> vibrios + spirocheten
    - opkomst --> witte bloedcellen

    Dag 14-21 (volgroeide plaque) (climax biofilm)
    - maiskolfstructuur (co-aggregatie + symbyiose filamenten + kokken)
    - zuurstofspanning daalt --> + anaerobe kiemen (actinomyces + veilonella)
  • De samenstelling van de biofilm is afhankelijk van enkele factoren:- in welk zones heb je grootste hoeveelheid biofilm, en hoe komt dit?- Het verschilt ook per locatie: op welke locaties komt het voornamelijk voor?- Ook de oppervlakte speelt een rol: welk oppervlakte is dit en hoe draagt die hieraan bij?- Als de locatie geen rol speelt: welke andere factoren dan wel?

    1. Beschermde zones = meeste
    - dmv kolonisatieresistentie = verdedigingsmechanisme
    - voor exogene + pathogene kiemen in biofilm

    2. Locatie
    - approximaal (gr+, gr-, f + ob anaeroob)
    - pitten + fissuren (gr+, F.anaeroob)
    - vrije tandoppervlakten (enkel goed klevend)
    - cervicaal (meest complexe biofilm)

    3. Cariogeenplaque = dikker
    - zuurvorming
    - overmaat aan suiker
    - veel zuur resistente bacterien

    Indien samenstelling niet volgens lokalisatie:
    4. Graad van bescherming --> tegen verwijderende krachten
    5. Nutrienten
    6. Omgevingscondities
    7. Chemische factoren
  • - Welke functies/belang heeft pellikel? 1 van deze functies is erg nadelig: welke is dat?

    1. Bescherming
    - rechtstreekse inwerking van zuren uit voeding (erosie)

    2. Bevochtiging 
    - tegen uitdroging
    - vergemakkelijken van spreken + kauwen

    3. Belangrijke impact op
    - demineralisatie
    - remineralisatie

    4. Vorming van tandsteen

    5. Aanhechtingsplaats voor bacteriën
    - negatief
  • 1.5 Biofilm en de antimicrobiele tolerantie

    Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.5
    Laat hier meer flashcards zien

  • Cariogene MO in plaque manifesteren anders dan hun platonische aard:- Welke 3 redenen heeft dit?- Welk verschil kent de concentratie van chloorhexidine om bacteriële groei te induceren tov planktonische cellen?- Wat kunnen wij hieruit concluderen?

    1. Daling van penetratie van deze producten
    --> in de biofilm

    2. Inactivatie van deze middelen
    - door andere MO
    - door ongunstige omgevingsfactoren in biofilm

    3. Lagere groeisnelheid van MO
    - in de mature biofilm

    Noodzakelijke concentratie CHX voor inhibitie bacteriegroei
    - 300x groter in biofilm
    - dan voor planktonische cellen

    Conclusie =
    Hoe oud ouder de biofilm is hoe hoger de noodzakelijke concentratie moet zijn

    --> om aanwezige MO efficient te bestrijden
  • 1.6 Biofilm en het cariesproces (ecologische plaque hypothese)

    Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.6
    Laat hier meer flashcards zien

  • Cariesactieve personen hebben meer EPS producerende kiemen dan caries-inactieve personen. Dit wordt verklaard door de hogere zuurproductiecapaciteit in de biofilm die rijker is aan EPS:- Op welke manier wordt EPS omgezet?- Wat is (kort gezegd) (definitie) EPS?- Geef 2 manieren waarop EPS de pH in de plaque verhoogt- Welk ander nadelige eigenschap beschikt EPS tot?

    Veel plaquebacterien in staat om
    - adhv glycosyltransferase
    - suiker sacharose --> omzetten in EPS

    Extracellulaire polysachariden
    = soort reservevoedsel
    --> dat zorgt voor extra zuurvorming

    1. Zorgt dat s.mutans + s.sangius
    - kunnen hechten --> aan glad tandoppervlak

    2. Later wordt EPS weer afgebroken
    - tot monosachariden --> door enzymen
    - tot zuur --> door bacteriën

    3. Vergroot samenhang plaque
    - beter bestand --> tegen mechanische krachten
    - groei van biofilm --> vergemakkelijkt
  • IPS dient net zoals EPS als reservevoedsel voor de bacterie:- Waarvoor staat IPS?- Wanneer wordt het aangemaakt en wanneer wordt het afgebroken?- Wat is het gevolg dat optreedt wanneer IPS afgebroken wordt?- Welke bacterie speelt hierin een grote rol en waarom is dat zo?

    Intracellulaire polysachariden (IPS)
    - aangemaakt --> tijdens suikeraanbod
    - afgebroken --> wnr suikervoorraad in biofilm op is

    IPS veroorzaakt een verlengde zuurstoot
    - zuurproductie treedt op --> tgv afbraak van IPS
    - volgt op een zuurstoot (= verlengde zuurstoot)

    S.mutans weer belangrijk hiervoor:
    - wordt geïsoleerd uit biofilm --> op carieslaesies
    - kan meer IPS vormen --> dan andere mutans stammen
LET OP!!! Er zijn slechts 32 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Onderwerpen gerelateerd aan Samenvatting: Les 5: Biofilm En Voeding