Samenvatting: Les 5: Territoriumleer

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
LET OP!!! Er zijn slechts 58 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Les 5: Territoriumleer

  • 1 Les 5: Territoriumleer

    Dit is een preview. Er zijn 48 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat is agressie vs. territoriumleer?

    Het verleggen van de grenzen van je territorium naar buiten toe oftewel "terrein winnen".
  • Benoem de vier types territoriaal gedrag:

    • Afbakenen: Het afbakenen van gebied om het bezit of eigendom ervan aan te duiden.
    • Waarschuwing: Het aanbrengen van waarschuwingstekens , concreet of symbolisch, om indringers er op te wijzen dat ze op verboden terrein komen.
    • Verdediging: De verdediging van het gebied waarop aanspraak wordt gemaakt. Dit kan met allerlei mogelijke middelen.
    • Veroveren: Actieve pogingen om nieuwe gebieden te veroveren of gebieden uit te breiden.
  • Welke ruimten worden benoemd bij het territorium?

    • Privé schuilplaats: Schuilplaats om tot rust te komen en energie op te doen.
    • Persoonlijke ruimte: Intieme afstand, persoonlijke afstand, publieke afstand.
    • Psychologische ruimte: Aandacht wekken, aandacht vasthouden, manipulatie, beïnvloeden.
    • Aktieterreinen: Gebieden waar men actief is (hobby's, gezin, werk, vrienden etc.)
  • Wat zijn de territoriale functies?

    • beheer
    • verdedigen
    • verwerven
  • Welke uitingsvormen van agressie zijn er?

    Agressie Gericht op objecten = vernieling 
    Agressie: gericht op zichzelf (automutilatie / zelfdoding.
    verbale agressie = scheldwoorden, beledigen, woedeuitbarstingen.  
    fysieke agressie met voorwerp = gooien met voorwerpen, wapens
    fysieke agressie zonder voorwerp = slaan, schoppen, bijten, knijpen.
    bedreigen = non-verbaal / verbaal
    sekcuele intimidatie = verbaal / non-verbaal / fysiek gedrag.
  • Helderheid kan verlaagd zijn volgens verschillende gradaties, welke?

    • Beneveling = voelt zich suf, wazig, niet helder
    • Somnolentie = is slaperig, moeite doen om wakker te blijven.
    • Sopor = in een soort slaaptoestand verkeren, alleen met sterke prikkels eruit te krijgen.
    • subcoma = lijdt aan bewustzijnsverlies en kan niet worden gewekt, reageert wel nog op licht- en pijnprikkels.
    • Coma = hoogste graadvan bewustzijnsverlies waarbij geen reactie op pijnprikkels optreedt.
  • Wat is het verschil tussen een illusie en hallucinaties?

    Illusie = verkeerde uitleg van zintuigelijke gegevens veroorzaakt door verwachtingen, angsten of wensen, maar die nog wel corrigeerbaar is. Deze verkeerde interpratatie kan echter worden gecorrigeerd wanneer we onze waarneming aan een nadere beschouwing onderwerpen.
    Hallucinatie = een stoornis in de waarneming waarbij gewaarwordingen worden ervaren als zintuigelijke waarnemingen, terwijl er geen externe prikkeling van de zintuigen plaatsvindt.
  • Welke 2 vormen van denkstoornissen ken je?

    1. Formele denkstoornis = stoornis in de manier van denken (b.v. Versneld, vertraagd, incoherent (geen samenhangend geheel vormen), neologisme (nieuwvorming).
    2. Inhoudelijke denkstoornis = een stoornis in wat iemand denkt, men noemt dit een WAAN
  • In welke groepen kun je wanen verdelen?

    1. Groep 1: = betrekking op de eigen persoon (nihilisme, grootheid, schuld, zonde, idee van naderende ondergang van de wereld.
    2. Groep 2: = betrekking op het eigen lichaam (overtuiging van ziekte, infectie, misvorming, idee een storende geur te verspreiden.
    3. Groep 3:= verwijst naar de buitenwereld (achtervolging, vervolging, verstoring en vergiftiging of benadeling van anderen. Maar ook beïnvloeding of het idee dat een ander verliefd op je is.
  • Wat zijn stoornissen in de categorie gevoelsleven?

    1. Stemmingsstoornissen(wordt in verband gebracht met abnormale neerslachtigheid of opgewektheid.
    2. Affectstoornissen (er kan een verstoring van emoties zijn als je kijkt naar gevoeligheid.
LET OP!!! Er zijn slechts 58 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Onderwerpen gerelateerd aan Samenvatting: Les 5: Territoriumleer