Samenvatting: Les 8: Erosieve Gebitsslijtage
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Les 8: Erosieve gebitsslijtage
-
1 Vormen van slijtage
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
- Wat is de definitie van erosie?- Wat is hierbij het verschil tussen extrinsieke en intrinsieke zuren?- Wat is het grootste gevolg van erosie? (2)- Wanneer kan men spreken van erosieve gebitsslijtage?
Erosie def = slijtage
- door inwerkingen van zuren (= intrinsiek of extrinsiek_
- die niet door bacteriën gevormd zijn
Extrinsieke zuren
- omgeving
- voeding
- medicatie
Intrinsieke zuren
- maag
Erosie gevolg
- verzacht tandoppervlakken
- versnelt proces --> abrasie + attritie
Men spreekt van erosieve gebitsslijtage
- wanneer erosie belangrijkste oorzaak van gebitsslijtage is -
- Wat is het grootste verschil qua ontkalking als we het hebben over caries en erosie?- Benoem minstens 4 beschermde factoren die erosie tegen werken.- Benoem minstens 4 pathologische factoren die erosie veroorzaken.
Caries = onderhuidse ontkalking
Erosie = oppervlakkige ontkalking
Beschermende factoren
- speekselvloed en samenstelling
- eiwitten + antibacteriële middelen
- fluoride + calcium + fosfaat
- dieetsamenstelling + chelaatvormers
- niet te frequent invloed van zuren
Pathologische factoren
- veel intrinsieke zuren
- veel extrinsieke zuren
- dieetsamenstelling (afwezigheid chelaatvormers)
- verminderde speekselvloed en werking -
- Wat is het verschil in oorzaak tussen attritie en abrasie?- Hoe heet de pathologische vorm van attritie?
Attritie =slijtage
- door direct contact --> tussen 2tandoppervlakken
-bruxisme =pathologische vorm hiervanAbrasie =slijtage
- afkomstig door --> object/substantie
- vanaf buiten de mond -
Hoe heet deze vorm van slijtage en wat houd het in?
= Demasticatie
- slijtage door kauwen op (erosief/abrasief) voedsel -
- Welke vorm van slijtage is dit en benoem de 2 andere synoniemen hiervan.- Waar wordt deze vorm van slijtage weleens
= Abfractie/NCCL
= non-carious cervical lesions
= cervicale slijtagedefecten
Worden soms in verband gebracht met:
- occlusale overbelasting
--> spanning in glazuur --> abfractie
- (echter geen overtuigend bewijs hiervan) -
1.1 Populatie en prevalentie
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Bij welke 5 patienten komt slijtage meer voor en geef hier concrete voorbeelden bij.
1. Gastrointestinale afwijkingen (intrinsiek zuur)
- oprispingen
- overgeven
2. Eetstoornissen (intrinsiek zuur)
- anorexia nervosa
- boulimia nervosa
3. Afwijkende voedingsgewoontes (extrinsiek zuur)
- frisdrank
- citrusvruchten
- medicatie/voedingssupplementen
4. Beroepsmatige erosie (extrinsiek zuur)
- wijnproeven
- metaalbewerking
5. Hyposalivatie
- meer risico op slijtage -
1.2 Klinische verschijningsvormen
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
Laat hier meer flashcards zien -
Welke vorm van slijtage is dit en onderbouw waarom dat zo is?
Kan duiden op erosie
Omdat
-slijtage zich bevind oppalatale vlakken dichtbij sulcus
= gebied waar weinigslijtage optreed -
Welke vorm van slijtage is dit en onderbouw waarom dat zo is?
Kan duiden op erosie
Owv
- verlies perikymata --> al bij jonge elementen
- gladde oppervlak met zijdeglans -
2 Oorzaken
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
Laat hier meer flashcards zien -
Leg uit hoe het kan dat producten met een lage pH ook niet-erosief kunnen zijn? En hoe die functie werkt.
Producten metlage pH --> kan toch niet-erosief zijn:
- bevat veelcalcium en of fosfaat
- bvmelk enbier
Functie vancalcium en fosfaat
- bevorderenverzadigingsgraad van product --> tovtandmineraal -
Voedingsfactoren zijn een van de factoren voor erosieve gebitsslijtage:- Welke 6 chemische factoren van voedingsmiddelen beïnvloeden de erosiviteit van de middelen zelf?
1.Ph
2.Buffercapaciteit
3. Type zuur
4.Calcium , fosfaat en fluoride concentratie
5.Calciumbindende eigenschappen
6.Hechting van product --> aantandoppervlak
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden