Samenvatting: Lesstof
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Lesstof
-
1 Emotionele betrokkenheid
-
1.1 Dictaat blok 2
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Waar is de rationele betrokkenheid op gebaseerd?
De fysieke en emotionele interacties van mensen met de natuur die leidt tot emotionele verbinding en betrokkenheid. -
Wat zijn de gevolgen van rationele betrokkenheid?
De natuur krijgt meer betekenis voor mensen en er ontstaat intrinsieke motivatie om de natuur te beschermen. -
Wat zijn voorbeelden van interacties met de natuur?
Directe, fysieke, bvb recreatie.
Sociale relaties (andere mensen, organisaties of samenlevingen)
Als bron voor zingeving en vorming van identiteit. -
Waarom focussen ze op interactie met de natuur?
Deze heeft veel invloed en de meeste potentie tot verandering in gedrag. -
1.1.1 Recreatie
Dit is een preview. Er zijn 14 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Hoe wordt natuurervaring of natuurbeleving vaak uitgedrukt?
In recreatie in groene en blauwe natuur. -
Hoe wordt recreatie uitgedrukt?
Activiteiten : het gedrag dat in de natuur wordt ondernomen (vrijwillig en plezierlijk)
of
Participatie : Het aandeel of aantal mensen binnen een bepaalde groep dat gedurende een bepaald tijdsbestek een natuurgebied bezoekt. -
Wat is het verschil tussen symmetrische en asymmetrische conflicten?
Een of beidepartijen ervaren conflict. Vaak mengvormen. Intensiteit van conflict is ook van belang. -
Wat is een ander onderdeel van recreatiebeheer?
Het voorkomen van schadelijke effecten van recreatie op de natuur. -
Wat bepaald de invloed van recreatie op het ecologische systeem?
1) gedrag van recreanten
2) ecologische kenmerken van het gebied -
Wat is recreatieve activiteit?
Wat is de activiteit, combi met vervoersmiddel of beest, geluid, geuren, afval, planten meegenomen.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden