Samenvatting: Levenscycli
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van levenscycli
-
1 1-5
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Trypanosoma gambiense (mens), T. rhodensiense (rund)
1.De tsetsevlieg neemt een bloedmaaltijd. Hierbij worden trypomastigoten geinjecteerd.
2.Trypomastigoten komen in de bloedbaan en migreren door het lichaam.
3.Trypomastigoten vermenigvuldigen door tweedeling in het bloed, lymfe en cerebrospinaal vocht.
4.Trypomastigoten komen in het bloed.
5.Een tsetsevlieg neemt een bloedmaaltijd en neemt trypomastigoten op.
6.In de darm vermenigvuldigen trypomastigoten door tweedeling.
7.Trypomastigoten transformeren tot epimastigoten
8.Epimastigoten vermenigvuldigen in de speekselklieren en transformeren tot trypomastigoten.
1.De tsetsevlieg neemt een bloedmaaltijd. -
Leishmania donovani infantum (mens, hond)
1.De zandvlieg neemt een bloedmaaltijd en injecteert promastigoten in de huid.
2.Promastigoten worden gefagocyteerd door macrofagen.
3.Promastigoten transformeren tot amastigoten.
4.Amastigoten vermenigvuldigen in macrofagen.
5.Een zandvlieg neemt een bloedmaaltijd.
6.De zandvlieg neemt geinfecteerde macrofagen op met de bloedmaaltijd.
De macrofagen barsten open en de amastigoten komen vrij.
7.In de darm transformeren amastigoten tot promastigoten.
8.Promastigoten vermenigvuldigen door tweedeling en migreren naar de steeksnuit.
1.De zandvlieg neemt een bloedmaaltijd. -
Tritrichomonas foetus (rund), Trichomonas gallinae (duif)
1.Trofozoiten in het urogenitaalstelsel van het rund of in krop van de duif.
2.Trofozoiten vermeerderen door tweedeling.
3.Trofozoiten worden overgedragen bij het dekken (rund) of met de kropmelk (duif). -
5 21-25
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 5
Laat hier meer flashcards zien -
Strongylus vulgaris (paard)
1.Eieren worden uitgescheiden met de feces.
2.L1 larven komen uit
3.Ontwikkeling tot L2 → L3
De L3 larve blijft omgeven door de cuticula van L2.
4.Orale opname van L3
5.L3 penetreren de mucosa en submucosa van de dikke darm.
6.Ontwikkeling tot L4
7.Penetratie van submucosale arteriolen en migratie tegen de bloedstroom in naar a. mesenterica cranialis.
8.Ontwikkeling tot L5 (jonge volwassen wormen).
9.Migratie naar de dikke darm.
10.Ontwikkeling tot volwassen wormen.
11.Paring en productie van eieren
1.Eieren worden uitgescheiden met de feces. -
Cyathostominae spp. (paard)
1.Eieren worden uitgescheiden met de feces.
2.L1 larven komen uit
3.Ontwikkeling tot L2 → L3
De L3 larve blijft omgeven door de cuticula van L2.
4.Orale opname van L3
5.L3 penetreren de mucosa van de dikke darm.
6.Ontwikkeling tot L4 in de mucosa, eventueel voorafgegaan door een fase van hypobiose (rust).
7.Species afhankelijk ontwikkeling tot L5 (jonge volwassen wormen) in de mucosae of in het lumen.
8.Ontwikkeling tot volwassen wormen in het lumen.
9.Paring en productie van eieren.
1.Eieren worden uitgescheiden met de feces. -
Oesophagostomum radiatum (rund), O. venulosum (schaap), O. dentatum (varken)
1.Eieren worden uitgescheiden met de feces.
2.L1 larven komen uit
3.Ontwikkeling tot L2 → L3
De L3 larve blijft omgeven door de cuticula van L2.
4.Orale opname van L3
5.L3 penetreren de mucosa van caecum en colon.
6.Ontwikkeling tot L4 in de mucosa.
7.Ontwikkeling tot L5 (jonge volwassen wormen) in het lumen.
8.Ontwikkeling tot volwassen wormen.
9.Paring en productie van eieren.
1.Eieren worden uitgescheiden met de feces. -
Syngamus trachea (pluimvee)
1.Eieren worden uitgescheiden met de feces.
2.Ontwikkeling van L1 tot L3 in het ei.
3.Orale opname van eieren met L3-larven of van een gastheer besmet met vrije L3-larven.
4.L3-larven penetreren de darmwand en migreren via de bloedbaan naar de longen.
5.Penetratie van longweefsel → trachea.
6.Ontwikkeling tot L4 en volwassen wormen in de luchtwegen.
7.Paring en productie van eieren.
8.Eieren worden opgehoest en ingeslikt.
1.Eieren worden uitgescheiden met de feces. -
6 26-30
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 6
Laat hier meer flashcards zien -
Ostertagia ostertagi (rund), Haemonchus contortus (schaap, geit), Teladorsagia circumcincta (schaap, geit)
1.Eieren worden uitgescheiden met de feces.
2.L1 larven komen uit.
3.Ontwikkeling tot L2 → L3
De L3 larve blijft omgeven door de cuticula van L2.
4.L3-larven migreren op het gras.
5.Orale opname van L3
6.L3 dringt in de fundusklieren van de lebmaag en ontwikkelt daar tot L4, eventueel na een periode van hypobiose.
7.L4 ontwikkelt tot een volwassen worm.
8.De volwassen worm komt uit de fundusklier en legt zich op de mucosa.
9.Paring en productie van eieren.
1.Eieren worden uitgescheiden met de feces. -
Trichostrongylus axei (herkauwers, paard, varken, mens)
1.Eieren worden uitgescheiden met de feces.
2.L1 larven komen uit.
3.Ontwikkeling tot L2 → L3
De L3 larve blijft omgeven door de cuticula van L2.
4.L3-larven migreren op het gras.
5.Orale opname van L3
6.Ontwikkeling tot L4 in het lumen van de maag.
7.Ontwikkeling tot volwassen worm.
8.Paring en productie van eieren.
1.Eieren worden uitgescheiden met de feces. -
7 31-35
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 7
Laat hier meer flashcards zien -
Habronema muscae (paard)
1.L1-larven worden uitgescheiden met de feces.
2.L1-larven worden opgenomen door larven van vliegen (Musca domestica).
3.Ontwikkeling tot L3 in de vlieg.
4.L3-larven worden door vliegen afgezet rond de mond.
5.L3-larven worden ingeslikt door het paard.
6.Ontwikkeling tot L4 en volwassen wormen in de maag.
7.Paring en productie van eieren.
8.L1-larven komen uit in de darmen.
1.L1-larven worden uitgescheiden met de feces.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden