Van 6 maanden tot 2 jaar - de sociale ontwikkeling persoonlijkheidsontwikkeling

11 belangrijke vragen over Van 6 maanden tot 2 jaar - de sociale ontwikkeling persoonlijkheidsontwikkeling

Welke twee fasen in de gehechtheid die de basis vormen voor de ontwikkeling van de persoonlijkheid en de autonomie onderscheidt Bowlby in de babytijd?

- Een beginnende gehechtheid
- de feitelijke gehechtheid.

Waarin staat de autonomie op de voorgrond?

Bij de koppigheidsfase, de pubertijd, de menopauze en de midlifecrisis.

Welke vier deelstadia zijn te onderscheiden in de separatie- en individuatiefase?

- Tussen 6-8 maanden, de differentiatiefase
- Tussen 8-18 maanden, de oefenfase
- Tussen 1,5-2 jaar, de toenaderingsfase
- tussen 2-3 jaar, de consolidatiefase van de individualiteit.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat houdt de claer cut attachment in?

Tijdens deze fase ontwikkelt het kind een vrijwel exclusieve gerichtheid op een of paar personen uit zijn omgeving. Deze gehectheid ontstaat tussen zes en acht maanden.

De periode tussen zes maanden en drie jaar noem je de seperatie - en individuatiefase; het kind is bezig zich te onderscheiden van anderen als basis voor het omgaan van relaties met andere mensen. Hoe heten de 4 deelstadia's?

1. Differentiatiefase ( 6-8 maanden)
2. Oefenfase (8-18 maanden)
3. Toenaderingsfase (1,5-2 jaar)
4. Consolidatiefase (2-3 jaar)

Het zoeken naar nabijheid staat echter in conflict met het streven naar autonomie, vandaar dat innerlijke conflict. Waar is dit een begin van?

Het begin van de koppigheidsfase of Trotzalter. Deze periode noem je ook wel de neen-periode.

Wat is het verschil tussen bipolair en unipolair?

Bij een bipolaire depressie wisselen manisch en depressieve perioden zich af, en bij unipolaire depressies ontbreken de manische episoden.

Wat is het verschil tussen een geremde en ontremde hechtingsstoornis?

1. De kinderen met een geremde stoornis vertonen gestoord gedrag in sociale relatie. Een voorbeeld hiervan is het toenadering zoeken tot de opvoeder en tegelijk het gezicht afwenden.
2. De kinderen met ontremde hechtingsstoornissen vertonen niet-selectief hechtingsgedrag; soms klampen zij zich vast aan iedereen en lijkt het erop dat zij zich oppervlakkig gezien aan iedereen kunnen hechten.

Bij wie komen het geen-bodemsyndroom die wordt gezien als een ernstige hechtingsproblematiek veel voor?

Bij adoptie kinderen

Wat zijn de twee belangrijkste factoren van kinderen met een aangeboren gedragsstoornis (antisociale stoornis)

1. Hebben minder stresshormoon cortisol
2. Hebben een gebrek aan invoelingsvermogen
Dit kan later duiden op crimineel gedrag

Wat valt eronder conversieverschijnselen?

Braken, vorm van astma, uitvalsverschijnselen van het gehoor, zien, het bewustzijn (flauwvallen) of de motoriek ontwikkelen.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo