Bas Haring over evolutie - Wat zijn soorten en wat is leven?
5 belangrijke vragen over Bas Haring over evolutie - Wat zijn soorten en wat is leven?
Waarom is er erfelijke variatie tussen de nakomelingen van dezelfde ouders?
Bij de productie van geslachtscellen wordt het erfelijke materiaal
gehalveerd. Een normale cel bevat een dubbele set chromosomen, maar
er bestaan meestal verschillen tussen elk van de chromosomenparen.
Een geslachtscel bevat een enkele set chromosomen. Elk van die
chromosomen kan verschillen van de twee chromosomen van het
oorspronkelijke paar, doordat deze erfelijk materiaal hebben
uitgewisseld bij de vorming van de geslachtscellen. Bijna iedere
geslachtscel is daardoor verschillend. Tussen de nakomelingen, die elk
ontstaan door samensmelting van een meestal unieke geslachtscel van
de moeder met een meestal unieke geslachtscel van de vader, bestaat
daardoor een grote erfelijke variatie.
In hoeverre is er evolutie mogelijk met de erfelijke variatie die op een
bepaald moment in een soort van planten of dieren beschikbaar is – dus
zonder dat er nieuwe variatie wordt gegenereerd?
Bij de vorming van geslachtscellen kan die erfelijke variatie telkens weer
opnieuw worden gecombineerd, en het is heel goed mogelijk dat er
aanvankelijk in de loop van generaties veranderingen optreden. Dat zal
bijna altijd gepaard gaan met het verlies van genen en dus vermindering
van de erfelijke variatie. Her veranderingsproces komt daardoor op een
gegeven moment tot stilstand.
Waardoor kan er weer nieuwe erfelijke variatie ontstaan?
Door fouten bij het kopiëren van erfelijk materiaal. Daardoor ontstaan
nieuwe genen die mutaties worden genoemd.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Welke problemen kan je tegenkomen als je een soort definieert als de
groep van ‘kruisbare’ individuen?
Het is mogelijk dat de groep dan veel groter wordt dan op andere
gronden gerechtvaardigd lijkt. Bijvoorbeeld paarden en ezels zijn goed
kruisbaar, maar hun nakomelingen zijn niet meer in staat om zich voort
te planten. Verder wordt het onmogelijk om de soortgrenzen aan te
geven in afstammingslijnen. Het is immers ondoenlijk om kruisbaarheid
te toetsen met organismen die in het verleden hebben geleefd.
Waarom is de stelling dat alle zoogdieren een zoogdier als moeder
hadden onjuist?
Zoogdieren stammen af van de reptielen. In de afstammingslijn werden
de organismen steeds minder reptiel en steeds meer zoogdier. Hoewel
nergens een scherpe grens kan worden getrokken, is het wel duidelijk
dat de moeders in die lijn gemiddeld iets minder voldeden aan de
zoogdiercriteria dan hun nakomelingen.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden