Samenvatting: Levenswetenschappen 2 : Fysiologie | 9789035815858 | J G (Johan) van Rhijn
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Levenswetenschappen 2 : fysiologie | 9789035815858 | [cursusteam J.G. (Johan) van Rhijn ... et al.].
-
1 Van overleven naar functioneren
Dit is een preview. Er zijn 21 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Wanneer zijn organismen autotroof?
Organismen zijn autotroof als die organische stoffen kunnen opbouwen uit anorganische grondstoffen met een niet -organische energiebron. -
Centraal voor alle levende cellen staan "opbouw" en afbraak samen .....
Metabolisme -
Wanneer zijn organismen heterotroof?
Organismen zijn heterotroof als deze organische stoffen nodig hebben als energiebron en of als grondstof. -
Kenmerkend voor autotrofe organismen
Synthese -
Hoe werkt de negatieve terugkoppeling bij homeostase?
Negatieve terugkoppeling: terugkoppeling waarbij de kans op voortzetting van een bepaald type gedrag afneemt door de uitvoering van dat gedrag (blote voeten door de sneeuw) -
1.2 Homeostase
Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
Laat hier meer flashcards zien -
Onder welke omstandigheden zijn levensprocessen mogelijk?
- Boven een minimumtemperatuur
- Beneden een maximumtemperatuur
- Met de juiste hoeveelheid water, koolstof en andere grondstoffen. Niet te weinig, maar ook niet teveel
- Voldoende beschikbare energie
-
Positieve terugkoppelingen zijn ook belangrijk in de fysiologie, maar alleen voor de ....... termijn.
Korte -
Welke 5 facetten kunnen er onderscheiden worden bij een negatieve terugkoppelingssysteem van een organisme?
- Factor van het interne milieu (temperatuur, osmotische waarde, concentratie K+, beschikbare energie etc.) die gereguleerd moet worden
- Een voeler (zintuig) voor die factor
- Een normwaarde voor die factor
- Een mechanisme of proces dat in werking treedt wanneer de norm in een bepaalde richting is overschreden en dat de waarde van de factor weer in de richting van die norm terugduwt
- Een energietoevoer om het mechanisme of proces te 'voeden'
-
Hoe kan een organisme koolstof en energie voor de lange termijn opslaan?
Met koolhydraten en vetten. -
1.2.1 Energiedragers en reduceerders: ATP en NADPH
Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2.1
Laat hier meer flashcards zien -
ATP wordt onder invloed van de protonengradient gevormd door fosforylering van ADP
ADP + pi + energie --> ATP + H2O
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden