Startpagina / Samenvattingen / Levenswetenschappen 2 : fysiologie / dieet-bmr-thermogenese

Overfeeding

11 belangrijke vragen over Overfeeding

Waarom zou een toenemende warmteproductie in het metabolisme
gepaard gaan met een minder sterke koppeling tussen het oxidatieproces in het mitochondrion en de ATP-synthese?

De energie die bij het oxidatieproces in het mitochondrion vrijkomt

wordt bij de ATP-synthese grotendeels opnieuw als chemische energie

vastgelegd. Er wordt meer warmte geproduceerd als er minder ATP

wordt gesynthetiseerd bij de oxidatie van dezelfde hoeveelheid NADH.

Wat is het verband tussen AEE en PA?

AEE – activityinduced energy expenditure – is de energie die de

proefpersoon daadwerkelijk besteed aan activiteit. PA is een meting van

de activiteit die gebruikt kan worden om AEE te schatten

In welke volgorde worden de macronutriënten vet, koolhydraat, eiwit en
alcohol na opname geoxideerd?

Alcohol wordt zo snel mogelijk na opname geheel geoxideerd.

Koolhydraten en eiwitten kunnen deels worden opgeslagen, maar

worden ook in belangrijke mate geoxideerd. Vetten worden vooral

opgeslagen en pas geoxideerd als er onvoldoende andere nutriënten zijn

Bespreek de effecten van DIT en in welke mate ze samenhangen met
nutriënten in het dieet.

DIT – diet-induced thermogenesis – kan zich manifesteren als een

kortdurende verhoging van de warmteproductie na de maaltijd, maar

ook als een langdurige verhoging van het BMR. DIT is hoger bij een dieet

dat rijk is aan proteïnen of koolhydraten dan bij een vetrijk dieet. Ook bij

een dieet dat arm is aan proteïnen wordt de DIT verhoogd.

Geef de relatie aan tussen BMR, TEE, AEE en DIT.

Als al deze grootheden worden omgerekend tot hun bijdrage aan de

totale energiebesteding per dag, is TEE = BMR + DIT + AEE

Wat is het rendement als geconsumeerd vet én als geconsumeerd
koolhydraat worden opgeslagen als lichaamsvet?

Voor geconsumeerd vet is het verlies ongeveer 2% (~0,02 MJ per MJ

geconsumeerd vet), dus een rendement ongeveer 98%. Voor

geconsumeerd koolhydraat is het verlies ongeveer 25%, dus een

rendement ongeveer 75%.

Welke dimensies (eenheden) hebben EE, BMR, DIT en RQ?

EE, BMR en DIT worden in het algemeen uitgedrukt in een energie-
eenheid per tijdseenheid. Dus bv. Mj/d.

Voor BMR (rate) ligt dat het meest voor de hand.
EE en DIT zouden eventueel ook nog alleen in energie-eenheden (dus J of MJ) kunnen worden uitgedrukt.
RQ is volume/volume, dus dimensieloos

Wat is de relatie tussen de DIT en adaptieve thermogenese?

DIT staat voor alle warmte die gegenereerd wordt door de consumptie

van voedsel. Adaptieve thermogenese staat alleen voor dat deel van de

DIT waarmee een te hoge EI kan worden gecompenseerd.

Wat zou er aan de hand kunnen zijn met de DIT van mensen die ‘aanleg’
hebben om overgewicht te ontwikkelen en wat bij mensen die veel eten
maar niet dik worden?

De dikkerds hebben wellicht een verminderd vermogen voor adaptieve

thermogenese, de slanke veeleters een sterk vermogen voor adaptieve

thermogenese.

Wat is de conclusie van dit artikel?

Er zijn bij mensen geen eenduidige bewijzen voor adaptieve thermogenese. Verhoging van EE bij een toename van de EI kan dikwijls worden

verklaard uit de extra kosten voor groei en onderhoud van een zwaarder

lichaam. De mogelijke uitgaven die daar nog bovenop kome uit de extra kosten voor groei en onderhoud van een zwaarder

lichaam. De mogelijke uitgaven die daar nog bovenop komen voor

adaptieve thermogenese zijn dikwijls zo klein dat ze vallen binnen de

foutenmage van de analysemethoden.

Door welke mechanismen heeft de hoeveelheid eiwit in het dieet invloed op de DIT?

Bij een dieet met te weinig proteïnen wordt gecompenseerd door meer te
eten en door de DIT te verhogen. Met dit laatste zou een
gewichtstoename kunnen worden tegengegaan. In een dieet met te veel
eiwitten wordt de DIT verhoogd vanwege de hoge energetische kosten
van het eiwitmetabolisme. De verhoging van de DIT bij weinig proteïnen
lijkt adaptief te zijn omdat de energetische kosten voor gewichtstoename
in dat geval veel hoger zijn dan bij een dieet met veel proteïnen.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Levenswetenschappen 2 : fysiologie | 9789035815858 | J G (Johan) van Rhijn

Bekijk samenvatting

Een unieke studie- en oefentool
Nooit meer iets twee keer studeren
Haal de cijfers waar je op hoopt
100% zeker alles onthouden

Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding

Overfeeding

11 belangrijke vragen over Overfeeding

Waarom zou een toenemende warmteproductie in het metabolisme gepaard gaan met een minder sterke koppeling tussen het oxidatieproces in het mitochondrion en de ATP-synthese?

Wat is het verband tussen AEE en PA?

In welke volgorde worden de macronutriënten vet, koolhydraat, eiwit en alcohol na opname geoxideerd?

Bespreek de effecten van DIT en in welke mate ze samenhangen met nutriënten in het dieet.

Geef de relatie aan tussen BMR, TEE, AEE en DIT.

Wat is het rendement als geconsumeerd vet én als geconsumeerd koolhydraat worden opgeslagen als lichaamsvet?

Welke dimensies (eenheden) hebben EE, BMR, DIT en RQ?

Wat is de relatie tussen de DIT en adaptieve thermogenese?

Wat zou er aan de hand kunnen zijn met de DIT van mensen die ‘aanleg’ hebben om overgewicht te ontwikkelen en wat bij mensen die veel eten maar niet dik worden?

Wat is de conclusie van dit artikel?

Door welke mechanismen heeft de hoeveelheid eiwit in het dieet invloed op de DIT?

Samenvattingen die gerelateerd zijn aan Van overleven naar functioneren

Levenswetenschappen 2 : fysiologie

Nectar : biologie.

N13121 Levenswetenschappen 1: evolutie

Klinische neuropsychologie

Veelvormige dynamiek : Europa in het ancien …

Anatomie en fysiologie

Externe verslaggeving

Grondslagen van de Marketing

Cliënt en omgeving Saw 3 & 4

Geschiedenis van het privéleven : bronnen en…

Sprekend verleden / VWO Handboek 4/5/6 bb

Memo 4/5/6v leer/opdrachtenboek

Waarom zou een toenemende warmteproductie in het metabolisme
gepaard gaan met een minder sterke koppeling tussen het oxidatieproces in het mitochondrion en de ATP-synthese?

In welke volgorde worden de macronutriënten vet, koolhydraat, eiwit en
alcohol na opname geoxideerd?

Bespreek de effecten van DIT en in welke mate ze samenhangen met
nutriënten in het dieet.

Wat is het rendement als geconsumeerd vet én als geconsumeerd
koolhydraat worden opgeslagen als lichaamsvet?

Wat zou er aan de hand kunnen zijn met de DIT van mensen die ‘aanleg’
hebben om overgewicht te ontwikkelen en wat bij mensen die veel eten
maar niet dik worden?