Samenvatting: Levenswetenschappen: Evolutie

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Levenswetenschappen: evolutie

• 1 Evolutie, soorten en populaties

• 1.1 De evolutionaire benadering binnen de biologie

  Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Vanuit welke uitgangspunten kan het leven binnen de biologie worden benaderd?

  - Hoe is het ontstaan? (Hoe is het oog in de loop van evolutie ontstaan?)
  
  - Hoe heeft het zich ontwikkeld? (Hoe heeft het oog zich ontwikkeld?)
  
  - Hoe werkt het? (bv: hoe werkt het oog?)
  
  - Wat is de functie? (wat is de functie van het oog m.b.t. overleven en voorplanting)

• Welke vragen beschouwen oorzaak-gevolgrelaties op korte tijdschaal?

  De ‘hoe werkt het’ en ‘hoe heeft het zich ontwikkeld’ vragen.

• Wat zijn ultieme oorzaken?

  In oorzaak-gevolg relaties vanuit een evolutionair perspectief is er sprake van ultieme oorzaken. Ze spelen zich op langere tijdschaal af en omspant meerdere generaties

• Wat zijn proximale oorzaken?

  Dit zijn oorzaken die een direct gevolg hebben. Zoals het reageren van een oog op licht. En het ontwikkelen van een oog tijdens embryonale ontwikkeling.

• 1.2 Biologische evolutie

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is industrieel melanisme?

  Het fenomeen dat organismen richting een donkere schutkleur evolueren op plaatsen met veel (roet) vervuiling

• Wat waren de gevolgen van de industriële revolutie voor de Biston betularia in Engeland?

  Door de hoge uitstoot van zwaveloxiden verdwenen wit gekleurde korstmossen. In plaats daarvan kleurde bomen takken zwart door de roet uitstoot. De  Biston betularia typica (wit gekleurd) maakte plaats voor de Biston betularia carbonaria (zwart gekleurd).

• Benoem 4 manieren waarop de mens vrijwel overal ter wereld de leefomgeving van organismen in meer of mindere mate heeft veranderd

  • toenemend landgebruik
    
  • vervuiling
  • uitstoot van broeikasgassen
  • introductie van invasieve soorten en ziekteverwekkers

• Kunnen antropogene verstoringen ook zonder selectie leiden tot veranderingen van individuen van een soort? Waarom?

  De veranderingen hoeven niet altijd een (volledig) genetische basis te hebben. Ze kunnen inspelen op nieuwe situaties door aanpassingen in gedrag, morfologie of fysiologie

• Welke menselijke activiteiten kunnen leiden tot verstoringen bij organismen?

  - Landgebruik
  - Vervuiling
  - Uitstoot van broeikasgassen
  - Introductie van invasieve soorten en ziekteverwekkers
  - Overexpoitatie

• Wat laat het voorbeeld van Biston betularia zien met betrekking tot evolutie?

  1. Menselijke verstoringen hebben invloed op evolutie binnen een soort.
  2. Soorten kunnen standhouden onder ongunstige antropogene omstandigheden door evolutionaire aanpassingen.