LF 1 / : Basiscursus farmacologie - Leerstof syllabus (en evt artikelen)

39 belangrijke vragen over LF 1 / : Basiscursus farmacologie - Leerstof syllabus (en evt artikelen)

Maak een eenvoudig schema met daarin de ontwikkelingsfasen van medicijnonderzoek en wat elk inhoudt.


  1. Fase I:  Onderzoek op 20-100 gezonde vrijwilligers om de veiligheid en dosis te bepalen.
  2. Fase II:  Onderzoek op enkele honderden patiënten om werkzaamheid te bepalen.
  3. Fase III:  Onderzoek op enkele duizenden patiënten om te testen of het beter werkt dan placebo en bijwerkingen te monitoren.
  4. Fase IV:  Na het op de markt brengen van het medicijn monitoren van bijwerkingen en veiligheid.

Waarom duurt medicijnontwikkeling zo lang?

  • Door de hoge veiligheidseisen die worden gesteld aan nieuwe medicijnen.
  • Er wordt langdurig en grondig getest. Elke fase moet worden gepland, uitgevoerd en vervolgens geanalyseerd.

Wat is het basisprincipe van de toxicologie en de farmacologie?

Alleen de dosis geeft een gif. (Werd gezegd door Paracelsus)
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Waarom maken we tegenwoordig in de geneeskunde gebruik van synthetische medicijnen en niet (zoveel) van natuurlijke preparaten zoals bijvoorbeeld berkenbastconcentraat?

Synthetische medicijnen:
  • Zijn specifieker t.o.v. plantaardige preparaten
  • Samenstelling niet afhankelijk van externe factoren (zoals grond, weer en neerslag)
  • Kunnen krachtiger zijn
  • Beter controleerbaar

Welke vier verkoopindicaties zijn er? Beschrijf elk kort.

UR: uitsluitend op recept.
Mag alleen worden voorgeschreven door een arts en verkocht door de apotheek in verband met het risico dat deze medicijnen in zich dragen.

UA: uitsluitend apotheek.
Mag alleen door een apotheek worden verkocht, in verband met mogelijke bijwerkingen/contra-indicaties/interacties met andere medicatie. Mag wel zonder recept worden gekocht.

UAD: uitsluitend apotheek of drogist.
Mag alleen in de apotheek of drogisterij worden verkocht door opgeleid personeel, in verband met de patiëntvoorlichting. Mag zonder recept worden gekocht.

AV: algemene verkoop.
Mag overal worden verkocht, en gekocht zonder recept.

Waar staat R/ voor op een recept? Welke informatie volgt op R/?

Dit staat voor ‘recipe’, oftewel 'bereid'.
Op R/ volgt naam geneesmiddel, de sterkte en hoeveelheid.

Leg kort uit hoe een arts te werk moet gaan als hij iemand 4 medicijnen voor wil schrijven, waarvan er 2 onder de opiumwet vallen.

De arts schrijft 3 recepten uit:
2 voor de 2 OW-geneesmiddelen
1 voor de 2 niet-OW-geneesmiddelen.

De OW-geneesmiddelenrecepten schrijft hij volledig uit in letters en ondertekent hij met zijn volledige handtekening.

Waar is 'a.n.' de afkorting van?

voor de nacht

Waar is 'd.t.d' de afkorting van?

geef zodanige doses

Waar is 'u.e.' de afkorting van?

uitwendig gebruik

Waar is 'd.c' de afkorting van?

gedurende de maaltijd

Iemand geeft aan veel pijn te hebben. Je hebt nog wat stripjes diclofenac 25 mg en paracetamol 250 mg in je auto liggen. Welke geef je aan de kreunende patiënt en waarom?

Paracetamol, omdat die vrij verkrijgbaar is en kans op interacties minimaal is.
(Wel na vragen of patiënt toevallig allergisch is voor paracetamol) 

Het is erg onverstandig een UA geneesmiddel te geven zonder overleg met apotheek / zonder te weten wat deze patiënt verder nog slikt.

Wat is de belangrijkste overweging bij het kiezen van een toedieningsvorm?

‘Hoe krijg ik het medicijn het beste bij het doelorgaan/target?’

Iemand met ernstige psychiatrische klachten wil niet zwanger worden. Ze heeft grote moeite haar dagelijkse taken te volbrengen, soms lukt het haar niet eens haar bed uit te komen. Haar persoonlijke hygiëne lijdt ook onder haar klachten. Welke toedieningsvorm van anticonceptie is voor haar waarschijnlijk het meest geschikt? Waarom?

Implantaat. Wanneer iemand de persoonlijke hygiëne verwaarloost door psychische problemen ligt het in de lijn der verwachting dat ook de orale anticonceptie wel eens overgeslagen wordt en daarmee is de bescherming niet meer optimaal. De prikpil is in dit geval een goede optie, omdat mevrouw hier na het zetten van de pil niet meer over na hoeft te denken.

Iemand heeft een ernstige oorontsteking en de arts wil daarom graag medicatie toedienen. Helaas heeft dit specifieke medicijn zeer heftige systemische bijwerkingen. Welke toedieningsvorm is het meest geschikt? Waarom?

Oordruppels. Oordruppels komen nauwelijks in de bloedbaan terecht en zullen dus in de meeste gevallen niet de systemische effecten laten zien. Het is uiteraard wel belangrijk om te controleren of er geen open wonden in het oor zijn, want dan kan het geneesmiddel alsnog via de bloedbaan opgenomen worden.

Mevrouw Mulder heeft dementie en slikproblemen. Noem twee toedieningsvormen die problemen kunnen geven, en twee toedieningsvormen die juist wel goed aansluiten bij mevrouw haar specifieke klachten, en leg uit waarom je die kiest.

Tabletten en capsules kunnen problemen geven met slikproblemen. Ook vloeibare geneesmiddelen kunnen problemen geven doordat het in de luchtpijp terecht komt. Injecties geven vaak veel stress. Zetpillen, pleisters, implantaten, en poeders of kleine tabletten die door dikke voedingsmiddelen gemengd kunnen worden zijn geschikter.

Welke toedieningsvorm is zeer geschikt bij eczeem? Waarom?

Een crème of zalf, doordat deze heel lokaal het geneesmiddel bij de eczeem kan brengen en door de vetbasis al verzorgend werkt.

De arts kan kiezen tussen capsules of tabletten voor hetzelfde middel. Wat zijn overwegingen die hij mee kan nemen om een keuze te maken?

Prijs (capsules zijn doorgaans duurder), slikgemak en de relevantie daarvan bij de specifieke patiënt, plaats waar het geneesmiddel moet belanden, absorptiesnelheden.

Leg uit hoe het medicijn door het lichaam gaat wanneer deze wordt toegediend via intraveneuze injectie.

Bloedbaan, weefsels, lever (metabolisme), nier (metabolieten uitgescheiden). Let op! De metabolieten bereiken ook de weefsels.

Leg uit hoe het medicijn door het lichaam gaat wanneer deze wordt toegediend via een tablet.

Maag, darm, poortader, lever (metabolisme), weefsels, nier (uitscheiding). Het geneesmiddel komt dus éérst langs de lever voor metabolisme en komt dán pas in aanraking met de rest van het lichaam.

Waar grijpen geneesmiddelen meestal op aan?
a. Lipiden
b. Eiwitten
c. Koolhydraten
d. Organen

b. Eiwitten

Eiwitten worden als volgt gemaakt in het lichaam:
a. Een chromosoom wordt afgelezen en vertaald naar DNA, dat zich dan vouwt in een eiwit.
b. Een gen wordt afgelezen vertaald naar RNA, dat weer vertaald wordt naar een aminozuursequentie die zich in een eiwit vouwt.
c. Een gen wordt afgelezen en vertaald naar DNA, dat weer vertaald wordt naar RNA, die zich in een eiwit vouwt.
d. Een chromosoom wordt afgelezen en vertaald naar RNA, dat weer vertaald wordt naar een aminozuursequentie dat zich in een eiwit vouwt.

b. Een gen wordt afgelezen vertaald naar RNA, dat weer vertaald wordt naar een aminozuursequentie die zich in een eiwit vouwt.

Leg kort uit wat een receptor is. Waarom zijn receptoren goede aangrijpingspunten voor geneesmiddelen?

Een receptor werkt als een soort sleutelgat waar een eiwit op past (de sleutel). De receptor geeft na binding met het eiwit (de sleutel) een signaal aan de cel. Geneesmiddelen grijpen vaak aan op receptoren om de signalering te kunnen aanpassen. Zo kunnen allerlei processen in gang worden gezet, geremd of veranderd.

Waarom zijn er zoveel geneesmiddelen die op ionkanalen aangrijpen?

Veel fysiologische processen vinden plaats door ionen de celmembraan te laten passeren. Door de ionkanalen te targetten met een geneesmiddel kunnen die processen beïnvloed worden.

Waarom is het belangrijk farmacodynamiek en farmacokinetiek te bestuderen als verpleegkundige zijnde?

Omdat een goed begrip van de werking van geneesmiddelen je beschermt tegen het maken van fouten, je in staat stelt de fouten van anderen op te merken en te voorkomen, en je helpt actief mee te denken wanneer het aankomt op medicatiegebruik van de patiënt.

Wat zijn de vier fases waar een geneesmiddel in het lichaam doorheen gaat?

De vier fases die de farmacokinetiek beschrijft zijn:
absorptie, distributie, metabolisme en excretie.
Deze fases worden ook wel afgekort met de term ADME.

Welke drie toedieningswegen kennen we grofweg als we de absorptie beschrijven?

Lokale toediening, enterale toediening (opname in het maag-darmkanaal), parenterale toediening (subcutaan, intramusculair, intraveneus)

Stel, iemand heeft erg weinig plasma-eiwitten. Zou je de dosis van het geneesmiddel dan wat verhogen of juist wat verlagen? Waarom?

Verlagen, want de biologische beschikbaarheid wordt gemeten in hoeveelheid vrij beschikbaar (niet gebonden aan plasmaeiwitten) geneesmiddel. Doordat er minder plasmaeiwit beschikbaar is zal een groter gedeelte van het geneesmiddel vrij beschikbaar zijn en zijn werking kunnen uitoefenen.

Sommige kankermedicijnen lossen erg goed op in vet. Deze mensen wordt vaak aangeraden om ook jaren na de behandeling, niet te snel af te vallen. Waarom zou dat zijn?

De medicijnen worden opgeslagen in het vetweefsel van de (ex-)kankerpatiënt. Deze blijven daar soms jaren opgeslagen. Wanneer iemand dan snel veel vetweefsel verliest komt veel van het antikankergeneesmiddel vrij in de bloedbaan. Omdat antikankermiddelen zeer toxisch zijn is het niet wenselijk veel middel tegelijk in de bloedbaan te krijgen.

Waarom is het bij meningitis soms nodig de antibiotica via een ruggenprik toe te dienen?

Doordat de bloed-breinbarrière het geneesmiddel tegenhoudt, kan het het brein, waar de infectie zich bevindt, niet bereiken. Via een ruggenprik kan het geneesmiddel voorbij de bloed-breinbarrière gebracht worden, direct in het spinocerebrale liquor.

Wat doen P450 enzymen?

P450 enzymen metaboliseren veel verschillende dingen. Ze kunnen substanties oxideren en/of conjugeren met bijvoorbeeld suikers, om ze meer hydrofiel (beter wateroplosbaar) te maken. Het doel daarvan is toxische stoffen onschadelijk te maken en beter te elimineren via de urine, maar kan ook geneesmiddelen metaboliseren en ze (in)actief maken

Een patiënt heeft een ontsteking in de darm, en de arts wil een geneesmiddel voorschrijven dat zo lokaal mogelijk werkt. Welk effect moet dan hoog zijn? Wat gebeurt er dan met de biologische beschikbaarheid?

First-pass-effect. Die gaat dan omlaag.

ACE-remmers zijn een goed voorbeeld van een prodrug. Waarom maakt men graag gebruik van prodrugs?

Prodrugs worden in het algemeen beter opgenomen in het maag-darmkanaal dan direct werkzame stoffen.

Welke twee uitscheidingswegen worden gebruikt om geneesmiddelen uit te scheiden? Welke organen zijn hierbij betrokken?

Via de ontlasting en via de urine.
Bij de ontlastingsroute zijn betrokken: lever, galblaas, maagdarmkanaal.
Bij de urineroute zijn betrokken: lever, nieren, blaas.

Wat is het gevolg voor de hoeveelheid biologisch beschikbaar geneesmiddel wanneer iemands nieren suboptimaal functioneren? Waarom?

Die is hoger dan bij patiënten waarbij de nieren wel normaal werken. De nieren kunnen het geneesmiddel niet goed uitscheiden, en het blijft daardoor langer in de bloedbaan.

Sommige geneesmiddelen mogen alleen worden verkocht door de apotheker in verband met interacties. Leg uit wat er bedoeld wordt met geneesmiddeleninteractie.

Geneesmiddeleninteractie is het gegeven dat het ene geneesmiddel de werking of ADME van een ander geneesmiddel kan beïnvloeden.

Waarom krijgen ouderen vaak lagere doses dan jongeren van hetzelfde geneesmiddel bij dezelfde klachten en hetzelfde lichaamsgewicht?

Doordat ouderen een gemiddeld lagere nier- en leverfunctie hebben.

Binnen welke groepen is het verschil in farmacokinetiek groter; ouderen of jongeren? Waarom?

Bij ouderen, doordat ouderen hun hele leven de tijd hebben gehad zich anders te ontwikkelen zijn zij verder uit elkaar gegroeid dan jongeren, die die tijd nog niet hebben gehad.

Waarom is het belangrijk aan een vrouw in vruchtbare leeftijd te vragen of ze zwanger is of borstvoeding geeft wanneer ze geneesmiddelen neemt?

Omdat veel geneesmiddelen teratogene effecten hebben, of de placenta kunnen oversteken en in het ongeboren kind terecht kunnen komen. Het ongeboren kind kan deze geneesmiddelen niet (goed) verwerken en dat kan problemen geven in de ontwikkeling van het kind. Ook kunnen geneesmiddelen overgaan op de borstmelk, waardoor een heel jong kind geneesmiddel binnen kan krijgen. Soms is dat schadelijk voor het jonge kind.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo